Mediawetenschappen prof. dr. José van Dijck van de Universiteit Utrecht heeft een NWO-Spinozapremie gewonnen. De Spinozapremie is de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland en bedraagt 2,5 miljoen euro.
De universiteitshoogleraar Media en digitale samenleving is een ‘topspeler’ in haar vakgebied. Ze onderzoekt de invloed van digitale platforms, data en algoritmes op de democratie. Met haar onderzoeken laat ze zien dat het belangrijk is om kritisch te blijven kijken naar die invloed.
Volgens de Spinozacommissie heeft het werk van Van Dijck een grote impact op de maatschappij. Naast de onderzoeken, leidt ze regelmatig als deskundige het debat over het gebruik van digitale middelen. Onder andere over de corona-apps of de toekomst van ons medialandschap.
‘Prachtige impuls’
“Ik ben buitengewoon vereerd met en aangenaam verrast door deze prijs”, zegt José van Dijck. “Het is een prachtige impuls voor het interdisciplinaire onderzoek dat we met Utrechtse collega’s uit mediastudies, bestuurskunde, rechten en informatica doen op het gebied van de digitale samenleving.”
Van Dijck wil met de Spinozapremie het onderzoeksgebied over ‘beleid in de digitale samenleving’ versterken met jonge onderzoekers: “Het draait nu twee jaar en begint al veel vruchten af te werpen. Zo werken we samen met de Utrecht Data School aan verantwoorde data-praktijken voor overheidsinstanties en ontwikkelden de Ethische Data Assistent (DEDA) voor overheden. Deze assistent helpt bij het beantwoorden van ethische vraagstukken rondom data-projecten.”
Teamspeler
José van Dijck (1960) is sinds 2017 universiteitshoogleraar Media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht. Haar onderzoek gaat over media, sociale media en mediatechnologieën. Van 2015 tot 2018 was ze de eerste vrouwelijke president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
Rector magnificus prof. dr. Henk Kummeling noemt Van Dijck een ‘teamspeler en bruggenbouwer’: “Het is een feest om José in onze universiteit te hebben. Ze is natuurlijk een ster in haar vakgebied, maar ze zoekt als vanzelfsprekend de verbinding met andere disciplines.”
1 Reactie
ReagerenGefeliciteerd !