De bekende wagens van Google Street View gaan met ondersteuning van de Universiteit Utrecht de luchtkwaliteit meten, om te beginnen in Kopenhagen. De universiteit is verantwoordelijk voor de technische en wetenschappelijke ondersteuning van het project.
Twee auto’s van Google worden door Utrechtse onderzoekers uitgerust met de juiste apparatuur. Dit najaar zullen de eerste metingen worden gedaan. Ieder traject in Kopenhagen wordt een aantal keren gemeten. De auto’s zullen de lucht testen op stikstofoxides, fijnstof, roet en ultra fijnstof. Eerst alleen in Kopenhagen, later naar verwachting ook in andere steden in Europa.
Het doel van Google Air View is tweeledig. Allereerst zullen vooral wetenschappers en beleidsmakers de data gebruiken. “Wij doen veel onderzoek naar de relatie tussen luchtkwaliteit en volksgezondheid”, zegt Roel Vermeulen, hoogleraar Milieu-epidemiologie en exposome analyse aan de Universiteit Utrecht.
“Het unieke aan dit project is dat we op straatniveau de luchtkwaliteit van een hele stad in kaart kunnen brengen met metingen. Nu gebruiken we daarvoor een beperkt aantal meetpunten en wordt aan de hand van modellen de rest van de vervuiling in de stad berekend. Met Google Air View gaan we ook een daadwerkelijke metingen doen door een hele stad.”
Op termijn zullen ook burgers toegang krijgen tot de meetdata, waardoor zij kunnen zien waar de lucht het schoonst is en waar het viest. Dit project valt binnen het zogeheten exposome-onderzoek van de UU. Dat onderzoek kijkt naar het totale pakket aan invloeden van buitenaf op de volksgezondheid.
4 Reacties
ReagerenGoed initiatief!
Het is wel te hopen dat ze elektrische auto’s gebruiken, anders meten ze vooral zichzelf!
@ tiswa, die auto’s moeten veel uur rijden per dag en een grote afstand afleggen, die zijn niet elektrisch.
Vermeulen is niet de eerste de beste. Hij publiceert uitgebreid over zijn kennis, prestaties, onderzoeken e.d. Dat ziet er indrukwekkend uit.
Ik mis in dat overzicht echter kennis over het interpreteren van statistische informatie. Voor een hoogleraar epidemiologie is dat cruciaal; met hoeveel zekerheid kun je conclusies trekken. Wiskundigen hebben de afgelopen jaren herhaaldelijk aangegeven dat het daaraan vaak ontbreekt.
Ik mis ook kennis over het interpreteren van meetresultaten a.d.v. een andere wiskundige techniek; het werken met algoritmen.
In de gezondheidszorg wordt de invloed van wis- en natuurkundigen die op statistiek en algoritmen zijn gespecialiseerd met de dag groter. Zonder hun kennis en kunde kunnen artsen geen diagnoses stellen met de tegenwoordige hooggeavanceerde elektronische apparatuur.
Overigens zijn deze wiskundige technieken zowel bij puntmetingen als bij bewegende metingen essentieel voor de betrouwbaarheid van de conclusies. Het RIVM doet onderzoek aan de hand van meetpunten en extrapoleert de resultaten vervolgens naar conclusies. Hoe zit het met het wiskundig inzicht bij hen? Toch wel goed om dat ook eens te weten.
Ik vraag mij overigens af of het onderzoek vanuit auto´s tot relevantie wetenschappelijke kennis leidt. Veel beter zou het zijn om de betrouwbaarheid van huidige extrapolaties te toetsen. Dat gaat echter niet met bewegende meetpunten. Die creëren hun eigen complexiteit. Een fijnmazig netwerk van vaste meetpunten is voor het valideren vele malen beter. Dan kunnen wiskundigen de gebruikte algoritmen verfijnen zodat het resultaat van de extrapolaties overeenkomt met de werkelijke fijnmazige meetresultaten.
Ik ben reuze benieuwd hoe Vermeulen hier over denkt.