Buitenlandse journalisten komen steeds vaker naar Utrecht. Dit jaar zijn er al ruim honderd naar Nederland gekomen om zich door Utrecht Marketing te laten rondleiden in de Domstad. “Allemaal zijn ze enthousiast over Utrecht”, vertellen de persvoorlichters Susanne Arkema en Susanne Canisius. DUIC haakte aan en ging op pad met tientallen buitenlandse journalisten.
“Als het licht op rood staat, moet je stoppen.” Aan het woord is een gids van de VVV in Utrecht. Om hem heen staat een twintigtal buitenlandse journalisten. Ze komen uit Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, België en Groot-Brittannië. Op het programma staat een fietstocht door Utrecht. “De beste manier om de stad te verkennen”, zegt de gids. Niet iedereen is het daarmee eens. Zeker tien aanwezigen durven het fietsen niet aan en gaan lopend richting het Rietveld Schröderhuis.
De journalisten zijn op uitnodiging van NBTC Holland Marketing en Utrecht Marketing naar Utrecht gekomen. Ter ere van het honderdjarig bestaan van kunststroming De Stijl zijn er in de stad tal van evenementen en exposities. De Stijl-kunstenaars als Gerrit Rietveld en Piet Mondriaan zijn geen onbekenden in het buitenland. Dat was voor Utrecht Marketing dan ook een goede aanleiding om buitenlandse journalisten uit te nodigen voor een reisje naar de stad.
Druppelsgewijs komen de journalisten binnen in het Centraal Museum waar het eerste programmaonderdeel plaatsvindt. De bezoekers krijgen zo een perspreview van de tentoonstelling Rietvelds Meesterwerk: Leve De Stijl!. Eerst spreekt de marketing manager van Utrecht Marketing ,Ronald Besemer, de aanwezigen toe. “Welkom in onze mooie stad. Een mooie vrouw of een mooie man in slecht weer is nog steeds een mooie vrouw of man. Zo is Utrecht in de regen van vandaag… nog steeds een hele mooie stad.
”Susanne Arkema en Susanne Canisius kijken beiden toe. De persvoorlichters van Utrecht Marketing zijn fulltime bezig met het promoten van Utrecht als een gastvrije en inspirerende stad. Vorig jaar zorgden ze ervoor dat er 184 journalisten naar Utrecht kwamen. De komst van de journalisten is niet het einddoel, maar Utrecht promoten als citytrip bestemming in de buitenlandse media en daarmee(buitenlandse) bezoekers te inspireren om Utrecht te bezoeken.
Canisius zet zich al sinds 2009 in om meer toeristen naar Utrecht te krijgen. Arkema en zij zijn collega’s sinds 2014. “In 2009 kwamen er maar enkele tientallen journalisten naar de stad, ik moest toen echt nog uitleggen waar Utrecht lag in de wereld.” Beide persvoorlichters beamen dat de Tour de France een keerpunt is geweest. “Het evenement heeft geholpen om de stad op de kaart te zetten. Vóór het Tour-jaar ontvingen we zo’n tachtig á negentig journalisten per jaar. Tijdens het Tour-jaar 2015 kwamen er maar liefst 177 buitenlandse journalisten. Vorig jaar is dat aantal verder gestegen tot 184. En dit jaar zijn er al meer dan honderd journalisten langsgekomen.”

De twee houden nauw contact met honderden journalisten over de hele wereld, van China tot Amerika. “Wij promoten Utrecht als stad zo veel mogelijk en de belangstelling groeit sterk.” De twee organiseren op maat gemaakte pakketten voor buitenlandse journalisten en kunnen alles regelen. “We halen ze op van het treinstation en brengen ze naar hun hotel. In enkele dagen gaan we langs de belangrijkste attracties en locaties in Utrecht.”
Hoewel het programma volledig is georganiseerd door Utrecht Marketing wordt niet alles betaald van belastingcenten. “Per journalisten bekijken we wat de waarde is voor Utrecht en wat wij de journalisten kunnen aanbieden. Daarnaast springen ondernemers bij om de journalisten kosteloos of met korting te laten slapen en eten. Zijn zien ook het belang van de media-aandacht.”
Op de fiets
De dertig journalisten die nu in Utrecht zijn, komen voor het jaar van De Stijl. Het programma is daar volledig op ingericht. Na het praatje van Besemer en een uitgebreide lunch mag iedereen het Centraal Museum gaan verkennen. Arkema en Canisius zijn tevreden met de opkomst. “En de volgende groep journalisten heeft zich ook al aangemeld. Een groep van ruim vijftig journalisten komt na de kunstbeurs TEFAF in Maastricht naar Utrecht. Dat zijn echt gespecialiseerde kunstjournalisten.”
De huidige groep wordt de rest van de dag goed verzorgd; naast Arkema en Canisius zijn er meer medewerkers van NBTC Holland Marketing om de journalisten overal bij te helpen. Na de perspreview in het Centraal Museum gaat de groep nog naar Amersfoort, waarna de dag wordt afgesloten met een diner in Bistro Karel 5.

