Het Spoorwegmuseum komt met de tentoonstelling ‘Utrecht Centraal’ naar aanleiding van de opening van de nieuwe stationshal in december. In de tentoonstelling word je meegenomen van het eerste stationsgebouw in 1843 tot nu.
Utrecht in het jaar 1843, een kleine provinciestad met 50.000 inwoners. Het eerste station is gebouwd. Zes treinen zorgen voor de toenemende bedrijvigheid en het station stimuleert de groei van de stad. Het wordt drukker en drukker en het stationsgebied moet zich aanpassen aan meer reizigers en toenemend fiets- en autoverkeer. In de jaren die volgen ondergaat het station een snelle groei en vele gedaanteverwisselingen.
In 1938 verwoest een forse brand een groot deel van het Centraal Station. Architect Sybold van Ravensteyn neemt het hele gebouw onder handen. Binnen de beperkingen van de voormalige bouw, creëert hij een elegant station dat zich kenmerkt aan de ‘golvende’ voorgevel.
We komen aan in 1973, het stadsgebouw wijkt voor het nieuwe Hoog Catharijne. Inmiddels is het 2016 en in december wordt het vernieuwde Utrecht Centraal Station officieel geopend. Het kan zich ‘wereldstation’ noemen met het verwerken van 360.000 treinreizigers en 1000 treinen per dag.
Het leven van Utrecht Centraal in vogelvlucht. De tentoonstelling laat dit leven stap voor stap zien met film, foto en objecten. De tentoonstelling ‘Utrecht Centraal’ is van 2 november 2016 t/m 5 februari 2017, in het Postruituig NS, in Het Spoorwegmuseum.
4 Reacties
ReagerenIk heb nog herinneringen aan dat oude station van Van Ravensteyn, eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Iedereen keilde er zijn fiets tegenaan, het was behoorlijk chaotisch daar.
‘Elegant’ zou ik het trouwens niet willen noemen. Iedereen praat elkaar na over die ‘golvende lijnen’ maar ik vond het een erg eng gebouw, lelijk ook met die beelden op de daklijst.
De architect hield niet van ‘functionele gebouwen’, lees je overal, maar dit zogenaamde kunstwerk was bij oplevering al volstrekt uit de tijd, een mislukte taart.
Voor mij is het oude station van Utrecht nostalgie. Familie van mijn moeders kan stond links van de ingang bloemen te verkopen. Je moest toen nog door de kaartjes controle om op het perron te komen. En dan ging je met de sneltrein mee, die blauw van kleur was met een blauwe locomotief ervoor.
Ik kwam vaak op het perron, met perronkaartje koffers sjouwen voor een fooitje.
Mijn vader was oberkelner, in de 1E klasse.
Ik heb zelf van 1975 tot 1990 bij ns gewerkt op Sector Stedebouw.
Leuk, ik ga zeker kijken !
@John Marijn, mijn Opa was (ober?)kelner op het stationsplein 🙂