De Utrechtse Marc Nijholt werd drie jaar geleden in één klap wereldberoemd door zijn interview met de paus voor het Straatnieuws. Hij mocht namens de Utrechtse daklozenkrant als eerste Nederlands medium de paus spreken en koppelde zo de HEMA aan de Oudegracht eventjes aan Rome’s pracht: het Vaticaan. Vandaag de dag is Nijholt nog steeds bij de HEMA te vinden, met het Straatnieuws in z’n hand.
Wat maakt dat je vier jaar lang al met zoveel plezier het Straatnieuws verkoopt?
“Ik sta al sinds het begin bij de HEMA aan de Oudegracht, een ontzettende leuke plek midden in het centrum. Mooier kan niet, toch? Daarnaast is het voor mij als dakloze lastig een andere baan te vinden. Het Straatnieuws geeft mij een zinvolle dagbesteding; het brengt me onder de mensen en houd me lekker bezig.”
Denk je nog vaak terug aan het interview met de paus?
“Best vaak. De paus vertelde me dat hij een schilderij van Maria die het lint ontknoopt overal mee naartoe neemt, dat heeft indruk op mij gemaakt. Ik zal de rozenkrans die ik van de paus heb gekregen ook nooit weg doen. Nog verbazingwekkend vaak vragen mensen op straat hoe mijn gesprek met de paus was. Dat vind ik wel leuk.`
Wat is de belangrijkste les die je hebt geleerd in de tijd dat je dakloos was?
“Zorg goed voor jezelf en kijk uit met wie je in zee gaat. Niemand in dat wereldje is te vertrouwen. Mijn vertrouwen komt langzaam weer terug nu ik een stabiel leven heb. Dat ik een dak boven mijn hoofd heb, kan ik ook enorm waarderen.”
Welke voorziening mist er volgens jou voor de dak- en thuislozen in Utrecht?
“Het grootste deel van mijn daklozenperiode verbleef ik in Zwolle. Daar waren nul voorzieningen; ik leefde op straat en sliep in portieken en parkeergarages. In Utrecht had je Hoog Catharijne dat verlicht en verwarmd was – ook ’s nachts. Toen het voor ons verboden werd daar te zijn, werd er voor voldoende opvangplekken geregeld. De opvang in Utrecht heb ik zo altijd heel goed ervaren.”
Oudste herinnering aan Utrecht
“Ik ben in 1964 in Hoograven geboren, en weet nog dat er tijdens mijn jeugd weilanden lagen op de plek waar nu Lunetten is.”
Tot rust komen
“’Dat doe ik het liefst ’s avonds op de bank met mijn vrouw. Dan voel ik me gewoon gelukkig. Op 15 januari zijn we getrouwd en ik wil haar voor geen goud meer kwijt.”
‘Tijdens Koningsnacht in Utrecht geniet ik van de mensen om me heen’
Lekkerste biertje
“Bij Café Ledig Erf. Het Ledig Erf vind ik een fijne plek. Lekker aan de rand van het centrum. Er komt een divers publiek.”
Mooiste herinnering
“Die keer dat ik boven op de Domtoren stond en over de hele stad uitkeek. Dat was lang geleden tijdens het kinderfeestje van een schoolvriendje. Dankzij wat uitleg kon ik mijn geboortehuis in Hoograven zien. Geweldig vond ik dat.”
Leukste avond
“Omdat ik de hele dag al in de stad ben, blijf ik ’s avonds het liefst thuis. Koningsnacht is een van de weinige avonden dat ik nog wél in de stad te vinden ben. Ik ga dan van bandje naar bandje en van podium naar podium. Ik ga niet verkleed, maar geniet van de mensen om me heen.”
Utrecht mist…
“…eigenlijk niets. Het is voor mij een complete stad.”
Trots als Utrechter
“Ik ben trots op de oude binnenstad én de verbouwing van het stationsgebied. Ik vind de oude binnenstad ondanks de enorme groei van Utrecht knus en gezellig gebleven. Het stationsgebied wordt een toffe toegangspoort van de stad, dat naar mijn idee goed samengaat met het oude gedeelte.”
Inspiratie
“Inspiratie en vrede krijg ik ik in de zomer aan de Oudegracht, met een biertje en een broodje. Ik hoef niet per se op een terrasje te zitten – als ik maar lekker aan het water zit.”
Favoriete Utrechter
“Henk Westbroek, denk ik. Ik ken hem persoonlijk niet, maar vind zijn liedjes erg leuk. En Claudia de Breij vind ik ook heel goed. Ze weet waar ze over praat en heeft humor. Haar oudejaarsconference vond ik knap gedaan. Ik zou haar graag een keer willen ontmoeten.”
Grootste ergernis
“Ik stoor me erg aan de bedelaars in de binnenstad. Dan heb ik het niet over de Utrechtse bedelaars, maar die van buiten de stad komen, of buiten Nederland. In de zomer liggen de straten letterlijk vol met mensen die om geld bedelen. Dat is in Nederland in principe verboden, maar Utrecht knijpt een oogje toe. Ik vind dat ze dat niet zouden moeten doen.”
Droomhuis
“Als ik mocht kiezen: een huis aan de Oudegracht met een mooie werfkelder.”
Utrecht is…
“…de mooiste stad van Nederland, waar een hoop kan en gebeurt.”
2 Reacties
ReagerenTja dat bedelen is een lucratieve bezigheid. Levert twee á driehonderd euro per dag op. Niet dat de bedelaars er zelf iets aan hebben, want op het eind van de dag moeten ze het meteen inleveren.
Van dat geld laat de zigeunerkoning een protserig landhuis bouwen:
https://www.google.nl/search?q=gypsy+palace&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwj19cW27ZvaAhWGtRQKHe-EBZYQ_AUICigB&biw=1491&bih=895
Top! Gozer