Vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht Vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht

Vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht

Vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht
In navolging van verschillende grote steden in Nederland heeft ook de gemeente Utrecht onderzoek laten doen naar het slavernijverleden van de stad. De Utrechtse gemeenteraad nam op 11 juli 2019 een motie aan waarin de politieke partijen het college verzochten onderzoek te laten doen naar de rol van de stad Utrecht in het slavernijverleden van Nederland. Cultuurhistoricus Nancy Jouwe deed dat afgelopen jaar, samen met Matthijs Kuiper (UU) en Remco Raben (UU en UvA). 31 kilometer aan archiefstukken diende als basis voor het onderzoek, dat antwoord moest geven op de vraag wat de betekenis van de slavernij voor stad en samenleving was. Daarom deze week: vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht.

In navolging van verschillende grote steden in Nederland heeft ook de gemeente Utrecht onderzoek laten doen naar het slavernijverleden van de stad. De Utrechtse gemeenteraad nam op 11 juli 2019 een motie aan waarin de politieke partijen het college verzochten onderzoek te laten doen naar de rol van de stad Utrecht in het slavernijverleden van Nederland. Cultuurhistoricus Nancy Jouwe deed dat afgelopen jaar, samen met Matthijs Kuiper (UU) en Remco Raben (UU en UvA). 31 kilometer aan archiefstukken diende als basis voor het onderzoek, dat antwoord moest geven op de vraag wat de betekenis van de slavernij voor stad en samenleving was. Daarom deze week: vijf vragen over het onderzoek naar het slavernijverleden van Utrecht.

1. Was Utrecht betrokken bij de slavernij?

De hoofdconclusie van de onderzoekers is dat Utrecht formeel betrokken was bij de slavernij. “Bestuur, burgers en instituties van Utrecht hebben direct en indirect aangezet tot, geïnvesteerd in en geprofiteerd van koloniale exploitatie en op slavernij gebaseerde productiesystemen in Amerika, Afrika en Azië. Utrecht laat zien dat een stad zonder grote koloniale instituties toch nauw verbonden is met de Nederlandse slavernijgeschiedenis.”

‘De stad Utrecht was in formele, institutionele zin betrokken bij de slavernij’

De omvang van de betrokkenheid was in Utrecht relatief gering in vergelijking met een stad als Amsterdam, stellen de onderzoekers. Wel was de rol groter dan het bestaande beeld doet vermoeden. Utrecht speelde vooral een rol via het provinciale bestuur, de Staten van Utrecht, die de oprichting van een Utrechtse Compagnie in 1721 instigeerde. Die Utrechtse Compagnie had directe belangen in plantages en slavenhandel en bewindhebbers namen namens de Staten van Utrecht plaats in de kamers van de VOC en WIC.

Het stadsbestuur stimuleerde de oprichting van de Utrechtse Compagnie, die investeerde in plantages in Suriname en de suikerhandel. Op het Lucasbolwerk, op de plek van de Stadsschouwburg Utrecht, stond in de achttiende eeuw een suikerraffinaderij waar door slavenhanden geproduceerde suiker werd geraffineerd.

‘Persoonlijke betrokkenheid van Utrechtse bestuurders en profijt voor inwoners en instituties’

Een groot deel van de Utrechtse bestuurlijke elite had volgens het onderzoek ‘directe, persoonlijke belangen’, omdat ze bijvoorbeeld aandelen hadden in compagnieën en plantages in zuidelijk Amerika of bewindhebber waren in een van de compagnieën. Van de vroegschapsleden – een soort voorloper van gemeenteraadsleden – inclusief burgemeesters had in de zeventiende eeuw 23 procent en in de achttiende eeuw 42 procent directe en indirecte belangen.

Tekst loopt door onder de afbeelding

Beeld: Het Utrechts Archief

Overigens hadden niet alleen hooggeplaatste Utrechters belangen bij koloniale exploitatie. De gemeente, de rooms-katholieke kerk, de zendingsverenigingen, musea en de universiteit hebben allemaal profijt gehad van de koloniale connecties van Nederland en de rijkdommen die uit koloniale relaties voortvloeiden.

