Allemaal Utrechters is een reeks interviews met in het buitenland geboren Utrechters. We vragen hen naar hun achtergrond en hun ideeën over Utrecht en tonen zo de diversiteit van onze stad. De reeks ‘Allemaal Utrechters’ is een samenwerking van DUIC en Culturele Zondagen, mogelijk gemaakt door Stichting Dialoog en Gemeente Utrecht. We streven ernaar alle Utrechtse nationaliteiten te portretteren. Deze keer: Monir Goran (41) uit Irak.
Paspoort
Naam: Monir Goran
Geboortedatum: 12-09-1975
Plaats: Kirkoek
Land: Irak
Levensmotto: ‘Let it be’
“In Nice zag ik allemaal blote mensen op het strand liggen. Een surrealistisch gezicht als je uit rechtstreeks een oorlog komt”, vertelt Monir Goran. “Onder een stranddouche kon ik mezelf na anderhalve week weer eens wassen.” Hij was ruim een jaar eerder uit Irak gevlucht. Eerst met een vals paspoort naar Jordanië, om vanuit daar naar Italië gesmokkeld te worden. Hij had eerst geprobeerd vanuit Libië naar Europa te vluchten, maar zijn smokkelaar werd opgepakt door Kadhafi.
Monir groeide op in een gezin waar muziek, politiek en literatuur centraal stonden. Thuis werden ABBA en Beethoven gedraaid. Monirs ene broer ontpopte zich tot maestro, zijn vier zussen en drie andere broers tot muzikanten. “We speelden toen we klein waren altijd een orkest na”, lacht Monir. Zo kreeg hij voor het eerst de ‘oed’ in zijn hand, het snaarinstrument dat hij daarna nooit meer los zou laten.
Een minderheid
Monirs familie is van Koerdische afkomst. Saddam Hoessein was aan de macht, dus Arabieren hadden de autoriteit. “Wij golden als een minderheid in Irak. Je moest als Koerd je best doen om bij de maatschappij te horen.” Monir wilde graag zijn passie volgen en muziek studeren. Maar het regime bepaalde wat je moest studeren, dus werd het een studie oliekunde. Later volgde hij zelf nog een tweede studie: fine arts in Mosoel, een Koerdische stad. Hij werd niet toegelaten tot de academische opleiding muziek in Bagdad. “De hoofdstad was het gezicht van het land; Koerden mochten er niet in.”
Twee van Monirs broers werden actief in de Koerdische oppositie van Irak. “Ik moest me wekelijks melden bij de Veiligheidsdienst; die wilde weten waar mijn broers waren.” Eén broer schreef kritische stukken over Hoessein, wat hem een bedreiging maakte voor de dictator. En Monir sloot zich aan bij een bond van kunstenaars: dichters, schrijvers, schilders en muzikanten uit allerlei etnische groepen. “Alle intellectuelen waren een gevaar voor het regime, dus ik ook.” Veel vrienden werden opgepakt. Monir moest met zijn familie vluchten. Ze konden niet tegelijkertijd Irak verlaten, dat was te duur. Dus vertrok Monir alleen naar Jordanië, met als eindbestemming Denemarken. Vanuit Jordanië kwam hij met de boot aan in Italië, bij de stad Lecce. Via Frankrijk bereikte hij Nederland, wat uiteindelijk ook zijn eindbestemming werd omdat daar de rest van zijn familie terecht was gekomen.
Eén keer ‘hoe gaat het?’
De eerste woorden die hij leerde in het Nederlands waren: ‘Eenmaal ticket, alstublieft’. Dit zei hij tegen de buschauffeur die hem Maastricht en dus Nederland binnenbracht. Monir trok in bij zijn broer in Overvecht-Noord, kocht een fiets en leerde Utrecht kennen. “Ik kwam vaak bij ’t Hoogt, een alternatief café waar ik veel mensen heb ontmoet. Ook mijn vrouw”, glimlacht hij. Monir dacht de westerse normen en waarden wel te kennen, maar leerde toch nog veel bij. “In Irak vraag je altijd ‘Hoe gaat het?’ als je iemand ziet, ook als diegene vijf minuten weg is geweest. In Nederland is die vraag één keer per dag genoeg. Ook is vijf uur hier vijf uur, en niet vijf over vijf.”
Inmiddels is Monir vader van twee dochters: Solien en Lara, namen die in het Koerdisch bloemknopje en tarwebloem betekenen. Elke dag loopt hij naar de Oudegracht om de bruggen en de bootjes te bekijken. “Een beetje staren en dan weer terug.” Bij aankomst in Nederland was hij ontworteld, hij zat met zijn hoofd nog in Irak. Nu heeft hij zijn kinderen en familie om zich heen. En zijn muziek. “Een beetje rust.”
Jezelf of iemand anders aandragen voor een interview kan! Mail naar redactie@duic.nl.
1 Reactie
ReagerenHi Mounir,
leuk dat je in de duic staat!
grt,
Monique en Arend