“Effe het straatje van de buurvrouw vegen, der raampie zemen as ze ziek is, dat gebeurt allemaal niet meer.” Anneke van Essen is teleurgesteld (75). Verscholen achter de statige panden van de Oudegracht liggen ‘De Zeven Steegjes’, een van de laatste volksbuurtjes van Utrecht. Het grootste deel van de arbeiderswoningen werd gebouwd in 1860. Na een grootschalige renovatie in 1992 gingen de huren omhoog en veranderde langzaamaan de samenstelling van de wijk. Een gesprek met vier Stegenaren van de oude stempel.
Op het raam van buurthuis de Sjuut aan de Moutstraat zitten talloze gekleurde discopasjes geplakt. Vrolijke kaarten voorzien van naam, adres, geboortedatum en foto met daarop vaak breed lachende kinderen. Het ziet er gezellig uit. Als je de geboortedata op de pasjes bekijkt, zie je dat alle kinderen geboren zijn in de jaren zeventig en tachtig. Boven de pasjes hangt een A4-papier met daarop een oproep voor de damesclub, een breiclub.
Het raam van het buurthuis verraadt de veranderingen in de wijk. Flip (76) van Essen woont al 54 jaar samen met zijn vrouw in de Lange Rozendaal. Hij heeft lang geleden de discopassen moeten invoeren. “Wij hebben met het buurthuis toentertijd moeten besluiten om discopassen aan te maken, omdat het gewoonweg niet meer paste. Zoveel kinderen kwamen op de vrijdagavond af! Niet alleen Stegenaren, ook veel Sterrenwijkers. Met een gereguleerd aantal discopassen konden we garanderen dat het veilig bleef.”

In het hoekhuis van Flip en zijn vrouw Anneke zijn Jan en Wil Evers (beiden 71) aangeschoven, twee straatgenoten. Jan herinnert zich exact wanneer ze er zijn komen wonen: 5 februari 1970. De vier zijn dus al bijna vijftig jaar buren van elkaar. “Ik ben blij dat we hier zitten”, roept Flip. “Bij Jan kom ik niet binnen, daar stinkt het.” “Moet jij zeggen”, zegt Jan. De vrouwen sussen – zo kan het wel weer. Boven de bank hangt een nieuw schilderij waarop de Dom schittert. Iemand in de buurt wilde het wegdoen, maar Flip vond dat zonde. Jan ook, trots zegt hij: “Wij zijn zo aan Utrecht gebonden dat we elk jaar een schilderij van de Domtoren meenemen naar de camping in Friesland.”
Renovaties
Sinds de twee stellen in hun huisjes wonen, zijn er drie renovaties geweest. Jan vertelt dat er nog geen douche was toen hij en Wil er kwamen. “Achterin was een kleine keuken waar we ons wasten met een teil. Dat was prima, hoor.” Flip valt hem bij: “Je wist niet beter. Dit was een arbeidersbuurtje, een achterstandswijkie, net hoe je het noemen wilt. Er woonden hier grote gezinnen, maar iedereen deed het zo. De kleinste mocht altijd als eerste in de teil, gevolgd door de ouderen. De oudste was dus altijd de sjaak en had het vieste water.” “En koudste”, voegt Anneke er lachend aan toe. Zij herinnert zich nog de heetwaterstokerij in de kerksteeg bij familie Van der Hagen. Daar haalden ze vroeger hun warme water, want een geiser was er niet.

De arbeiderswoningen in de Zeven Steegjes werden in 1843 en 1860 gebouwd op het terrein achter de brouwerij De Boog aan de Oudegracht door het Rooms-Katholiek Parochiaal Armenbestuur. Veel bewoners van de Zeven Steegjes werkten in de brouwerij of de sigarenfabriek van Peletier aan de Oudegracht. In 1994 kocht de stichting Stadsherstel Utrecht de woningen. Begin jaren negentig was dan ook de grootse renovatie van de huisjes. De bewoners moesten hun huis uit en kregen een tussenwoning toegewezen. Volgens de vier waren de woningen hard aan een onderhoudsbeurt toe. Jan vertelt dat bij hem thuis te horen was hoe de ratten aan de houtenvloerenbalken knaagden.
Flip en Anneke verhuisden tijdelijk naar de Rivierenbuurt, Jan en Wil naar Overvecht. Hadden ze last van heimwee in die tijd? “Ik wel!” roept Flip. “Hij is negen maanden chagrijnig geweest”, zegt zijn vrouw. Flip: “Ik liep elke dag vanaf de tussenwoning aan de Scheldestraat in Rivierenwijk naar huis. En dan kwam ik terug en zei ik: godverdomme, ze hebben weer zo weinig gedaan.” Tijdens de renovatie werden de voorgevels van huizen met de oorspronkelijke stenen herbouwd. Ook werden de huizen iets ruimer en kwamen er nieuwe keukens in.

