Een laatste redding in financieel zwaar weer. Dat is de Voedselbank voor veel personen. Ook zij zitten liever niet in de rij voor de uitgifte. Desondanks wordt de rij alsmaar langer. Een paar honderd Utrechters uit de wijk Overvecht zijn wekelijks afhankelijk van het Voedselbankpakket. De Voedselbank kan de toestroom nog maar nauwelijks bijbenen. De situatie wordt langzaamaan steeds moeilijker te overzien – zeker nu de sluiting van de geliefde Voedselbankwinkel boven het hoofd hangt.
Het is typisch juni-weer. De zon schijnt en zo af en toe komt er een wolk voorbij. Langzaamaan wordt het drukker bij buurtcentrum De Boog. Er zitten al mensen te wachten en bij de deur ontstaat een rij. Ze groeten elkaar bij het treffen en sommigen pakken er een stoeltje bij om even in de zon te zitten. Het ziet er best gezellig uit, maar veel mensen willen hier liever niet zitten. Het is de rij voor de Voedselbank. Deze locatie aan de Gambiadreef in Overvecht heeft het moeilijk, net als veel andere vestigingen in Utrecht.
Voor de meeste uitgiftedagen geldt: hoe dichter de deelnemers van de Voedselbank bij de deur komen, hoe meer gespannen de sfeer. Sinds 10.30 uur vanochtend zijn vrijwilligers bezig met het in orde maken van de tassen voor de uitgifte. Elizabeth Kooistra en Lydia Klomp lopen tussen de bedrijvigheid door om te coördineren en om in de gaten te houden of alles goed gaat. In anderhalf uur wordt er keihard gewerkt om alles dat binnenkomt op grote rolcontainers te sorteren, te tellen en te verdelen over de rijen met tassen. In de ene ruimte vullen de vrijwilligers de tassen met houdbare producten en met vlees, vis of vegetarische verse ingrediënten – deelnemers kunnen hier ook aangeven of ze bijvoorbeeld halal producten willen.
De groente en het fruit worden samen met het brood in een andere ruimte opgedeeld. Op papieren schema’s staat uitgerekend hoeveel iedereen toekomt, afhankelijk van wat er geleverd is. De spullen die worden verdeeld, komen uit een distributiecentrum aan de Arkansasdreef. “Maar de hoeveelheden lopen terug”, zegt Klomp. “En dat terwijl het aantal deelnemers nog steeds groeit.”
Wachtrij
“Er zitten nu een kleine honderd gezinnen bij de Voedselbank aan de Gambiadreef”, vertelt Kooistra. Eigenlijk is er maar plek voor zestig. “De gezinnen kunnen bestaan uit één persoon, maar ook uit acht gezinsleden. Vaak komen er moeders met kleine kinderen – dan moet ook de kinderwagen mee naar binnen. Meestal willen mensen hun tas toch even openen en bekijken wat ze meekrijgen. Wat er dan ontstaat is een groeiende wachtrij. Die staat hoe dan ook vanaf buiten de deur. Mensen zijn bang om met lege handen naar huis te moeten.”
Tekst loopt door onder afbeelding
Elizabeth Kooistra ziet regelmatig hoe drukte binnen bij de uitgifte kan zorgen voor frustraties onder de deelnemers en onder de vrijwilligers. “Over het algemeen is de regel dat er tien personen per kwartier de tijd krijgen om hun spullen op te halen. Maar vaak zijn er ook tijdsloten met dertien of veertien personen, omdat het niet anders kan. Voor 14.30 uur moet de eerste ruimte namelijk alweer leeg worden opgeleverd. Je houdt zo geen tijd of ruimte over voor wat ontspanning en een praatje. Nu is het mooi weer, dus is het niet erg om buiten in de rij te staan. Maar een andere keer regent het en dan moeten mensen in de regen staan wachten. We hebben niets dat we voor ze kunnen doen. Dat zorgt voor alsmaar meer stress, bij de vrijwilligers en bij de deelnemers. Deelnemers voelen zich vernederd door de uitgifte.” Klomp haakt daarop in: “Met corona was dat nog dramatischer. Toen hadden we weleens rijen van anderhalf uur.”
