Terug in de tijd: De eerste jaren van de Nederlandse Filmdagen | De Utrechtse Internet Courant Terug in de tijd: De eerste jaren van de Nederlandse Filmdagen | De Utrechtse Internet Courant

Terug in de tijd: De eerste jaren van de Nederlandse Filmdagen

Terug in de tijd: De eerste jaren van de Nederlandse Filmdagen
Het Nederlands Filmfestival wordt voor de 37 e keer georganiseerd in Utrecht. Het begon allemaal op een ochtend in 1980, toen Jos Stelling in Springhaver een stel BN’ers hun roes zag uitslapen op de grond na een nacht doorhalen. “Deze mensen hebben een home nodig”, dacht Stelling.

Het Nederlands Filmfestival wordt voor de 37 e keer georganiseerd in Utrecht. Het begon allemaal op een ochtend in 1980, toen Jos Stelling in Springhaver een stel BN’ers hun roes zag uitslapen op de grond na een nacht doorhalen. “Deze mensen hebben een home nodig”, dacht Stelling.

Die ochtend, toen Stelling deze woorden uitsprak, vormde het einde van de Lange week van de korte film. Het was ook het symbolische begin van de Nederlandse Filmdagen. Een week lang waren er korte films getoond in de Springhaver. Boven de bioscoop was een bar gebouwd en er werd flink gefeest. Toen Stelling, na de laatste nacht, de volgende ochtend wakker werd was het voor hem duidelijk: er moest een terugkerend en blijvend evenement komen.

Stelling en kompanen, ‘want ik praat altijd in de wij-vorm over die tijd’ hadden ook enig geluk. De Cinemafestatie, een evenement in de stad waar alle filmmensen op afkwamen, stopte. Het werd eens in de twee jaar georganiseerd maar ging niet meer door. In de gemeentebegroting stond er echter nog wel 60.000 gulden voor gereserveerd. “Wij wilden dit graag voor de filmwereld behouden, dit moest niet verloren gaan. Dus met het gevoel dat ik had die ene ochtend, samen met het beschikbare budget besloten we om de Nederlandse Filmdagen te organiseren.”

Als Stelling over die tijd praat gaan de verhalen soms dwars door elkaar heen. “Ja die eerste vijf jaar van de Filmdagen zijn lastig te onderscheiden.” Het begon in ieder geval met het mobiliseren van de Nederlandse filmwereld. “Distribiteurs, acteur, regisseurs, bioscopen, de pers: allemaal kwamen we bij elkaar voor het neerzetten van de Nederlandse Filmdagen. Het bestuur bestond toentertijd uit dertig mensen. Ook waren er heel veel studenten van film- en theaterwetenschappen die graag wilden helpen met de organisatie.” Zo begon in 1981 de eerste editie van de Nederlandse Filmdagen, in ’t Hoogt in Utrecht.

Beperkt budget
De eerste jaren typeerden zich door het beperkte budget. “We kregen 60.000 gulden, en daar moesten we het mee doen, maar omdat iedereen uit de filmwereld en andere sectoren hielp hadden we een unieke sfeer en een uniek festival. Het was echt een festival voor en door de filmwereld, we werkten allemaal samen.”

De beperkte financiële middelen zorgde ook voor hilarische situaties. “Ik weet nog goed dat we maar één bos bloemen hadden gekocht, die we bij alle premières en prijsuitreikingen moesten gebruiken. We gaven dan op het podium een bos bloemen weg, maar die moest achter het podium direct weer ingeleverd worden. Het bosje was soms ook zoek en zaten we dan met z’n allen te zoeken. Op de laatste avond kreeg iemand een Gouden Kalf, maar diegene pakte meteen het bosje bloemen uit het papier; het was niets meer dan enkele dode takken.”

Ook het versturen van de uitnodigingen ging destijds anders: “We wilden besparen op postzegels, het gebeurde dus gewoon met de hand. Iemand ging alle huizen langs om de brieven te bezorgen. We hadden ook een keer een poststuk waar een bal gehakt op had gelegen. We vroegen ons af of we het nog wel konden versturen. We hebben er toen maar een pijl bijgeplaatst met onze excuses en alsnog op de post gedaan.”

Toch ging er vooral ook heel veel goed: “We hebben echt uitgevonden hoe we zo’n evenement moesten organiseren. We zaten films te kijken, discussieerden en hielden workshops. Ook waren er natuurlijk premières en een slotavond, ons visitekaartje als de filmwereld. Elke editie kwamen er steeds meer mensen en locaties. We begonnen in ’t Hoogt, maar gingen als snel naar Springhaver, City, Hoog Catharijne en de Jaarbeurs.”