Toewijzingsbeleid
Met de komst van Stadsherstel Utrecht veranderde ook het toewijzingsbeleid van de huizen. Voorheen hadden de kinderen van bewoners voorrang, maar sindsdien maken ‘buitenstaanders’ evenveel kans. Jan: “M’n broers hebben hier een huis gehad, mijn zus zat aan de overkant. Nu woont er alleen nog een nichtje op nummer 11, en nog een neefje en nichtje.” Hij komt voor een praatje, maar ook als de geiser kapot is of de kachel bijgevuld moet worden.
De televisie doet het soms ook niet, maar dan zitten de stekkers er vaak niet in. Wil over de nieuwe bewoners: “Ze gaan ’s ochtends om zeven uur de deur uit en komen ’s avonds om zeven uur weer binnen. Je ziet ze nooit.” Volgens Flip zeggen ze allemaal wel netjes gedag, maar bouw je zo geen band op. “Mensen hadden vroeger meer voor elkaar over. Je help mekaar. Anneke: “Als er een kind geboren werd, kreeg je eieren van de buren. Ook bracht slager Jan de Roos een stukkie biefstuk naar de moeder.”
‘Die negen maanden in een tijdelijke woning buiten de Steegjes, was ik chagrijnig’
De sociale controle was groot. Zo moest je het niet in je hoofd halen je huis te verlaten wanneer je kind binnen lag te slapen. Dan kreeg je ‘klappen’. Overspel kwam ook niet voor. “Ik heb nooit meegemaakt dat de ene met de andere het nest in ging”, zegt Flip. De vrouwen beamen het: daar was de controle te streng voor. Het vegen van de stoep voor je deur is tegenwoordig ook geen heiligheid meer. “Straatje vegen doen ze niet meer, ramen zemen ook niet”, somt Flip op. Jan en Wil zijn blij dat ze nog een buurvrouw hebben die dagelijks hun straatje meeneemt tijdens haar ochtendritueel. De vier knikken vol overtuiging op de vraag of het belangrijk is dagelijks ‘je straatje’ te vegen. Flip concludeert: “Het hart is uit het buurtje.”
Ook bij het buurthuis loopt het niet langer storm. Vroeger woonden er nog ruim dertig kinderen in de Lange Roozendaal – alleen het gezin van Flip en Anneke telde er al negen. Tegenwoordig lopen er nog maar drie in de Lange Roozendaal rond. De bewoners geven de grote vermindering van het aantal kinderen als reden voor de leegloop. Er is tegenwoordig wel een nieuwe vrouwenclub op de donderdagmiddag, de breiclub. Wil vraagt Anneke of het bevalt. “Jazeker, hartstikke gezellig met allemaal oud bewoners. M’n breiwerk ligt meer op tafel dan in mijn handen.”

Ze noemt de namen van het breiclubje op. Ook het ‘postvrouwtje’, de postbode van vroeger, haakt wekelijks mee. Na de vrouwen komen de kinderen op donderdag, tijdens de ‘instuif’ om wat te snoepen of te knutselen. Later, vanaf 20.00 uur is het tijd voor de ‘mannenavond’. Als vrouw hoef je dan niet binnen te komen, want iets bestellen aan de bar kan niet. Wat de mannen doen? “Zuipen!” roepen ze in koor. En dan rollend naar huis. Tegenwoordig is het buurthuis ook de plek voor twee zangverenigingen, een kaartvereniging en een dartvereniging. Flip: “Maar dat zijn geen speciale buurtactiviteiten hè, die zijn voor iedereen toegankelijk.”
‘We nemen elk jaar een schilderij van de Dom mee naar de camping in Friesland’
Het buurtfeest wordt nog wel elk jaar traditiegetrouw drie dagen lang gevierd in de Kockstraat. Het feest is ontstaan na de bevrijding, gelijktijdig met de oprichting van buurtvereniging Margriet. Op vrijdagavond begint het festijn met indrinken. Op zaterdag worden er spelletjes gespeeld met de kinderen. Daarna trekt de optocht door de steegjes: voorop de fanfare en daarachter de verklede kinderen. ’s Avonds is het dansen geblazen en op zondag worden de restjes opgemaakt.
Vroeger werd het hele jaar door gespaard voor het buurtfeest. Iedere zaterdag werd er twee gulden bij de deur opgehaald. ‘Ome Henkie’ schijnt de beste penningmeester te zijn die de buurtvereniging ooit heeft gehad; hij wist altijd precies wie wel en niet hadden betaald, zonder ook maar iets te noteren. Flip denkt zijn geheim te hebben ontrafeld; hij onthield alleen wie er níet betaald hadden. Het valt even stil. Dat zou natuurlijk goed kunnen.
Zijn ze er trots op dat ze in de Zeven Steegjes wonen? Dat niet per se, maar ze zijn wel tevreden. “Ik zou nergens anders heen willen”, zegt Anneke. Flip schudt zijn hoofd. “Daar moet ik ook niet aan denken.” Wil geeft toe dat ze er wel eens over heeft nagedacht. Jan lacht. “Ja, maar vervolgens droomt ze dat er een ander in haar huissie zit en moet ze janken.” Het interview is bijna afgelopen, alleen moet er nog een foto komen. Anneke: “Laten wij als vrouw dan maar wel bij de goede man gaan staan, anders hebben ze weer wat te lullen.”