Suiker en vet
De Voedselbank aan de Gambiadreef zit op deze uitgiftedag wat ruimer in de verse producten, maar van houdbare producten is vrijwel altijd te weinig. Rijst en macaroni zitten eigenlijk nooit in de pakketten. In de houdbare pakketten zit eigenlijk vooral suiker en vet. Een blik in de tas en het is duidelijk dat het niet de meest gezonde boodschappen zijn. Chips, frisdrank en borrelnoten. In sommige tassen zit ook een pak koffie.
“Alle dingen die je nodig hebt, zitten er niet in”, zegt Melanie. Zij is een van de deelnemers aan de voedselbank. Ze komt hier sinds twee jaar, want als alleenstaande moeder van vijf kinderen is het niet makkelijk om rond te komen. Maar ze vindt het aanbod van de uitgiftepunten maar zwak.
“Shampoo, afwasmiddel en koffie zitten er bijna nooit bij. En veel van de producten zijn al tegen of over de houdbaarheidsdatum. Dat is hartstikke zonde; ik gooi die dingen thuis meteen weg. Dat eet ik niet. Ik ben geen dier.” Het frustreert haar dat ze veel producten eigenlijk maar één dag kan bewaren. Bovendien is het voor Melanie niet duidelijk of sommige producten bijvoorbeeld al zijn ingevroren of niet. Eigenlijk zou ze haar boodschappen het liefst zelf uitzoeken, zoals in een gewone supermarkt.
Winkelen
Die ‘luxe’ hebben de deelnemers van de Voedselbank aan de Gambiadreef niet, maar op een andere locatie in Overvecht is het wel mogelijk om zelf te winkelen. Bij de Voedselbankwinkel in buurthuis Burezina aan de Jeanne d’Arcdreef kunnen deelnemers rondlopen en kiezen welke producten zij nodig hebben en willen meenemen. Heel anders dus, dan de voorgesorteerde tas met boodschappen die je in een bepaald tijdslot moet ophalen. Ook de coördinatoren van de Voedselbank vinden het een stuk prettiger werken.
Tekst loopt door onder afbeelding
“Zo komen we erachter wat mensen écht nodig hebben van de levensmiddelen die we aanbieden”, zegt Lydia Klomp. Elizabeth Kooistra vindt het vooral fijner werken als er niet zo’n tijdsdruk heerst. Maar ze ziet ook wel dat een Voedselbankwinkel in De Boog niet gaat werken. “Ik heb maar opslagruimte voor twee grote karren, maar daar houdt het op. Na de uitgifte vandaag moet alles weer netjes worden opgeruimd. Er zijn ook andere mensen die van de lokalen gebruik maken – er wordt hier vanmiddag taalles gegeven aan kinderen met een buitenlandse achtergrond.” Een winkel met schappen en koeling opbouwen zit er hier dus niet in.
‘Snel snel’
Tot groot verdriet van vele deelnemers, vrijwilligers en organisatoren moet de Voedselbankwinkel in Burezina sluiten. Per 1 september 2022 is er op deze locatie geen ruimte meer voor het concept. Dat vertelde Nico Jongerius, voorzitter van de Voedselbank Overvecht, eerder aan DUIC. Volgens hem ligt de oorzaak van het besluit bij het nieuwe bestuur van het buurthuis. Dat bestuur zou geen permanente plek meer bieden voor de winkel. Wel zou deze locatie kunnen veranderen in een regulier uitgiftepunt. Maar ook Jongerius ziet liever af van een uitgiftepunt. Hij zegt de deelnemers niet het gevoel te willen geven dat alles ‘snel snel’ moet.
Beide Voedselbanklocaties in Overvecht zeggen krap te zitten en willen eigenlijk samenvoegen in één grote locatie. Klomp: “Je hoopt eigenlijk dat de Voedselbank overbodig wordt, dat niemand het nodig heeft.” Maar dat ziet Lydia Klomp voorlopig nog niet gebeuren. “Mensen die willen helpen, kunnen altijd doneren, financieel of in natura. Maar wat wij op dit moment vooral nodig hebben, is een pand. Daar zijn we al anderhalf jaar naar op zoek. We krijgen daarbij wel hulp van de gemeente, maar zoals ik zei, de zoektocht duurt al anderhalf jaar.” Hoe de toekomst van de Voedselbank in Overvecht eruit gaat zien, is nog onduidelijk. Maar dat alle hulp welkom is, dat staat vast.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.