In het kader van het project Biodiversiteitscompensatie is een start gemaakt met de opzet van een duurzame en efficiënte keten voor de blaarkop, een bijna vergeten Oudhollands ras. Dat blijkt uit een artikel op www.agriholland.nl. Inmiddels wordt het vlees van de blaarkop verwerkt tot hamburgers, biefstukjes, ossenworst en gehaktballen. Ook wordt gewerkt aan de introductie van blaarkopkaas. De verwerking van het vlees gebeurt door Ruitenburg in Utrecht.

Binnen het project Biodiversiteitscompensatie onderzocht de Kruidenier Groep, een Rotterdamse groothandel voor de horeca, catering en zorg, samen met Vlees- en Vleeswaren bedrijf Ruitenburg de impact van rundvleesproductie op biodiversiteit en kreeg vanuit de betrokken ministeries als idee de blaarkop aangereikt. De blaarkop is een zogenaamde ‘dubbeldoelkoe’, geschikt voor zowel vlees- als zuivelproductie. De sterke punten van deze koe zijn de soberheid, de hoge zelfredzaamheid, de lage veterinaire kosten en een goede vleeskwaliteit. Door haar robuustheid kan de blaarkop goed functioneren in een sobere omgeving en biedt ze mogelijkheden voor duurzaam beheer van het landschap. De blaarkop komt tegemoet aan veel wensen ten aanzien van duurzaamheid, biodiversiteit en maatschappelijk verantwoord ondernemen. De koe biedt daarom perspectief voor veehouders met een bedrijfsvoering die gericht is op natuur of multifunctionele landbouw. De veestapel telt momenteel zo’n 1.500 dieren. Er worden nu 14 tot 18 dieren per week geslacht, voornamelijk ossen.

Het verwerken van het vlees gebeurt bij Ruitenburg, één van de vier ketenpartners in het project waaraan de Rijksoverheid inmiddels geen deel meer neemt. Ruitenburg is een begrip in Utrecht. Begonnen als slagerij in Tuindorp is het bedrijf in dertig jaar uitgegroeid tot een gespecialiseerd vlees en vleeswarenbedrijf.