Honderd jaar geleden bevond zich in het gebouw waar nu de afdeling Bestuurs- en Organisatiewetenschappen (USBO) van de Universiteit Utrecht zit het Physisch Laboratorium. Op aandringen van niemand minder dan Buys Ballot werd dat laboratorium in 1875 gebouwd om ruimte te bieden aan het toenemende aantal studenten natuurkunde in die tijd. In 1922 werd het uitgebreid, waarbij Bijlhouwerstraat 6 en 8 werden samengevoegd.
Buys Ballot was zoals bij velen bekend een meteoroloog en had eigenlijk niet zoveel met de experimentele natuurkunde. Toch drong hij in 1868 al aan op de bouw van een nieuw natuurkundig laboratorium voor wat toen nog de Rijksuniversiteit Utrecht heette. Het nieuwe laboratorium was nodig omdat er eind negentiende eeuw een forse toename was van het aantal studenten natuurwetenschappen aan de universiteit. In 1875 werd het laboratorium in samenwerking met Rijkswaterstaat gebouwd aan de Bijlhouwerstraat.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Uitbreiding
Ook het nieuwe laboratorium van Buys Ballot werd al snel te krap, waardoor er uitbreiding nodig was. Onder leiding van de toenmalige directeur, dr. Leonard Salomon Ornstein, werd in 1922 een aanbouw gemaakt. Hiermee werden de Bijlhouwerstraat 6 en 8 samengevoegd.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Ornstein zou later tijdens de Duitse bezetting de toegang ontzegd worden tot zijn eigen gebouw omdat hij Joods was. Nog geen jaar later stierf aan een hartkwaal. Studenten en collega’s waren enorm aangedaan door het lot van Ornstein.
Johannapolder
Door de toeloop van steeds meer studenten natuurkunde en een steeds verdere specialisatie van de opleiding verhuisde de faculteit Natuurkunde tussen 1963 en 1973 naar de wat toen nog de Johannapolder heette, later de Uithof werd genoemd en nu bekend staat als het Utrecht Science Park.
Daarna heeft het gebouw dienstgedaan als tijdelijk onderdak voor verschillende afdelingen van de universiteit. In 1998 werd de afdeling Bestuurs- en Organisatiewetenschappen opgericht. Hoogleraren en oprichters Mark Bovens en Paul Verweel wilden graag een kleinschalige opleiding met een eigen gebouw. Zo kwam de Bijlhouwerstraat 8 in beeld. Sinds 2000 zit de afdeling op deze locatie.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Toekomst
Inmiddels is ook de afdeling Bestuurs- en Organisatiewetenschappen zodanig gegroeid dat het gebouw enigszins uit zijn voegen begint te barsten. Zodoende is er nu een discussie gaande of ook de USBO ergens anders ondergebracht moet gaan worden. De toekomst zal uitwijzen wat voor bestemmingen het monumentale pand aan de Bijlhouwerstraat nog gaat krijgen.
5 Reacties
ReagerenHet USBO kan beter lekker blijven zitten. Mooi plek, niet in een uithoek. De opleiding kan groeien qua studenten en medewerkers maar sinds corona is een werkplek niet langer de plek van de werkgever en colleges nog al eens online. Geld in de pocket voor inhoudelijke verbeteringen/veranderingen/verbreding.
Een extra uitbreiding van het ”Physisch Laboratorium” heeft nog plaats gevonden eind jaren vijftig vorige eeuw. Toen is onder het park aan de Singelzijde een grote ruimte uitgegraven om een kernfysische versneller te plaatsen. Voor het bouwen is gesondeerd of er nog resten van de oude stadsmuren onder zaten. Daarbij werd niets gevonden, maar bij de bouw bleken er die wel te zijn wat een lelijke tegenvaller was. Er is nog tot eind jaren zestig met de versneller kernfysisch onderzoek gedaan. Een flinke laag aarde bovenop deze kelder en daar bovenop het park weer terug zorgde ervoor dat de gebruikers van de parkbankjes geen straling op liepen. De versneller zelf is eerst naar de Uithof en daarna na het universiteitsmuseum gegaan. In de tijd van de bestuurswetenschappen stond de overigens best grote ruimte leeg zag ik tijdens een open monumenten dag.
Er is ooit naast het samenvoegen van de panden ook een verdieping toegevoegd.
@Joop: heel goed, daar heeft de UU vast nog niet over nagedacht. Er lopen daar zo weinig mensen rond die zo lang doorgeleerd hebben als jij…
Mijn vader heeft daar in WO II nog als onderzoeker gewerkt. IK heb er nog documenten over, als ik mij niet vergis. Moet er altijd weer aan denken als ik er langskom.