Het UMC Utrecht heeft met behulp van AI een factor ontdekt die de kans op borstkanker bij vrouwen met ‘zeer dicht’ borstweefsel verhoogt. De ontdekking kan ervoor zorgen dat borstkanker tijdens de aanvullende screening met MRI vaker en sneller opgespoord wordt.

Bij vrouwen die zeer dicht borstweefsel hebben – zo’n 8 procent van de vrouwen – bestaat het grootste deel van de borsten uit melkklieren en bindweefsel en minder uit vetweefsel. Nederlandse vrouwen tussen de 50 en 75 jaar krijgen elke twee jaar een oproep om een mammografie te laten maken, om borstkanker vroegtijdig op te kunnen sporen.

Bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel worden tumoren echter minder goed ontdekt tijdens een mammografie. Daar komt bij dat vrouwen met zeer dicht borstweefsel een drie tot zes keer grotere kans op borstkanker hebben dan vrouwen met veel vetweefsel in de borsten.

Risicofactoren

Niet alleen verhoogde borstdichtheid is een risicofactor, ook overgewicht, erfelijkheid en leefstijl kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van borstkanker. Onderzoeker Hui Wang van het UMC Utrecht ontwikkelde een AI-computermodel dat 4.553 MRI-scans van vrouwen met zeer dicht borstweefsel analyseerde.

Daarbij werd gekeken naar verschillende risicofactoren. Zo werd een factor ontdekt die een extra aanwijzing kan zijn voor het ontwikkelen van kanker bij deze groep vrouwen, namelijk een verhoogd BPE. Dit betekent de mate waarin het normale klier- en bindweefsel oplicht door de contrastvloeistof die bij een MRI wordt ingespoten.

Vaker en sneller opsporen

Uit het onderzoek blijkt dat een verhoogd BPE een extra aanwijzing kan zijn voor het ontwikkelen van kanker. De uitkomst van het onderzoek laat volgens het UMC Utrecht zien dat borstkanker bij vrouwen met dicht borstweefsel vaker en sneller kan worden opgespoord als zij ook een MRI-scan krijgen. Het UMC wil met AI ook nog kijken of de aanvullende MRI-scans bij vrouwen met dicht borstweefsel nog verder gepersonaliseerd kunnen worden.