Het CDA en Stadsbelang stellen vragen aan het Utrechtse college over de opgraving van menselijke resten onder de Marekerk in De Meern. Er zijn hierbij tientallen skeletten opgegraven en beschadigd. De omgang met de resten wekte bij hen, maar ook bij omwonenden vragen op. Zo gaat het onder andere over hoe respectloos dit verliep.
De resten werden opgegraven bij de herinrichting van het dorpscentrum, in opdracht van de gemeente. Hierbij raakte er veel beschadigd. Omdat het werkgebied niet afgeschermd was lagen de botten en schedels open en bloot voor het grijpen op straat. Veel buurtbewoners waren kwaad over de manier waarop de graafwerkzaamheden verliepen.
De vragen die het CDA en Stadsbelang hebben gesteld gaan onder andere over de vooronderzoeken op archeologisch en historisch gebied, of de aannemer zich heeft gehouden aan de voorwaarden van de vergunningen en wet- en regelgeving, of het college het eens is met hoe respectloos de gang van zaken is verlopen en of de regels hiervoor worden aangescherpt.
Inmiddels is het terrein afgeschermd door aannemer Van Wijk. De resten bleken afkomstig van een grafzerk uit 1866. De graafwerkzaamheden waren goedgekeurd omdat het alleen om de bovengrond ging en daar niet van werd verwacht dat er iets gevonden zou worden.
De werkzaamheden zullen voorlopig niet worden voortgezet en de gemeente gaat in overleg over wat de volgende stappen zijn.
1 Reactie
ReagerenEen beetje aannemer met verstand had dit ingecalculeerd, maar nu is Van Wijk uit Nieuwegein geen groot licht op het gebied van incalculeren.
Je weet dat vooral bij oude gebouwen als een kerk er niet altijd tekeningen zijn van graven en waar deze zich bevinden, zeker een bedrijf als Van Wijk die al jarenlang voor de gemeente Utrecht werkt had dit kunnen weten.
Een erg ongelukkige situatie voor omwonenden en de graven, en laten wij het dan maar niet hebben over de grafschennis van de overledenen en hun laatste rustplaats.