Maar ook inwoners van Utrecht hadden profijt van de slavernij. Volgens de onderzoekers hebben 2.800 Utrechters in de achttiende eeuw werk gevonden bij de VOC. Dat zou erop neerkomen dat elk jaar bijna dertig mannen uit Utrecht naar Azië reisden. De onderzoekers concluderen daaruit dat de Compagnie een grote werkgever was.

De betrokkenheid van Utrechtse bestuurders en inwoners bij kolonialisme en slavernij is volgens de onderzoekers lange tijd onzichtbaar gebleven. In de koloniale tijd al konden Utrechters in relatieve anonimiteit profiteren van de slavernij, door middel van beleggingsfondsen en andere nieuwe financiële constructies, stellen de onderzoekers. Ze concluderen dan ook dat het zelfbeeld van Utrecht als een stad ver weg van alle koloniale activiteit moet worden bijgesteld.

2. Wat speelde naast betrokkenheid van bestuurders en bewoners een rol in het slavernijverleden van Utrecht?

‘Zwarte aanwezigheid lang buiten beeld’

De eerste tot slaaf gemaakte dienaren, maar ook vrije mensen van kleur, kwamen in de zeventiende eeuw naar Utrecht om daar een leven op te bouwen. De aanwezigheid is nooit verdwenen, maar ‘zelden als integraal onderdeel van de stad beschouwd’, stellen de onderzoekers. “Rekenschap geven aan de verweven geschiedenissen van stad en slavernij omvat ook het geven van erkenning voor die aanwezigheid, voor de bijdrage die dat heeft geleverd aan het Utrechtse leven en voor de doorwerking van in de slavernij ontstane denkpatronen en sociale verhoudingen.”

‘Centrum van abolitionisme’

Het pleidooi voor afschaffing van de slavernij van personen als Petronella Moens, Nicolaas Beets en Jan Ackerdijck was vaak religieus gemotiveerd en kan volgens de onderzoekers niet los gezien worden van de status van Utrecht als belangrijk religieus centrum, met onder meer de aanwezigheid van een theologische faculteit. “Het gedachtegoed van de verschillende Utrechtse voorstanders van de afschaffing van de slavernij was divers: allen pleitten zij voor de afschaffing van het instituut slavernij, maar over de weg daarnaartoe en over de gewenste invulling van een maatschappij vrij van slavernij verschilden zij duidelijk van inzicht.”

3. Hoe heeft het stadsbestuur gereageerd op de conclusies?

Burgemeester Sharon Dijksma noemde het boek ‘een van de belangrijkste en misschien wel hét belangrijkste boek’ dat in Utrecht is verschenen. “U mag best weten: ik neem dit boek in ontvangst met een zwaar gemoed. De rol van Utrecht in de koloniale economie en het slavensysteem was groter dan tot nu toe werd aangenomen. De conclusies zijn hard, confronterend en noodzakelijk”, zei Dijksma tijdens de boekpresentatie.

“Dit onderzoek maakt pijnlijk duidelijk dat achter de economische voorspoed in onze stad ook veel leed verborgen zit van mensen die soms letterlijk het leven lieten, maar wiens namen nooit in de geschiedenisboeken terechtkwamen. Het is onze verantwoordelijkheid dat leed en die misstanden samen een plek te geven.”

“De conclusies zijn hard, confronterend en noodzakelijk” – Burgemeester Dijksma

4. Komen er nu excuses van het stadsbestuur?

Onderdeel van de in 2019 aangenomen motie is dat het stadsbestuur van Utrecht nu gaat beslissen of ook Utrecht excuses aan gaat bieden voor de slavernijgeschiedenis van de stad. Nu het onderzoek er ligt, kan dat proces volgens het college beginnen. “We geven betrokkenen de tijd om goed kennis te nemen van het onderzoek en zullen de resultaten onder een breed publiek onder de aandacht brengen.”

Ook laat de gemeente onderzoeken op welke wijze excuses het best kunnen worden aangeboden, ‘waarmee recht wordt gedaan aan al het geleden leed dat generaties later nog steeds voelbaar is’. Het college beslist waarschijnlijk in oktober of en op welke manier er excuses worden aangeboden.

