FC Utrecht heeft Linda Helbling aangesteld als nieuwe hoofdtrainer van het eerste vrouwenelftal. Ze heeft een tweejarige deal getekend bij de club. Nu werkt Linda onder meer als hoofd Opleiding bij DTS’35 Ede, de club waar ze de afgelopen zeven jaar ook aan het roer stond als hoofdtrainer van het eerste vrouwenteam. Vorige maand werd bekend dat het vrouwenteam van FC Utrecht volgend seizoen na negen jaar afwezigheid terugkeert in de Vrouwen Eredivisie. We vroegen Linda wat haar plannen zijn voor het team en naar een mooie herinnering aan Utrecht.
Waarom maak je de overstap naar FC Utrecht?
“Dit is voor mij een unieke kans om als trainer aan de slag te gaan binnen de Eredivisie. Ik ben heel blij dat ik vanuit FC Utrecht de kans krijg om op het hoogste podium te werken. Utrecht is een mooie stad met een mooie voetbalclub. Ik kan nu van mijn hobby mijn werk maken. Voetbal is wie ik ben. Daar heb ik mijn hele leven van gedroomd, veel tijd in geïnvesteerd en opleidingen voor gevolgd. Het was wachten op een kans die voorbij zou komen. Nu werk ik nog fulltime bij autobedrijf Braber in Ede. Dat doe ik al twintig jaar en zal ik deels ondersteunend blijven doen.”
Wat zijn je plannen voor het team?
“Ik vind een aantal kernwaarden belangrijk en die sluiten aan bij Utrecht. Je doet iets vanuit het hart en daar ben je met je hele ziel en zaligheid mee bezig. Dat wil ik ook terugkrijgen van het team. De passie ik erin stop, verwacht ik terug. Ook vind ik de combinatie van aanvallend voetballen en het vermaak richting publiek van belang. Mijn doelstelling is om het linkerrijtje te behalen. Bij de eerste zes eindigen is mooi en realistisch, denk ik.”
Waar ben je nu mee bezig bij FC Utrecht?
“De gesprekken om een team te gaan vormen zijn in volle gang. Aan het begin van het nieuwe seizoen hebben we een mooie selectie staan. Met de eerste aanwinsten hopen we binnenkort naar buiten te treden.”
Wat vind je zo leuk aan trainer zijn?
“Opgroeien is binnen mijn gezin altijd verbonden geweest met voetbal. Ik voetbalde als meisje tussen de jongens, maar dat mocht uiteindelijk niet meer. Daar heb ik steeds wel mijn weg in kunnen vinden. Ik ben altijd een voetbalmeisje geweest. Dat ik daar nu op deze manier mee door kan gaan, vind ik heel vet. Ik heb er hard voor gewerkt en tegen veel dingen aan moeten boksen. Dat is ook wel kenmerkend binnen het vrouwenvoetbal. Het is ontzettend fijn dat daar elk jaar weer nieuwe stappen in worden genomen.”
Hoe vind dat je het gaat met het vrouwenvoetbal in het algemeen in ons land?
“Per jaar zie je dus verbeteringen. In de Eredivisie bijvoorbeeld, maar ook bij de opleidingsteams. Nu zijn meiden onder 8 of 9 jaar al in beeld en kunnen veel clubs trainingsgroepen aanbieden. Dat verhoogt het niveau waarnaar we op zoek zijn. Toen ik opgroeide zaten de jongensteams niet te wachten op een meisje. Dat is tegenwoordig anders en dat is een heel fijne ontwikkeling.”
Dat doe je ook als talentcoach binnen de KNVB. Hoe is dat?
“Voor meiden ligt de weg open om de droom te hebben om professioneel voetballer te worden. Het voelt ontzettend goed om daarbij te kunnen helpen. Ik houd me bezig met onder de 14 en 15 jaar. Dat zijn de leeftijden waar nu kansen liggen, bij mij was dat nog niet zo. Nu worden meiden meegenomen in het hele opleidingsplan. Dat betekent alleen maar meer kwaliteit. Ik mocht tot mijn twaalfde meedoen met de jongens en moest toen naar een meidenteam met een lager niveau. Daar kon ik me niet ontwikkelen en de stappen maken die ik wilde. Je talent wordt dan niet ontwikkeld. Nu kunnen meiden hun droom volledig najagen. Het is mooi om daarin een helpende hand te zijn. Het is belangrijk dat ze ervaren dat ze ertoe doen. Dat je als voetbalster ook die volgende stap kan zetten. Tegenwoordig zijn er twaalf eredivisieploegen waar ze terechtkunnen. Het begon met zes eredivisieclubs, maar het begint zich dus uit te breiden.”
Hoe en wanneer was je voor de eerste keer in Utrecht?
“Dat was als klein meisje. Toen ging ik hier winkelen met mijn ouders. Als we door Hoog Catharijne liepen, vond ik het daar altijd een beetje vies en oud. Dat heb ik in de loop der jaren helemaal zien veranderen.”
Wat mist Utrecht?
“Het vrouwenvoetbal op Eredivisieniveau, maar dat is er bijna…”
Wat is je lievelingswinkel in Utrecht?
“Ik vind dat Hoog Catharijne behoorlijk goed is aangepakt. Als ik daar nu loop, word ik daar heel blij van. Het is een grote aanwinst voor de stad.”
Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?
“Ik vind met z’n allen het WK Voetbal in de kroeg kijken altijd heel bijzonder. De sfeer is dan altijd goed. Ook speelde mijn broer vroeger toen hij 18 was twee jaar bij FC Utrecht. Als er gescoord werd, hoorde je altijd hetzelfde liedje: La Cucamarcha. En nog steeds. Die blijft me altijd bij. Als ik dat nummer nu hoor, zie ik mezelf als jong meisje weer op de tribune bij de wedstrijden van mijn broer zitten. Ik word gelijk blij als ik het hoor.”
Waar ben je trots op als Utrechter?
“Op de mentaliteit die hier heerst: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg en lekker werken voor je centen. Het sluit aan bij wie ik ben. Gewoon doen, hard werken en dan kom je er wel.”
Utrecht is…
“…is een gezellige stad, met mooie grachten en veel gezelligheid.”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.