De volgende dag staat de groep journalisten vroeg op voor een fietstocht door de stad. Voor het Apollo Hotel aan het Vredenburg heeft een fietsverhuurbedrijf tientallen fietsen gestald. De journalisten stappen onwennig op, sommigen hebben bijna nooit gefietst en niet iedereen durft het aan. “Vooral op het rode licht letten en rechts op het fietspad blijven”, roept de gids. “Het is natuurlijk goed voor de stad om zoveel mogelijk media-aandacht te krijgen”, vertelt de gids terwijl alle zadels worden afgesteld. In 2015 waren er 282 internationale publicaties over de stad. Dat vertegenwoordigt een mediawaarde van bijna drie miljoen euro. “Daardoor kunnen wij ook weer meer toeristen laten genieten van de stad”, aldus de gids.
De fietstocht is begonnen en voert langs bekende plekken van Gerrit Rietveld; de gids vertelt over de meubelmakerij aan de Adriaen van Ostadelaan 25 en de bekende ‘chauffeurswoning’ aan de Waldeck Pyrmontkade 20. De groep vind het fietsen leuk, maar echt makkelijk gaat het niet. Na nog een paar stops arriveren de journalisten bij het slotstuk; het Rietveld Schröderhuis. De groep krijgt hier een rondleiding waarna iedereen weer naar het land van herkomst gaat. “En hopelijk schrijven ze dan een leuk artikel over Utrecht”, zegt Canisius.
Zo praten de buitenlandse journalisten over Utrecht
Valeria Caldelli – Wall Street International
“Wat is Utrecht een prachtige stad.” Caldelli is net een paar uur in de stad, maar heeft al het een en ander kunnen zien. “Vooral de verschillende grachtenpanden zijn erg mooi, en natuurlijk de grachten zelf.” De Italiaanse journaliste is hier niet alleen voor De Stijl. “Ik zal ook over de stad schrijven. Opvallend vind ik natuurlijk de vele fietsen. Ook in Pisa, de stad waar ik vandaan kom, zijn veel fietsers, maar dit slaat alles.”
Ralf Stiftel – Westfälischer Anzeiger
Stiftel is niet ver van huis: “Een paar uur geleden zat ik nog op mijn bank.” Stiftel schrijft voor een regionale krant in de Duitse stad Hamm en is op uitnodiging van NBTC Holland Marketing naar Utrecht gekomen. “Ik kom vooral vanwege het jaar van De Stijl. “Ik schrijf vooral over architectuur en kunst en minder over de toeristische trekpleisters van een stad.” Wel is hij fan van Utrecht: “De grachten, de gebouwen, de Domtoren: allemaal mooi. Het gebied rond mijn hotel (het Apollo-hotel aan het Vredenburg) is wel lelijk. En het winkelcentrum is zoals zoveel andere winkelcentra op de wereld – niets bijzonders.”
Frank Heirman – Gazet van Antwerpen
Heirman is vroeger al eens in Utrecht geweest: “We gingen toen kijken naar het revolutionaire winkelcentrum Hoog Catharijne. Dat hadden wij nog niet in België en het was zeer vernieuwend. Het is lachwekkend om nu te zien dat het zo verguisd wordt en het volledig verbouwd gaat worden.” Afgezien van het winkelcentrum vindt Heirman Utrecht een aangename stad: “De sfeer is goed en voelt niet te gestrest. Utrecht mag als Nederlandse stad zeker wat meer op de voorgrond komen en kan zeker opboksen tegen Amsterdam en Rotterdam.”
Liane Rapp – Rhein-Neckar Zeitung
Freelance-reisjournalist Rapp zag in Jordanië de woestijn en in Florida de zee. In Nederland komt ze voor De Stijl en doet ze in enkele dagen niet alleen Utrecht aan, maar ook Den Bosch, Eindhoven en meer. “Ik wil het hele verhaal van De Stijl, Mondriaan en Rietveld kunnen vertellen. Utrecht is een belangrijk puzzelstukje.” Ze is al zo’n vijftien keer in Nederland geweest maar dit is de eerste keer in Utrecht. “Ik heb in P5 geparkeerd, onder Hoog Catharijne, en moest naar het Vredenburg. Dat is niet het beste stukje van de stad; ik heb voornamelijk bouwwerkzaamheden gezien.”
Luis Rubio – El Pais
Rubio kan niet zo goed Engels, maar zijn antwoord op de vraag wat hij leuk vindt aan Utrecht is wel duidelijk: de Febo. “Good food”
Ferry O’Coy – Area Magazine
De Engelse O’Coy is er voor De Stijl én de stad. Ze had van Utrecht gehoord, maar wist niet dat de Tour hier in 2015 startte. “Een vriend was hier al eens geweest en zei dat hij hier graag ooit zou wonen.” Door vertraging op Schiphol heeft ze nog weinig van Utrecht gezien. “Maar vanuit de taxi zag het er goed uit. Ik zag vooral veel leuke drinkgelegenheden. Ik hou van de Nederlandse gastvrijheid.” O’Coy deed niet mee aan de fietstour: “Te gevaarlijk. Onze taxichauffeur hield ook niet zo van fietsers.”
