Gerard Oonk, medeoprichter en voormalig directeur van de mensenrechtenorganisatie Landelijke India Werkgroep (LIW), heeft daar een boek over geschreven: Een Berg Verzetten – veertig jaar vechten voor mensenrechten in India. Na een reis door het land in de jaren 70 is hij zich er altijd voor blijven inzetten. Tussen 1978 en 2018 werkte hij voor de LIW, nu Arisa. Hij werd door burgemeester Sharon Dijksma benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn inzet voor de LIW voor “het pionierswerk dat hij verricht(te) op het gebied van bestrijding van kinderarbeid, uitbuiting van arbeidskrachten in ontwikkelingslanden en de positie en behandeling van de Dalits (kastelozen) in India”. We vroegen Gerard hoe het was om een lintje te krijgen en waar hij trots op is als Utrechter.
Het boek gaat over de inzet en resultaten van de LIW tegen misstanden als kinderarbeid, onverantwoord ondernemen en andere schendingen van mensenrechten in India. Waarom wilde je dit boek schrijven?
“Toen de club vorig jaar veertig jaar bestond, vroegen ze mij om een artikel. Dat heb ik geschreven en dit dijde uit tot een boek. Ik wilde de hele geschiedenis vastleggen. Zoiets schrijven geeft jezelf ook weer nieuwe inzichten. Het boek is een van de weinige geschiedenissen over internationaal verantwoord ondernemen. Het is mooi om te zien dat je vanuit een nulpunt tot aan wetgeving komt die er nu gewoon ligt. Je ziet beter wat je over een aantal jaar hebt bereikt. En misschien hebben anderen die zich met deze onderwerpen bezighouden er nog wat aan.”
In het boek wordt ook verwezen naar de bestrating van het Vredenburg met graniettegels uit de hele wereld, mogelijk gemaakt met kinderarbeid. Wat schrijf je daarover?
“We wilden toen weten waar die graniettegels vandaan kwamen. Dat bleek helemaal niet duidelijk. Allerlei bedrijven kwamen met verhalen over certificaten, die in onze ervaring vaak flinterdun zijn. Verder noem ik dat de gemeente Utrecht zich nooit heeft aangesloten bij TruStone: een initiatief van de Nederlandse en Vlaamse natuursteensector met de overheid, ngo’s en vakbonden voor verantwoorde productie en inkoop van natuursteen. Als je samen wat opzet, kan je bijdragen aan verbetering. TruStone is zo’n samenwerking, maar ook het kledingconvenant voor een duurzamere productieketen.”
Hoe was het om een lintje te krijgen?
“Onverwacht, maar leuk. Het is toch een uiting van maatschappelijke waardering. Ook is het leuk om te horen hoe mensen van andere organisaties met wie ik samenwerkte tegen je aankijken. Dat was ontroerend. Met name de Indiase organisaties. Met lokale organisaties samenwerken is cruciaal. We zijn daar niet als een missionaris bezig, maar steunen lokale initiatieven. We zetten ons in voor organisaties die kinderarbeid en uitbuiting bestrijden en hen perspectief geven met een goede basisschoolopleiding en betere lonen voor volwassenen. Daarop spreken we Nederlandse bedrijven en de regering aan. Zo staat sinds 2010 in de Indiase wet dat elk kind de kans moet krijgen om naar school te gaan. Het was geweldig om daaraan mee te werken en zulke dingen internationaal aan te kaarten. Nederland steunt dit soort initiatieven nu. Dat gaat niet vanzelf: je moet hardnekkig zijn en volhouden. Dan krijg je uiteindelijk echt verandering voor mensen daar voor elkaar.”
Wat is je na al die jaren bij de LIW bijgebleven?
“Ik heb de inzet van de mensen bij verschillende Indiase organisaties altijd bewonderd. Dat is de enige basis waarop ook wij ons werk konden doen. Zij roeien vaak tegen de stroom in, maar veel organisaties gaan toch door om de situatie van mensen te verbeteren. Dat gaat niet vanzelf. Ook bedrijven en de overheid vegen ongemakkelijke waarheden en grote problemen vaak onder de tafel, maar je moet ze bespreken om er wat aan te kunnen doen, zoals aan de achtergestelde positie van 200 miljoen Dalits ofwel kastelozen.”
En waar drink je het lekkerste biertje in Utrecht?
“Bij Springhaver. Daar kom ik al sinds de opening in 1978. Je kunt er een gesprek voeren zonder te harde muziek en de sfeer is goed. Ik neem er vaak mensen uit het buitenland mee naartoe, vrienden, maar ook mijn gezin. Springhaver ligt in een van de mooiste straten, omdat die zo kronkelig loopt. Als je er fietst, heb je steeds een ander uitzicht.”
Waar ben je trots op als Utrechter?
“Het is een progressieve stad die steeds meer voor fietsers, groen en voetgangers doet. Ook komen er mooie plekken bij die zich buiten het centrum ontwikkelen. Het maakt me blij om te zien dat de stad groeit en er een poging wordt gedaan om het wel een stad op menselijke maat te houden.”
Wat was het beste optreden dat je ooit in Utrecht gezien hebt?
“Dat was Pokey Lafarge in TivoliVredenburg. Daar ging ik met mijn zoon heen. Het is een band die speelt in de jaren 30 traditie, maar toch rockt en swingt. Ik ga ook graag elk jaar naar Ramblin Roots: een americana en roots festival in TivoliVredenburg.”
Wat is je grootste ergernis aan Utrecht?
“De vele woest rondrijdende bezorgers en opgevoerde e-bikes. Je voelt je er toch wat minder veilig door op straat.”
Utrecht is…
“…een stad die, als een oude jas, heel goed bij mij past.”
Het boek Een Berg Verzetten is online gratis te lezen via www.eyesonindia.nl.
2 Reacties
ReagerenWaarom moet iedere weldoener toch een boek schrijven?” Doe wel en zie niet om” is een goed Nederlands spreekwoord.
@Janah, goed boek waar andere weldoeners weer van kunnen leren en kennis op te doen en van fouten te leren.
idem dito waarom véél andere mensen boeken schrijven, dat is om kennis over te dragen.
Vroeger voor het schrijven, ging dat mondeling van generatie tot generatie.
Er zijn trouwens ook massa-moordenaars, die boeken geschreven hebben en het helemaal met je stelling eens zijn “Doe wel en zie niet om”
(* Het boek is trouwens gratis en heeft intressante onderwerpen/hoofdstukken, waar je niet elke dag bij stil staat)