5. En hoe gaat het nu verder?

De onderzoeksresultaten zijn eind juni gepubliceerd in de vorm van een boek: Slavernij en de stad Utrecht. Het boek is te koop bij uitgeverij Walburg Pers en verschillende boekwinkels in de stad. Ook is het boek in te zien bij bibliotheken in Utrecht.

De keuze om de resultaten te presenteren in een boek zorgt overigens ook voor kritiek, onder meer van de Utrechtse fractie van de PVV. “Dit boek is betaald met gemeenschapsgeld en dat in opdracht van de raad. De inwoners van Utrecht die de volledige publicatie willen lezen moeten nu 25 euro betalen, terwijl het onderzoek al reeds door hen betaald is via belastingen”, stelt de PVV in schriftelijke vragen aan de wethouder.

Onder meer de gemeente Amsterdam, die ook onderzoek liet doen naar het slavernijverleden van de stad, liet het onderzoek weliswaar in boekvorm verschijnen, maar op de website van de gemeente is voor inwoners ook een gratis publieksversie beschikbaar.

Wethouder Linda Voortman zal later reageren op de vragen van de PVV, dat is op het moment van schrijven nog niet gebeurd. De gemeente heeft via een woordvoerder wel laten weten dat er geen gratis publieke versie komt.

Gekoppelde berichten

19 Reacties

Reageren
  1. BW

    De slavenhandel is een verschrikkelijke episode en goed dat er onderzoek wordt gedaan, maar probleem van dergelijk onderzoek is vaak: waar begin je en waar eindig je? In Utrechts onderzoek wordt (begrijpelijk) de rol van Utrecht bekeken, maar ook landelijk onderzoek gaat doorgaans niet verder dan het bestuderen van de nationale betrokkenheid. Afrika zelf blijft bijvoorbeeld volledig buiten beschouwing, terwijl slavernij daar vandaag ironisch genoeg nog steeds bestaat, maar nog belangrijker: als Nederlanders slaven kochten in Afrika, dan kochten ze die van… Afrikanen. Wordt de slavenhandel niet minder verwerpelijk van, maar het beeld dat dat een louter Europese aangelegenheid was, is simpelweg niet waar.

    Van prominente activisten als Akwasi en Jerry Afriyie is bekend dat zij van de Ashanti’s stammen, een Ghanese stam die berucht is vanwege de slavenhandel. Van mijn eigen voorouders weet ik dat zij tot WOII uit een eenvoudig arbeidersmilieu kwamen en daarmee is de kans dat de voorouders van Akwasi en Afriyie zich bezighielden met slavenhandel aanzienlijk groter dan de kans dat mijn voorouders dat deden. Dat maakt de discussie op momenten behoorlijk hallucinant.

    Bij de laatste vraag “hoe nu verder?” wordt het niet benoemd, maar dé grote kwestie die al langer boven de markt hangt is de kwestie van herstelbetalingen. Maar wie moet dat dan betalen? En aan wie? En wordt dat dan ook verrekend met de opbrengsten die in Afrika zijn verdiend met slavenhandel, of blijft die partij helemaal buiten schot? Dit zijn relevante vragen die eerder ook zijn gesteld, maar waar door activisten nooit een antwoord op is gegeven. Ik wil me nederig en begripvol opstellen, maar dit begint wel te schuren.

  2. Wim Vreeswijk

    Hoewel er reeds sinds 1867 een duidelijke wet tegen slavernij bestond in Nederland ging men tot in de 70er jaren van de vorige eeuw doodleuk door met het afknijpen van personeel omdat er geen fatsoenlijke CAO bestond tussen werkgevers en werknemers waardoor je als werknemer wel gedwongen werd om iets voor jezelf te gaan beginnen/verzinnen.

  3. Rob van der Hilst

    Wij begrijpen dat burgemeester Dijksma dus graag meezingt in het anti-slavernijkoor dat in enclave Grachtengordel aan de Amstel met zijn Wokebrigade, Weldenkende Gemeente en Gedachtenpolitie als locaal gezelschapsspel aldaar is begonnen. ‘t Lijkt mooi, maar is bedenkelijk. Héél bedenkelijk.

