Lizet van Ewijk (37) is door Hogeschool Utrecht (HU) benoemd tot Onderzoeker van het Jaar. Voor het eerst werd deze prijs uitgereikt tijdens het Onderwijs & Onderzoek Festival eind januari. Van Ewijk is hogeschoolhoofddocent en logopedie is haar expertise. Ze promoveerde aan de Universiteit Utrecht en werkte daarnaast als logopedist. Nu staat ze niet alleen met veel plezier voor de klas bij de HU, ook houdt ze zich bezig met onderwijsontwikkeling en doet ze natuurlijk veel onderzoek. Met name naar goede communicatie met mensen met niet-aangeboren hersenletsel, bijvoorbeeld door een beroerte, MS of Parkinson. We vroegen Lizet met welk onderzoek ze nu bezig is en wat haar mooiste herinnering is aan de stad.
In 2014 was je finalist voor Docent van het Jaar. Hoe ben je genomineerd voor de prijs Onderzoeker van het Jaar?
“De prijs voor Docent van het Jaar bestaat al een tijdje, maar deze nieuwe prijs laat ook de andere taak van de hogeschool zien: kennis ontwikkelen door praktijkgericht onderzoek. Het was belangrijk dat je liet zien hoe zichtbaar je bent in het onderwijs, de wetenschap en de praktijk. Stel dat ik niet was doorgegaan naar de finale, dan was het alsnog een groot compliment. Blijkbaar is wat ik doe inspirerend voor anderen. En het blijkt dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is om onderwijs, onderzoek en de praktijk te vervlechten. Het is breder dan veel mensen denken. Ook hebben andere opleidingen nu een beter beeld van wat wij als logopedisten doen. Dat alleen al is heel fijn.”
Wat vind je zo leuk aan dit vakgebied?
“Neem eens een vakantieland in gedachten waarvan je de taal niet machtig bent, je kent hooguit een paar woordjes. En stel je voor dat je in dat land je beroep moet uitoefenen. Van de een op de andere dag ga je daar werken, maar ook je partner spreekt opeens alleen die taal. Je moet ook ruziemaken in die taal, je kinderen opvoeden. Dat is wat mensen die bijvoorbeeld een beroerte krijgen overkomt. Hun eigen taal wordt zodanig kapotgemaakt dat ze zo’n ervaring hebben. Dat heeft zo’n impact op de rest van je leven. Het herstellen van in ieder geval de interactie, want de taal kunnen we nooit helemaal terugbrengen, dat is waar we het voor doen.”
Met welk onderzoek ben je op dit moment bezig?
“Eén van de projecten is om zorg- en sociaal welzijnsopleidingen meer samen te laten werken. Vragen en klachten van patiënten zijn bijna nooit specifiek voor één vakgebied. Mensen hebben meestal klachten of hulpvragen die te maken hebben met een beperking die ze ervaren in hun dagelijks leven. Zoals iemand die zijn werk voor de klas niet goed meer uit kan voeren, omdat diegene erg hees wordt en keelpijn krijgt. Een logopedist zou hierbij kunnen helpen, maar het kan ook goed zijn dat stress bijdraagt aan het probleem. Hulp van een sociaal werker of psycholoog kan daarom ook zinvol zijn. Zoiets wil je dan het liefst integraal aanpakken. Iedereen heeft wel zo’n verhaal dat je van de ene specialist naar de ander wordt gestuurd. Dat moet toch veel efficiënter kunnen.”
Wat is je lievelingsplek in Utrecht?
“Ik zat op kamers bij een hospita bij het Wilhelminapark. Op de derde verdieping met vier andere studenten. Kan je nagaan hoe groot die huizen zijn. Daar ben je je niet van bewust, omdat je net komt kijken in de stad. Ik had uitzicht op het Wilhelminapark. Dat blijft toch een van mijn favoriete plekken, met name in de zomer als iedereen lekker tai chi staat te doen, pizza bestelt of aan het barbecueën is.”
En waar drink je het lekkerste drankje in Utrecht?
“Rubens Proeflokaal op de Nieuwegracht. Het is heel klein, maar daar kan je zo ongelofelijk lekker wijn drinken en bijpassende hapjes eten. En gewoon lekker kletsen; hele avonden zitten. Er hangt een goede sfeer. De eigenaar heeft verstand van zaken en staat heel relaxt in het leven. Verder kan je in daar in de buurt natuurlijk heerlijk wandelen door alle steegjes.”
Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?
“De Utrechtse Introductie Tijd (UIT), die van mezelf en die twee jaar later. De UIT was mijn eerste introductie van de stad. De manier waarop je dan als guppy binnenkomt en je toch al snel thuis voelt, vond ik heel fijn en ook wel uitzonderlijk. Je voelt je zo snel welkom. De UIT twee jaar later deed ik mee als mentor, samen met degene die inmiddels de vader van mijn kinderen is. Na die week was het dikke mik. Daar pluk ik dus nog dagelijks de vruchten van.”
Utrecht is…
“… een stad waar mensen oprecht geïnteresseerd zijn in elkaar en oog hebben voor: hoe kunnen we het samen beter doen?”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.