Sophie Pluim is degene die het Kinderboekenweekgeschenk 2023 heeft geïllustreerd. Dit jaar staat de Kinderboekenweek – die nog tot en met 15 oktober duurt – in het teken van ‘Bij mij thuis’. Tijdens de Kinderboekenweek krijg je Ravi en de laatste magie, geschreven door Sanne Rooseboom, cadeau als je een kinderboek koopt van meer dan 13,50 euro. We vroegen Sophie wat ze zo leuk vindt aan illustreren en waar ze tot rust komt in Utrecht.
Hoe ben jij de illustrator van het Kinderboekenweekgeschenk geworden?
“Sanne heeft mij daarvoor gevraagd. We werkten al eens samen voor haar meest recente boek Mot en de metaalvissers. Daardoor voelde ze dat ik hier ook wel bij zou passen. Vorig jaar zijn we begonnen. We zitten redelijk op één lijn met hoe wij personages er willen laten uitzien: een beetje alternatief en een beetje punk. Dat werkt lekker samen en dat is fijn bij een best groot en belangrijk project als dit.”
Vond je het een spannend project?
“Ik denk dat er vooral op het maken van het verhaal druk lag. Sanne heeft een heerlijk verhaal geleverd. Ze wilde het maken voor de hele doelgroep: voor kinderen tussen de zeven en twaalf jaar. Voor al die kinderen moest het een leuk boek zijn. Dat lijkt me best spannend. Ze heeft het zichzelf moeilijk gemaakt, maar ze heeft het uiteindelijk echt zo goed gedaan. Ik heb dit project niet per se extra stressvol gevonden. Ik ga bij ieder boek tot het uiterste. Het was wel stressvol qua planning, want die was heel strak. Nu het boek er is, heb ik bijvoorbeeld pas echt door dat die oplage gigantisch is. Daar dacht ik eerst nog niet zo over na. Dit project kwam op me af dankzij Sanne. Het was heel vet en onwerkelijk dat ik dit heb mogen doen. Het is een heel bijzonder en iconisch project. Ik kreeg deze opdracht al voordat ik er überhaupt over kon dromen. Ik was er nog niet eens aan toe om over zoiets al te durven fantaseren.”
Ben je tevreden met het eindresultaat?
“Ja, ik ben opgelucht dat ik er echt blij mee ben. Deze stijl past bij dit boek. Soms ben ik daar nog wel zoekende in: ieder boek benader ik weer anders. Ik zou niet per se zeggen dat ik een vaste stijl heb. Voor het Kinderboekenweekgeschenk heb ik gewerkt op de manier zoals ik dat ook bij Mot en de metaalvissers heb gedaan. Het was nu niet het moment voor een nieuwe techniek. Ik heb die twee boeken helemaal digitaal getekend. Dat werkt redelijk vlot. Maar meestal werk ik analoog met pen, potlood of verf bijvoorbeeld. Soms werk ik gedetailleerd en soms heel los. Die verschillende stijlen zijn super leuk, maar soms ook verwarrend. De meeste illustratoren houden meer vast aan één stijl. Dat is op zich ook logisch, want dan weten uitgevers waar ze aan toe zijn.”
Wat vind je zo leuk aan illustreren?
“Het leukste vind ik het creëren van sfeer. Dan zijn boeken een heel fijne soort opdracht. Je wordt ingehuurd om sfeer te maken op een manier waarop de schrijver dat niet kan. Door zo iets toe te voegen aan een verhaal, dat is het allerleukste dat er is. Je kunt zo allerlei details doorvoeren in personages, zoals wat ze aan hebben of hoe de wereld waarin ze leven eruitziet. Op het moment dat je een boek wat meer versierd, draag je bij aan de belevingswereld en het inlevingsvermogen van de lezer.”
Wat voor soort opdracht zou je heel graag nog willen doen?
“Een vriend van mij is verhalenverteller: Bastiaan de Zwitser. Ik zou heel graag een sprookjesboek met zijn verhalen willen illustreren. Als ik hem verhalen zie vertellen aan mensen, jong en oud, dan gaat iedereen daar helemaal in op. Dat vind ik heel inspirerend. Ik wil graag dat zo’n boek er komt, want ik gun de wereld zijn verhalen.”
Hoe en wanneer was je voor de eerste keer in Utrecht?
“Ik was twaalf en ging voor het eerst shoppen met een vriendin uit Utrecht. Het was overweldigend hoeveel leuke en excentrieke winkels hier waren. Het breekt mijn hart dat veel daarvan niet meer bestaan. Utrecht was een magische, multiculturele wereld waar ik instapte. Een wereld met nieuwe mogelijkheden, geuren, kleuren en smaken. Er waren bijvoorbeeld heel veel kralenwinkels en winkels met mooie stofjes en spelletjes. Ik kocht toen een ring die ik nog steeds draag.”
Waar kom je tot rust in Utrecht?
“In de Oude Hortus, bij het Universiteitsmuseum. Voordat ik een jaar geleden van Utrecht naar Petten verhuisde, omdat we meer ruimte nodig hadden voor ons kind, kwam ik daar zo vaak. Ik beschouwde het als mijn achtertuin. Ik dronk er vaak thee en aaide de Hortus-poes die daar rondliep. Het is een sereen en stil plekje midden in de stad. Ook in de musea kwam ik tot rust. Dan ging ik een uurtje voor sluitingstijd naar het Spoorwegmuseum bijvoorbeeld. Even lekker tijdreizen.”
Wat was het beste optreden dat je ooit in Utrecht gezien hebt?
“Dat was in RASA, dat bestond toen nog. Het was een optreden van Huun-Huur-Tu: een muziekgroep uit het Siberische Toeva. Dit ligt bij de grens met Mongolië. De groep bestaat uit vier keelzangers. Het was een waanzinnig optreden. Ze speelden ook op traditionele houten instrumenten uit Toeva, zoals een soort houten cello’s en castagnetten gemaakt van paardenhoeven. Ik had het gevoel dat ik in een sprookje terecht was gekomen. Ze namen je mee naar de oerbossen van Siberië. De Nijverheid vind ik nu een briljante plek. Het wordt daar steeds gekker en creatiever.”
Utrecht is…
“…dwalen door een stad vol verhalen.”
2 Reacties
ReagerenWat is het toch een vreemde gewoonte om op de rugleuning van een openbaar bankje te gaan zitten en dan met je voeten op het zitgedeelte. Lekker fris voor de volgende.
Blijf maar lekker binnen Jacques. Al die viezigheid buiten, brr.