De Utrechtse voetbalclub Sporting’70 had niet het lidmaatschap van een 8-jarige speler mogen opzeggen omdat zijn vader zich bedreigend en intimideren zou uitlaten. Dat heeft de rechter bepaald.

Na een incident op 11 november 2017 besloot Sporting’70 om het lidmaatschap van een 8-jarig jongetje per 30 juni 2018 op te zeggen. Zijn vader was per direct niet meer welkom bij zijn wedstrijden en op het complex. De club zegt dat de vader zich herhaaldelijk bedreigend en intimiderend heeft uitgelaten.

De 8-jarige jongen speelt al 4 jaar bij Sporting’70. Zijn vader is jeugdtrainer geweest van onder andere het team waarin zijn zoontje nu speelt. Hij brengt hem naar trainingen en gaat mee naar uit- en thuiswedstrijden. Toen zijn zoontje op 11 november werd gewisseld tijdens een uitwedstrijd uitte de vader zijn ongenoegen en vertrokken zij nog tijdens de wedstrijd.

Het bestuur heeft de vader daarna een afkoelingsperiode opgelegd tot 1 maart 2018 waarin hij onder andere niet meer bij wedstrijden mocht zijn.

Clubverbod

Na die periode liet het bestuur weten dat de teamgenootjes en hun ouders zich al eerder geïntimideerd voelden. Zij wilden hierover niet in gesprek. Toen het niet tot een oplossing kwam kreeg de vader het clubverbod en is het lidmaatschap van het jongetje voor het nieuwe seizoen afgenomen.

De vader erkent dat hij fanatiek is, maar zegt het niet eens te zijn met de beschuldiging dat hij bedreigend en intimiderend is. De partijen verschillen hier dus van mening over. De rechter laat die vraag ook in het midden omdat het in deze zaak om het lidmaatschap van de jongen.

Er valt niets aan te merken op het gedrag van het jongetje die al 4 jaar bij de club voetbalt en daar ook vriendjes heeft gemaakt. Het gaat om het lidmaatschap van het jongetje, niet van de vader. Het jongetje wordt dus gestraft voor het (mogelijke) gedrag van zijn vader, en dit is volgens de rechter niet terecht.

Volgens Sporting’70 keerde de rust terug tijdens de afkoelingsperiode. In die periode bracht de moeder het jongetje naar de club. Dit zou zij weer kunnen blijven doen gaf zij aan tijdens de zitting.