De verhalen gaan soms nog rond, maar volgens een groot internationaal onderzoek is er geen verband tussen het gebruik van de mobiele telefoon en het risico op hersentumoren. Voor het onderzoek werd het telefoongebruik van meer dan 250.000 personen uit verschillende landen onderzocht. Wetenschappers uit Utrecht leidden het onderzoek in Nederland.
“We hebben informatie verkregen over daadwerkelijk telefoongebruik via providers en konden zeer gedetailleerd telefoongebruik van gebruikers over een lange tijd reconstrueren”, zegt professor Roel Vermeulen van de Universiteit Utrecht.
Het wijdverbreide gebruik van mobiele telefoons en andere draadloze communicatiemiddelen heeft geleid tot zorgen dat de elektromagnetische straling en radiofrequentie van mobiele technologieën kanker en andere ziekten kan veroorzaken.
De WHO en de EU hebben daarom opgeroepen om studies hiernaar te doen. 20 jaar geleden ging het onderzoek van start, waar de Utrechtse wetenschappers onderdeel van zijn. Er werd aangetoond dat ‘degenen die de meeste uren getelefoneerd hebben geen hoger risico lopen op het ontwikkelen van een hersentumor dan anderen’.
Over het onderzoek
Tussen 2007 en 2013 hebben een groot aantal mensen in Denemarken, Finland, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk vragen beantwoord over hun mobiele telefoongebruik. Bovendien werd informatie over gespreksduur verkregen van providers.
Vervolgens werden de deelnemers gevolgd in kankerregistraties om eventueel nieuw ontwikkelde hersentumoren te ontdekken. Er werd geen verschil gevonden tussen mensen die hun mobiele telefoon veel gebruikten ten opzichte van de mensen die de telefoon aanzienlijk minder gebruikten.
6 Reacties
ReagerenDeze discussie herinner ik me levendig uit de jaren 90, toen de GSM providers begonnen. 250.000 mensen in verschillende landen volgen is een niet heel grote groep voor een dergelijk laag en lastig in te schatten risico.
Telefoonnetwerken passen het zendvermogen van de individuele telefoon aan op basis van de ontvangen signaalsterkte van die telefoon op het basisstation. In een klein en dichtbevolkt land als Nederland zullen de resultaten mede daardoor vermoedelijk gunstiger zijn.
Omdat NL veel bellers per vierkante kilometer heeft, staan er in NL mogelijk relatief meer steunpunten op gebouwen. Daardoor lijkt me de gemiddelde afstand tot het steunpunt kleiner en dus vaak het zendvermogen. Dit zendvermogen zal invloed hebben op de vorming van kanker/afwijkingen. Ook zijn de buitengebieden in NL kleiner waardoor ook daar de telefoon minder zendvermogen nodig heeft.
Wat niet wil zeggen dat hands-free bellen, zonder oortjes, je hoofd ontziet. In theorie komt daar je hand voor terug, maar die lijkt me minder kwetsbaar. Interessant is het aantal gebelde minuten. Dat heeft een relatie met de richting hoofd gegane straling.
Tja, wie is er langer van stof? Een Nederlander of een Fransman…..
Goed om te weten… 🥱
@Adriaan. Is de samenvatting van uw reactie: ik heb het onderzoek of het artikel niet gelezen, maar ik weet het beter? Ze *hebben* in verschillende landen gemeten, en *hebben* gespreksduur meegenomen in hun analyses. Een steekproef van 250.000 was niet genoeg want ze hadden u niet gevraagd?
@Adriaan u heeft wel eens gehoord van een representatieve steekproef?
@Le coq sportief
Het gaat juist om de representativiteit van die steekproef.
@KH En wat zijn de redenen om daaraan te twijfelen? Staat er iets raars in het onderzoek?