    Nu wil het wel vaker voorkomen dat wat in die surrealistische enclave wordt uitgedokterd ‘voor de overige 95% van Nederland’ meestal van NUL en gener waarde is cq later blijkt te zijn.
    Aangezien mevrouw Dijksma nog maar sinds kort in onze stad woont en óók sinds kort hier met de burgemeestersketen over onze stad mag zwaaien, kunnen wij dit gerust met het vrij tolerante begrip ‘beginnenrsfout’ kwalificeren.

    Maar mocht mevrouw Dijksma verder gaan met dit ‘koorzingen’, bijvoorbeeld door te bevorderen dat 1 juli-ketikoti (dag van wettelijke opheffing in 1863 van de slavernij in Nederland) een in dit geval locale feestdag wordt, dan hebben wij redenen te over om ons over mevrouw in haar functie van burgemeester echt zorgen te maken, wegens gebrek aan onderscheidingsvermogen met name.

    Indien het thans besproken boek als opritje is bedoeld van een jaarlijkse locale (laat staan landelijke) ketikotiherdenking, dan betekent het dat in de Utrechtse samenleving doelbewust een sociale tijdbom wordt geplaatst. Nemelijk tussen de meerderheid van de bevolking die niemand tot slaaf hééft gemaakt en een minderheid die nooit tot tot slaaf wérd gemaakt.

    Overigens hebben wij hier in Utrecht enige ervaring met het introduceren van politiek-correcte bevrijdingssymbolen van ver, die bij nader inzien toch niet met de veronderstelde historische werkelijkheid overeen kwamen. Wij hebben het over de Sowetobrug vlakbij het oude Muntgebouw, die in eerste instantie Winnie Mandelabrug heette. Totdat bleek dat de echtgenote van Zuid-Afrika’s bevrijdingsheld Nelson Mandela niet zozeer slachtoffer van Apartheidsrepressie was, maar achter Nelson Mandela’s rug (die toentertijd in de gevangenis van het Apartheidsregiem zuchtte), de commandant bleek van regelrechte terreur binnen bevrijdingsorganisatie A.N.C.
    Oeps!

    Mocht burgemeester Dijksma zich echt bekommeren om misdaad-tegen-de-menselijkheid slavernij, dan kan ze haar pijlen volledig gaan richten op slavernijschandalen die zowel reëel als actueel zijn.

    Ik haal in dit verband even het begin van een schokkend NRCartikel aan:
    ‘Nigerianen zwijgen over moderne slavernij – In Nigeria werken honderdduizenden vrouwen en kinderen als slaven. De internationale mensenhandel valt in het niet bij de binnenlandse mensenhandel.’ (17-10-2008 [sedertdien is deze situatie slechts verergerd]).

    Doen mevrouw. En bij inpectie ter plekke, betaal dan wel even uit eigen portemonnee vliegtickets, hotel en vervoer daar in Nigeria. Dat is vrij normaal bij elk persoonlijk engagement, ook van de enige vertegenwoordiger van de Kroon die mevrouw Dijksma in onze prachtstad is.

  4. Ton

    Beste Wim Vreeswijk,
    een 20ste-eeuwse Nederlandse werknemer was niet het volledige juridische eigendam van een werkgever. Ze waren niet verhandelbaar op een veemarkt.
    Als ze ontslag namen werden ze niet letterlijk door een jachtmeute incl. bloedhonden opgejaagd. Ze werden niet gelyncht.
    Ik zeg niet dat ze geen zwaar leven hadden maar uw vergelijking is tamelijk misplaatst.

  5. Scherpschutter

    @Wim

    Slavernij en vrijwillig een shitty job accepteren die weinig betaalt zijn twee to-taal verschillende dingen Wim.

  6. vak K

    Partijen als GroenLinks en D66 splijten de samenleving en maken het de nieuwe Nederlanders niet makkelijker op met dit soort onderzoekjes.