Paul Andreas – Qube Magazine
Lachend loopt Andreas rond door het Rietveld Schröderhuis. “Ik houd van dit soort architectuur.” De Duitser schrijft dan ook vooral over de architectuur in Utrecht. “Ik ben hier voor De Stijl en zal minder schrijven over de historische middeleeuwse binnenstad. Ik ga wel zeker even een kijkje nemen in het nieuwe Stadskantoor. Daar ben ik benieuwd naar.”
Johnny Tucker – Blueprint Magazine
Als architectuurjournalist komt Tucker vooral voor de gebouwen van Rietveld. “Die vindt onze doelgroep het meest interessant. Maar ik wil ook schrijven over de grachten.” Het fietsen door Utrecht ging de Engelsman goed af: “Ik fiets in Londen ook dagelijks naar mijn werk. Het was toch even wennen; de wegen zijn anders en de voor- en achterrem zitten andersom. Gelukkig waren de fietsende Utrechters vriendelijk vandaag.”
6 Reacties
ReagerenZullen we even geen propagandaberichten meer plaatsen van Utrecht marketing die dit kennelijk keer op keer nodig hebben om hun bestaansrecht aan te tonen, aan ons de belastingbetalende burgers , die voor een deel de salarissen daar betalen.
En natuurlijk zijn de “journalisten” positief. Ze komen trouwens helemaal niet spontaan, maar worden overgehaald om te komen. Daarnaast worden ze ordinair omgekocht om positieve dingen te schrijven. Zonde, heeft Utrecht helemaal niet nodig. Zo’n mooie stad verkoopt zichzelf wel, maar we zitten nu eenmaal heel erg vast in het neo-liberale denken.
Een goed initiatief, marketing voor meer hoogwaardig toerisme en minder aandacht voor feesten en partijen. Ook belangrijk om een stad leefbaar te houden voor de eigen bewoners.
Is deze journalisten ook duidelijk gemaakt dat Utrechts centrum wel érg vol raakt, In Amsterdam heeft de citymarketing tot een explosie van toerisme geleid. Nú kunnen we nog maatregelen nemen, straks is het echt te laat, Kan in een paar jaar gebeurd zijn! Deze city-marketeers hebben wel een érg versmalde blik (daar zijn ze ook kennelijk voor aangesteld, lekker enthousiast en zo, en vooral niet verder kijken, ‘dat is namelijk niet leuk, trendy, cool etc. ). Opboksen tegen Amsterdam? Vooral níet doen. Straks is Utrecht ook ‘verpest en dan zoekt het reisjournaille weer een andere stad die ‘te gék’ of ..uniek of etc. is. (Ik moet echt mijn best doen om het woord sprinkhanenplaag uit mijn hoofd te weren). Natuurlijk is het centrum geen openluchtmuseum, er wordt gewoond, geleefd, gewerkt en bezichtigd, maar de balans tussen bewoners, bezoekers en bedrijven raakt steeds meer zoek. Zou het iets zijn om een aantal bezoekregels op te stellen die iedere bezoeker bij het station e.d. krijgt uitgereikt. Zo in de trant van “Welkom in onze mooie stad. Om het voor iedereen aangenaam te houden volgen hier een paar regels. (Over lawaai, over stoepen, fietsen en auto’s, over tijden, en graag luchtbandjes onder uw rolkoffer.)”
Zou het trouwens geen mooie Utrechtse uitvinding kunnen worden? Rolkoffers met luchtbanden of ander zacht rollend materieel..(Trendy!) . Zo is er best veel mogelijk, maar ook dan: niet teveel!
Meer toeristen betekend een minder leuke stad voor de bewoners.
Ik begrijp de focus niet om meer toeristen naar Utrecht te trekken.
Daar wordt een stad niet leuker en mooier door, met meer toeristen bereik je het tegendeel.
@Wim: en meer toerisme betekent meer inkomsten voor de stad, de musea en de horeca. En zo lang ze inderdaad dingen als de prachtige grachten en het rietveld-schröderhuis pluggen, zijn het nog de juiste toeristen ook. Laat maar komen, die bussen met kunstkenners uit Italië. Misschien dat het zelfs een goede invloed heeft op de kwaliteit van de restaurants. PS: de vrijgezellenfeesten uit Liverpool en Glasgow mogen ze in Amsterdam houden.
Uutje 25/3/2017 – 11:40
“Zullen we even geen propagandaberichten meer plaatsen van Utrecht marketing die dit kennelijk keer op keer nodig hebben om hun bestaansrecht aan te tonen, aan ons de belastingbetalende burgers , die voor een deel de salarissen daar betalen.”
Dit.
Als het aantal journalisten dat de stad bezoekt de beste KPI is die ze kunnen bedenken bij Utrecht Marketing, dan kunnen ze er beter mee stoppen.