‘De Utrechtse Onderwijs Agenda (UOA) is uniek!’ Dat stelde wethouder onderwijs Jeroen Kreijkamp vorige week woensdag  tijdens een bijeenkomst op De Uithof. Daar maakten zo’n 150 leraren, welzijnswerkers, beleidsmedewerkers, gemeenteambtenaren en lerarenopleiders de balans op van twee jaar UOA. Ondanks de grote verschillen in de populatie van Utrechtse leerlingen en een grote variëteit aan onderwijsvoorzieningen ziet Kreijkamp vorderingen in de aanpak.

Aanpak opvoedingscultuur
Onder het motto ‘Meer kansen voor Utrechts Talent’ werkt de UOA binnen de gemeente Utrecht aan een hogere standaard van Nederlandse taalbeheersing op alle onderwijsniveaus, een hogere doorstroming naar het vervolgonderwijs, minder gesegregeerd onderwijs en een hogere professionaliteit van de Utrechtse leraar. In totaal zeven werkgroepen zetten zich daarbij in voor het realiseren van deze doelen. Met de UOA wil Utrecht een opvoedingscultuur ontwikkelen waarin thuis, school en de buurt om de leerling heen staan. Dat vraagt om een agenda die gericht is op goed onderwijs aan kinderen in een achterstands- en/of probleemsituatie én een agenda die talent in de breedte adresseert.

Veel verschillen
Geen eenvoudige taak in een stad met grote verschillen in de populatie van Utrechtse leerlingen en  een grote variëteit aan onderwijsvoorzieningen. Zo zijn er 41 VVE-locaties; 105 basisschoollocaties (waaronder 47 vroegscholen); 3 SBO-scholen; 19 locaties voor voortgezet onderwijs; 10 locaties voor (voortgezet) speciaal onderwijs; 2 Regionale OpleidingenCentra en 2 vakcolleges; 7 Hogescholen en 4 universiteiten. Op een bevolking van rond de 300.000 inwoners zitten ruim 27.000 leerlingen in het primair onderwijs; 10.000 leerlingen in het voortgezet onderwijs; heeft het MBO ruim 28.000 deelnemers, de hogescholen zo’n 42.000 studenten en de universiteiten rond de 30.000. Gezamenlijk genieten in de stad zo’n 137.000 kinderen/jongeren onderwijs. Rond de 20.000 inwoners van de stad vallen in de leeftijd tussen de 0-4 jaar.

Uniek in Nederland
Desondanks ziet wethouder onderwijs Jeroen Kreijkamp na twee jaar UOA vorderingen. In een artikel over de bijeenkomst op onderwijsweb.hu.nl, stelt hij: ‘Ik zie voortgang op bijvoorbeeld het terrein van voor- en vroegschoolse educatie en professionalisering. Betere samenwerking, korte lijnen, sneller kunnen schakelen om veranderingen en verbeteringen aan te brengen. Voor de kwaliteit van onderwijs is het belangrijk dat iedereen die daaraan werkt dat gezamenlijk doet: zo versterken we elkaar en kunnen we sneller van elkaar leren. In Utrecht hebben we iedereen die hieraan werkt, van de voorschool tot en met de universiteit, bij elkaar, inclusief welzijnsorganisaties en kinderopvang. Dat is bijzonder en uniek in Nederland’, stelt Kreijkamp.

Bijzonder vindt de wethouder ook de inzet vanuit Hogeschool Utrecht in alle werkgroepen. ‘Ik waardeer dit zeer. Ik zie ook dat daar voortgang in zit: de hogeschool levert een bijdrage vanuit haar kennis en verwerkt dat weer in haar onderwijs. Mooie voorbeelden daarvan zijn onder andere de werkgroepen ‘Het Jonge kind’, ‘Brede school’ en ‘Burgerschap’. Ik hoop dat de HU dit blijft doen en dat we nog meer resultaten zullen zien in de komende jaren.’