    Nederland heeft de afgelopen decennia al miljarden uitgegeven aan bvb Suriname en de eilanden…en nog steeds lukt het deze landen/ gemeenten niet voor zichzelf te zorgen. Het Surinaamse volk laat een misdadiger en drugsbaron als Bouterse 25 jaar het land besturen!.

    Het verleden heeft ook voordelen voor deze voormalige nazaten. Ze kunnen wonen,werken en profiteren van de Nederlandse welvaart die daar blijkbaar nog steeds niet is. Wij nemen de hoge criminaliteit onder deze nazaten op de koop toe, misschien excuses op zijn plaats van deze nazaten? Een bedankje mag ook….

  7. Koel Hoofd

    Ik wil slavernij absoluut niet goedpraten, echt niet!

    Maar vervang nu eens het woord slavernij voor windmolens…
    Dan komen er dezelfde conclusies uit:
    “Bestuur, burgers en instituties van Utrecht hebben direct en indirect aangezet tot, geïnvesteerd in en geprofiteerd van windmolen exploitatie en op windmolens gebaseerde productiesystemen”

    “Rekenschap geven aan de verweven geschiedenissen van stad en windmolens omvat ook het geven van erkenning voor die aanwezigheid, voor de bijdrage die dat heeft geleverd aan het Utrechtse leven en voor de doorwerking van in door windmolens ontstane denkpatronen en sociale verhoudingen.”

    Wat zullen onderzoekers in de toekomst gaan vinden van de windmolenperiode in de energietransitie?

  8. BW

    @Koel Hoofd
    🤦🏻‍♂️

  9. Scherpschutter

    @Koel Hoofd

    “Wat zullen onderzoekers in de toekomst gaan vinden van de windmolenperiode in de energietransitie?”

    Waarschijnlijk dat er belangrijke eerste stappen zijn gezet. En direct erna zullen ze zich helemaal een deuk lachen om het prehistorische gedrocht uit 2024 dat in het museum staat, dat tot overmaat van hilariteit ook nog eens massaal werd uitgerold door overheden, zonder dat het ook maar 1 concreet, tastbaar of meetbaar doel diende.

  10. Utrechter2

    Eens met sommigen, het komt op mij over als een aanloop naar grote “compensatie” als zo minutieus de betrokkenheid wordt onderzocht. Ik hou er ook rekening mee dat compensatiekandidaten ontwikkelingslanden zullen worden die eerst westers geld willen zien voordat ze 100% werk gaan maken van het “Parijs-akkoord”. Bedenk dat ontwikkelingslanden in de meerderheid zijn in de VN, dat steeds meer invloed krijgt .
    Waarom ik die richting uitdenk? Omdat benadrukt wordt dat de globale verdeling van welvaart van nu gebaseerd is op onrecht, dat rechtgezet moet worden.

  11. Herman

    Slavernij kan natuurlijk niet.
    Maar slavernij heeft niets met gemeentepolitiek te maken. handel dit in Den Haag af.

  12. UTRECHTSE JANTJE

    @BW en @Herman , ik ben het helemaal met jullie eens , en @Koel Hoofd ik kan me in jouw verhaaltje niet vinden hoor ….@Rob van der Hilst en ook @vak K hebben hun vinger duidelijk op wat zere punten weten te leggen …..voor de rest denk ik ,, dicht slaan dit boek met alleen maar zwarte bladzijden ,, Er leeft niemand meer uit die tijd , dus aan wie , moeten er door de huidige generatie onschuldigen nou eigenlijk excuses worden gemaakt of worden aangeboden !

  13. Realist

    Als je nog meer polarisatie wil in Utrecht, dan moet je zeker dit soort onderzoeken doen …..

  14. Ton

    @ Realist
    Dat wordt wel een beetje eng, wanneer we onderzoek naar feiten gaan verbieden omdat de uitkomst ons mogelijk niet zint.

  15. Ton

    Er wordt nergens gesproken over financiële compensatie.
    Alleen tegenstanders van excuses beginnen hier over.

  16. BW

    @Ton
    Er wordt inderdaad nergens gesproken over financiële compensatie, dat is nou juist mijn punt. En ik ben niet tegen excuses.