Trots
Stelling is dan ook trots op het evenement en wat ze allemaal bereikt hebben in die tijd: “Wij wisten in eerste instantie ook niet hoe we dat moesten doen. Het maken van films is het creëren van problemen, en ook bij het festival creëerden we steeds problemen die we moesten oplossen.” Hij vertelt verder: “Je ziet ook aan de mensen die erbij betrokken waren dat ze later op sleutelposities terecht zijn gekomen. Sandra den Hamer, toen mijn assistente, is nu bijvoorbeeld directeur van EYE Filmmuseum. Doreen Boonekamp, ook gewerkt bij het NFF, is nu directeur van het Filmfonds. Ally Derks richtte dan weer het IDFA op. De filmwereld sprak op een gegeven moment zelfs van de Utrechtse maffia. Mensen uit Utrecht die de filmwereld kwamen overnemen.”

De eerste jaren kwamen er ook al internationale gasten naar Utrecht. “Omdat we ook filmdistribiteurs in ons bestuur hadden zorgden we ervoor dat een grote première rondom het festival plaatsvond. Dan kwamen er ook buitenlandse acteurs naar Nederland voor de promotie, en die konden ook naar de Filmdagen in Utrecht komen.” Giulietta Masina, Robert de Niro, Sergio Leone kwamen allemaal naar de Nederlandse Filmdagen die eerste jaren. “Ik weet nog goed dat Robert de Niro na de slotavond naar Amsterdam ging. Toen is hij daar stoned in een auto in slaap gevallen. Enkele studenten zagen hem liggen, en je weet hoe dat dan gaat: ‘hey kijk Robert de Niro ligt daar’. Ze zijn toen de auto heen en weer gaan schudden om hem wakker te krijgen”, vertelt Stelling lachend.

Dit is niet een van de laatste anekdotes: “Ik kan zó veel vertellen over die beginperiode. Ik weet bijvoorbeeld nog goed dat we op de eerste slotavond in de Jaarbeurs het Metropole Orkest hadden. De dirigent vroeg aan mij wat voor muziek ze moesten spelen en ik had daar helemaal niet over nagedacht. Wist ik veel? De dirigent was woedend, zonder muziek konden ze niet spelen. Ze hebben toen maar een stuk gespeeld dat ze ook een paar avonden daarvoor hadden gespeeld: de Triomfmars uit Aida. En als iemand een Gouden Kalf kreeg speelden ze Alaaf.”

Dat was niet het enige wat er misging op de slotavond. “Twee bekende figuren bij de Muppetshow zijn Statler en Waldorf. Twee oude mannetjes die in een theater van een balkonnetje aan het schreeuwen zijn. Dit wilden wij ook wel, maar dan in het echt. We hebben toen Simon van Collem, samen met de Belgische presentator Jo Röpcke, tijdens de slotavond ook op een balkon gezet en aangegeven dat ze hele avond naar beneden mogen roepen als ze dat wilden. Maar ja dat ging mis. Het bleek heel irritant te zijn, de zaal werd opstandig en begon terug te schreeuwen: ‘nu ophouden, anders komen we naar boven’. Dat bleek dus niet echt te werken.”

Kindje
Stelling is ruim tien jaar betrokken geweest bij de Nederlandse Filmdagen en ziet het NFF nog steeds als zijn kindje. Hij is directeur en voorzitter geweest en krijgt een warm gevoel als hij terugkijkt naar die tijd: “Films worden gecreëerd door mensen met een enorm ego. Dat is belangrijk, want het ego is wat de film creëert. Maar dit soort werk brengt ook een vorm van eenzaamheid met zich mee, en veel filmmensen zijn jaloers op elkaar. Ik was vroeger ook jaloers op mensen die meer succes dan ik hadden. Maar als je wat ouder wordt begrijp je dat het belangrijk is voor de Nederlandse film om samen te werken. Daarom is het goed om eens per jaar saamhorigheid te tonen, bij elkaar te komen en elkaar beter te maken.”

Wat hij het allermooiste vindt aan al die jaren festival vindt hij moeilijk te zeggen: “Maar ik weet nog wel goed, dat als het festival afgelopen was en ik door de stad naar huis liep, een beetje dronken, dan was ik echt aan het genieten.” In 1992 nam hij officieel afscheid van het evenement, maar hij gaat er nog bijna elk jaar heen. Stelling is dan ook erg blij dat het festival tegenwoordig nog bestaat: “Maar ik vind wel dat het festival meer kwaliteit en inhoud nodig heeft. Het mag van mij wat intiemer, het moet echt een festival van en voor de filmwereld zijn. Het Nederlands Filmfestival is nu meer een enorm dobberend schip geworden en niet iedereen weet waar het naartoe moet.”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).