De Raad van State heeft op 13 juni uitspraak gedaan over het verzoek van de gemeente om de schorsing op te heffen van de bouw van een viaduct aan de Van Sijpesteijnkade. Het verzoek is afgewezen door de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, zo meldt CU2030.
Het gevolg hiervan is dat de gemeente voorlopig niet kan starten met de bouw van een viaduct voor de tram van de Uithoflijn op het Westplein. Dit viaduct moet uiteindelijk een belangrijk onderdeel worden van de toekomstige Uithoflijn.
Diane Marbus, communicatiemedewerker van het project, benadrukt dat het op dit moment nog niet zeker is dat de verdere ontwikkeling van de Uithoflijn vertraging oploopt. “De inhoudelijke behandeling door de Raad van State is pas op 3 september. Tot die tijd gaan alle betrokken organisaties onderzoeken wat er nu moet gaan gebeuren.”
Ingebruikname Uithoflijn per 1 januari 2018
Oorspronkelijk was de planning dat de Uithoflijn vanaf 1 januari 2018 zou gaan rijden. In overleg met de Project Organisatie Uithoflijn, het Bestuur Regio Utrecht (BRU) en ProRail wordt nu gekeken of die datum van de ingebruikname van de Uithoflijn, die uiteindelijk 45.000 mensen per dag moet gaan vervoeren, nog wel realistisch is.
CU2030 schrijft dat als de zomervakantie voorbij is het college de gemeenteraad zal informeren over de uitwerking van de uitspraak van de Raad van State en de financiële gevolgen ervan.
7 Reacties
ReagerenIk snap niet waarom dat viaduct bij de Van Sijpestijnkade vertraging op zou leveren voor de Uithoflijn, want De uithoflijn loopt vanaf Utrecht CS aan de oostkant van het spoor naar de Uithof. En loopt dus helemaal niet over dit viaduct en het Westplein….
Dat is dacht ik alleen noodzakelijk voor de verbinding met de bestaande tramlijn naar Nieuwegein & Ijsselstein….
@Ronald van Voorthuizen:
Als de trams niet naar de remise in Nieuwegein kunnen voor reparaties en onderhoud kan je de lijn dus niet in gebruik nemen….
@Ronald
Ik denk dat er op CS straks te weinig opstelruimte is voor de trams, en misschien ook gelegenheid om te keren. Misschien dat die nog gevonden kan worden,
@ronald, de Uithoftrams gaan ook gebruik maken van de remise in Nieuwegein voor stalling en onderhoud, dus daar moeten ze dan wel naartoe kunnen.
Dat de overheid in het maatschappelijke leven – vraag ondernemers er maar eens naar – vaak ‘hindermacht’ nummer één is, en dit dan op Kafka-achtige gronden, is bekend.
Maar dat dit nu ook van toepassing blijkt op een project dat zowel het algemeen belang dient als, specifiek, het oplossen van het probleem van enorme reizigersstromen in de openbare ruimte rond Utrecht Centraal? Brrrr… Mesjogge dus, maar dan ook totaal.
@rob van der hilst: het is hier een uitspraak van de RvS die hier de boel vertraagd. Niet ‘de overheid’.
De procedure is aangespannen door het hotel dat aan het Westplein is gelegen. De Raad van State overwoog op 13 maart als volgt:
3.1. [appellante] is eigenaar dan wel exploitant van het [hotel], gelegen aan het Westplein, grenzend aan het plangebied. Zij richt zich met name tegen het in het plan voorziene HOV-viaduct en zij voert daartoe verscheidene gronden aan. Zo vreest zij dat de aanleg van het HOV-viaduct tot grote overlast en schade voor haar zal leiden. Ook betoogt zij dat een onevenredige belangenafweging heeft plaatsgevonden, dat het plan in strijd is met de rechtszekerheid, dat het plan financieel niet uitvoerbaar is en dat de planregels innerlijk tegenstrijdig zijn.
Het is gebruikelijk dat ‘planschade’ als gevolg van een RO plan voor vergoeding in aanmerking komt. Wikipedia:
Planschade
Planschade is de vermogensschade (waardevermindering van onroerende zaken) of inkomensschade die ontstaat na wijziging van de planologie.
De vermogens- of inkomensschade wordt bepaald door de maximale invulling van de oude planologie en de maximale invulling van de nieuwe planologie te vergelijken. Na deze vergelijking kan bepaald worden of er per saldo sprake is van een planologische verslechtering. Aan de hand van criteria uit de jurisprudentie bepaalt een onafhankelijke deskundige de waardevermindering of de geleden inkomensschade als gevolg van de planologische situatie. Op basis hiervan kan een planschadevergoeding worden toegewezen.
Het is onbegrijpelijk dat de planschade in deze zin nog niet is vastgesteld. Aan wie ligt dat? Aan de gemeente of aan het Park Plaza Hotel?
Als Park Plaza te veel geld eist, en daar kun in zo’n geval standaard vanuit gaan, dan wordt het procesrecht misbruikt om de gemeente schaak mat te zetten.
De Utrechtse burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat alle partijen waar de gemeente mee te maken heeft hun zorgplicht jegens de burgers onderkennen en stoppen met het maken van misbruik.