  17. Utrechter2

    @Ton, @Bw:

    Dat is omdat we verder lezen dan de DUIC alleen:

    https://www.debezieling.nl/slavernij/

    Ook binnen het Rijk denk men veel verder dan alleen over excuses.

    “Het institutioneel racisme van vandaag de dag, is niet los te zien van eeu­wen slavernij en kolonialisme en de denkbeelden die in deze context zijn ontstaan. Herstel betekent in de ogen van het adviescollege dat de gevolgen integraal en systemisch aangepakt moeten worden.”

    https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/07/01/adviescollege-dialoogroep-slavernijverleden-presenteert-eindrapport-ketenen-van-het-verleden

  18. Bram van Reemst

    Waarom toch al die paniekerige reacties op dit bericht? Over een ‘sociale tijdbom’, ‘splijten van de samenleving’, ‘polarisatie’?? Als je geen nazaat bent van slavenhandelaren of -eigenaren, dan heb je er toch geen last van als we Keti koti breder dan nu zouden vieren? Of als de gemeente excuses aanbiedt voor wat de stedelijke elite vroeger heeft misdaan?

    Laat ik voor de verandering eens een Amsterdamse een compliment geven. Niet Dijksma (die nam dit rapport in ontvangst maar het was aangevraagd door de gemeenteraad), maar Femke Halsema. Zij heeft bij haar excuses namens de gemeente Amsterdam uitdrukkelijk gezegd dat “geen enkele nu levende Amsterdammer schuld heeft aan het verleden”. Maar de gemeente is wel de rechtsopvolger van het stadsbestuur uit de 17e en 18e eeuw, dat juist bijzonder sterk betrokken was bij de misstanden van toen. Halsema vertegenwoordigde in dit geval dus de gemeente als organisatie. Net zoals de Bondsrepubliek zich nog altijd rekenschap geeft van wat de rechtsvoorganger, het Derde Rijk heeft aangericht.

    Niemand beschuldigt de Utrechters van nu. Toch vinden sommige reaguurders het toch nodig om zich vrij te pleiten door te wijzen op andere misstanden. Maar dat de Europese slavenhandelaren hun ‘waren’ kochten van Afrikaanse collega’s, pleit ze nog niet vrij van verantwoordelijkheid voor dit immorele gedrag. Daar was ook toen al kritiek op, zij het in zeer beperkte mate, bijvoorbeeld van Montesquieu en sommige predikanten. In elk geval weten we nu beter.

  19. Bram van Reemst

    De paniekzaaiers hierboven willen in een moeite door ook hun angst voor klimaatmaatregelen kwijt. Woonachtig in een van de rijkste landen ter wereld zijn ze des te banger dat ze iets te kort komen.

    Waarom plaatsen ze dit onder een artikel over slavernij? Er is een overeenkomst: het is een algemeen onderwerp dat ook voor Utrechters van belang is.

    “Utrechter2” heeft het over « ontwikkelingslanden (…) die eerst westers geld willen zien voordat ze 100% werk gaan maken van het “Parijs-akkoord” ». Maar in dat akkoord stáát nu juist dat de ontwikkelingslanden recht hebben op geld uit de rijke landen (91 miljard euro per jaar) om te helpen met hun transitie en adaptatie. Tot nu toe betalen we echter maar een schijntje van het beloofde bedrag.

    Die belofte heeft niets te maken met het rechtzetten van historisch onrecht, maar met het feit dat de rijke landen al een groot deel van de broeikasruimte hebben opgemaakt sinds de Industriële Revolutie tweehonderd jaar geleden.

    De opkomende economieën zeiden in de jaren negentig (in de tijd van het Kioto-protocol) “nu is het onze beurt”. In Parijs hebben ze beloofd toch hun CO2-uitstoot te verminderen.

    Nog steeds is de ekologische voetadruk per hoofd van de bevolking een stuk hoger in de rijke landen. Dat is dus onrecht van nú en in de nabije toekomst, want juist in de arme landen – die het minste vervuilen – dreigen de grootste klimaatrampen. Daarom is het niet meer dan logisch dat de rijke landen ook het voortouw nemen in het aanpakken van dit probleem, er valt gewoon meer uitstoot te reduceren.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).