Dr. Jeanine Prompers van het UMC Utrecht en haar collega’s hebben een beurs van 3,6 miljoen euro ontvangen voor het Perspectief-programma MAESTRO. Met het geld kunnen de onderzoekers een technologie ontwikkelen die in een vroeg stadium voorspelt of een behandeling tegen kanker of diabetes type 2 aanslaat.

Behandelingen tegen kanker zijn niet altijd effectief, omdat een bepaalde behandeling bij de ene persoon wel aanslaat, maar bij de ander niet. Vaak blijkt pas lange tijd nadat een patiënt begonnen is met een behandeling of de behandeling ook aanslaat. Dat geldt ook voor zogenoemde leefstijlinterventies om ziektes die gelinkt zijn aan overgewicht – zoals diabetes type 2 – te voorkomen. Niet iedereen met overgewicht heeft bijvoorbeeld baat bij hetzelfde type dieet.

Dr. Jeanine Prompers en haar collega’s willen de vooruitzichten van deze mensen naar eigen zeggen gaan verbeteren. “Daarnaast zoeken we naar manieren om zorgkosten te verlagen. In het MAESTRO-project gaan we een techniek ontwikkelen die al vroeg kan aangeven of een behandeling gaat werken. We richten ons op verschillende patiëntengroepen: vrouwen met borstkanker, patiënten met uitzaaiingen van kanker in de lever en mensen met een voorstadium van suikerziekte.”

Technisch

Hoe werkt die technologie dan? Dat is een beetje een technisch verhaal, maar het komt erop neer dat de technologie metabole processen in het lichaam in kaart brengt. Het gaat dan bijvoorbeeld om hoe actief bepaalde cellen zijn, hoeveel energie ze gebruiken en hoe snel ze delen. “Dat kun je meten met bepaalde metabole markers, een soort merkstoffen”, legt Prompers uit. “Dat doen we met een speciale MRI-scanner met een hele hoge gevoeligheid: de 7-Tesla MRI. Veranderingen in het metabolisme tijdens een behandeling of leefstijlinterventie kunnen al heel vroeg de respons voorspellen. In dit project gaan we dat voor verschillende toepassingen onderzoeken.”

De technologie wordt ontwikkeld door Amsterdam UMC, Maastricht UMC+ en UMC Utrecht. Prompers is de programmaleider. “Deze beurs betekent heel veel voor mij”, zegt ze. “Het stelt mij in staat om samen te werken met MRI-experts, artsen en deskundigen om metabole imaging te ontwikkelen en direct te kunnen toepassen tijdens de behandeling van patiënten. Ook werken we samen met bedrijven die onze metabole imaging technologie mee helpen ontwikkelen en op de markt kunnen brengen, en last but not least, met de patiënten zelf! Op deze manier kunnen we echt impact maken.”