Het onvoldoende aantoonbaar testen van een veiligheidsprocedure is de reden voor het stilleggen van de BASF-fabriek in Vleuten-De Meern eind vorige week. Dat blijkt uit een brief van het college van burgemeester en wethouders aan de leden van de commissie Stad en Ruimte van de Utrechtse gemeenteraad. Het college geeft daarin uitleg over de procedure die tot het stilleggen van twee installaties heeft geleid.  

Naar blijkt heeft er op 2, 6 en 7 november een driedaagse BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) controle plaatsgevonden bij BASF in Vleuten- De Meern. De VRU en de inspectie SZW voeren een dergelijke controle jaarlijks namens de gemeente Utrecht uit op wisselende thema’s. Eén van de dit keer gecontroleerde onderwerpen betrof de zogenaamde LOR (Lines of Defence), waarbij gekeken wordt welke procedures er worden gevolgd als zich een incident voordoet. De voor het onderzoek gekozen LOD bleek wel aanwezig en onderhouden, maar niet in zijn totaliteit getest op een goede werking. Het betrof in dit geval de LOD waarbij onder meer een temperatuursensor  de apparatuur aanstuurt die een brander moet uitschakelen. De betreffende sensor bleek getest, maar de daarop volgende apparatuur niet (aantoonbaar). De inspectie heeft daarop aangegeven dat de fabriek vanwege die constatering moest worden stilgelegd, wat vervolgens door BASF voor haar beide fabrieken, twee identieke gebouwen op hetzelfde terrein, waarin vergelijkbare processen plaatsvinden, is gedaan. Pas nadat alle verschillende LOD’s in beide gebouwen opnieuw zijn getest en in orde bevonden worden de fabrieken weer opgestart. Dergelijke testen moeten door specialisten worden uitgevoerd en nemen, naar verwachting, tot 16 november in beslag.

In de brief van het college wordt ook verslag gedaan van het incident op 23 oktober, waarbij een niet zichtbare emissie van ammoniak plaatsvond bij de BASF-fabriek. Met dit ongeval werd de aan BASF vergunde norm overschreden als gevolg waarvan de betreffende installatie ook toen buiten gebruik werd gesteld. Nader onderzoek toonde aan, dat enkele filters in het productieproces defect waren. Nadat de filters werden vervangen en het productieproces stapsgewijs weer werd opgestart is de betreffende installatie, als onderdeel van de gehele fabriek, ook vorige week weer stilgelegd.