12 Reacties
ReagerenVolgens mij is dit buurtje er alleen maar op vooruit gegaan. Bewoners die “sóchtends om de deur uit gaan” wijst erop dat ze werk hebben ipv de hele dag thuis lopen niksen. De moordende jaren 50 sociale controle met bijbehorende sociale berechting is verdwenen. Verder worden de ramen niet meer wekelijks gewassen, dus dat betekent dat mensen hun tijd besteden aan waardevolle bezigheden ipv obsessief door de veel te schone ruiten elkaar begluren.
Prima stuk. Geeft goed beeld van veranderde tijden.
De ontmanteling van de binnenstad in volle “glorie”
De binnenstad is over 5 jaar alleen nog voor mensen met centen en dat in een “linkse” stad met een “links” College….schande!
@ Mark
Hulde voor de je reactie. Ik word zo moe van dat opgehemel van vroegere achterbuurten; het was daar vaak helemaal niet pluis. Het is geschiedsvervalsing om alleen de positieve anekdotes te blijven heralen.
@ Arbeider
De zeven steegjes is nog altijd sociale huur, waarvoor je en lang op een wachtlijst moet staan en je aan inkomenseisen moet voldoen, je mag dus niet veel verdienen. Daarnaast krijg je ook nog huursubsidie. De 7 steegjes zijn helemaal niet voor de rijken. Wat je wel ziet is dat steeds meer hoger opgeleiden weinig verdienen, waardoor ze ook in aanmerking komen. Dat verandert de sfeer in een buurt wel, maar helemaal niet per sé ten nadele. In de zeven steegjes is het nu heerlijk rustig en schoon, om maar eens een voorbeeld te noemen. Ook is het aso-gedrag van sommige buren verdwenen. Vooruitgang noemen we dat.
Wat ik wel met je eens ben is dat ook in de sociale woningbouw huurprijzen wel erg hoog zijn geworden (vaak meer dan 1/3e van iemands loon) en dat het schandalig is dat steeds meer sociaal woningaanbod in het centrum verkocht wordt.
Bij de zeven steegjes is dat alleen dan weer helemaal niet het geval.
Leuk stuk van een bijzonder deel van Utrecht. Wandel er graag doorheen met mijn hond vanaf de Singel en voel me er altijd welkom. Vriendelijke mensen. En mooi opgeknapt met prachtige bloembakken.
Als eerstejaars student heb ik er ooit interviews afgenomen over Utrechtse stadsgeschiedenis. Aanbellen, eerst wat wederzijdse argwaan (van welke krant bent u), maar eenmaal aan de keukentafel bleven de sterke verhalen maar komen. De biertjes hielpen ook goed, gezellige boel was het
@Pieter
U woont waarschijnlijk niet in een van de woningen in de zevensteegjes?
Een woning van krap 30m2 zonder tuin in de Kockstraat doet bijna €700,00. Met een laag inkomen en huurtoeslag komt dit toch ook nog op 400 euro. En alleen sociale huur is allang niet meer aan de orde, ruim de helft is vrije sector en ligt dus ruim boven de eerder genoemde 700. Misschien eerst even informeren voor u onzin roept.
@ Utrechter
700 euro is binnen de sociale huurgrens, die ligt namelijk op 720 euro.
400 euro huur is een schijntje (wat je effectief bepaalt als armere huurder) , daar krijg je verder nog geen kamer voor in Utrecht (die studenten al vaak van hun bijbaantje kunnen en moeten betalen) en aangezien we in Nederland aanhouden dat je 1/3 van je inkomen aan huur kwijt bent en een laag loon ongeveer 1200 euro per maand opbrengt; gewoon lage huur dus.
De woningen in de zeven steeggjes zijn coöperatiewoningen die niet in de vrije sector vallen en ook niet verkocht zijn. U zelf bent de enige die niet geïnformeerd is.
Overigens hebben we deze hoge huurprijzen aan VVD-minsiter Kamp te danken, die vond dat de locatie meeberekend moest worden in de prijs en dat ook sociale huurwoningen marktprijzen moesten krijgen; VVD-beleid dat door alle rechtsere partijen gesteund werd en wordt (ook door de PVV onder andere).
Sorry, 30m2 had moeten zijn 50m2.
@Pieter, zoals ik al eerder zei; U woont er waarschijnlijk niet?
http://binnenstadskrantutrecht.nl/stand-van-zaken/zeven-steegjes/17.html
Oh en bedankt dat u ook de PVV even noemt. Dat is dus 1 van de redenen dat ik daar niet op stem.
Het is inderdaad geen arbeiderswijkje meer. De “grotere” huizen doen een huur tussen de 850 en 1280 euro per maand. Alleen de “oude” bewoners betalen er minder huur, dat heet oud recht. Zodra zij eruit gaan gaat de huur fors omhoog. Zat met vroeger met een biertje voor de deur, tegenwoordig is dat steeds vaker een glaasje wijn met een kaasplankje. Het oude volksbuurten is aan het verdwijnen……..
Mijn vader is daar geboren, 5 broers en twee zussen plus pa en ma in zo een klein huisje. Ik zelf ben geboren om de hoek op de Pelmolenweg.
Groet fam Bosman