De werkplek van een Domtorengids: ‘Ik werk op het hoogtepunt van de Utrechtse geschiedenis’ | De Utrechtse Internet Courant De werkplek van een Domtorengids: ‘Ik werk op het hoogtepunt van de Utrechtse geschiedenis’ | De Utrechtse Internet Courant

De werkplek van een Domtorengids: ‘Ik werk op het hoogtepunt van de Utrechtse geschiedenis’

De werkplek van een Domtorengids: ‘Ik werk op het hoogtepunt van de Utrechtse geschiedenis’
Frank van der Steen op de Domtoren. Foto's Robert Oosterbroek / DUIC
‘Hoe vaak klim jij per dag de Domtoren op?’ Dat is de vraag die Frank-Xander van der Steen (25) het vaakst gesteld krijgt op een werkdag. Het antwoord is drie. “Dat is goed te doen hoor, alleen niet als je brak bent.” Eenmaal boven is het altijd een verrassing hoe het uitzicht is. Als Frank-Xander zijn (bij)baan als gids van de Domtoren ooit opgeeft, zal hij het uitzicht het meest missen.

‘Hoe vaak klim jij per dag de Domtoren op?’ Dat is de vraag die Frank-Xander van der Steen (25) het vaakst gesteld krijgt op een werkdag. Het antwoord is drie. “Dat is goed te doen hoor, alleen niet als je brak bent.” Eenmaal boven is het altijd een verrassing hoe het uitzicht is. Als Frank-Xander zijn (bij)baan als gids van de Domtoren ooit opgeeft, zal hij het uitzicht het meest missen.

Voor de masterstudent Internationale betrekkingen in historisch perspectief is de baan als gids en gastheer van de Domtoren een schot in de roos. “Ik werk nu op het hoogtepunt van de Utrechtse geschiedenis”, zegt Frank-Xander. “Dat is toch geweldig?” Het is niet verplicht om geschiedenis te studeren wil je gids op de Domtoren worden, maar is natuurlijk wel een fijne bijkomstigheid. “Ik vertel heel graag historische verhalen. Mijn vrienden plagen me er wel eens mee, als ik weer lekker op dreef ben. Hier kan ik mijn historische ei kwijt”, zegt hij met een knipoog.

‘Er zitten altijd wel Utrechters in mijn groep’

Frank-Xander vertelt tijdens de rondleiding graag over de Egmondkapel. Die kapel diende vanaf de vijftiende eeuw als woning van de torenwachter en later ook als gelagkamer. “De torenwachter woonde hier met zijn hele familie”, vertelt Frank-Xander enthousiast. “Hij had hier stiekem ook een barretje. Het verhaal gaat dat wanneer de schouten, zeg maar de middeleeuwse politie, naar boven kwamen, de bezoekers snel via een ladder aan de buitenkant de Domtoren af moesten. Soms had iemand te veel gedronken en viel hij van die ladder af. Daar komt de term ‘ladderzat’ vandaan.”

De favoriete plek van Frank-Xander in de Domtoren is overigens het carillon op zeventig meter hoogte. “Vanaf dat punt heb je een mooi uitzicht over de stad en het is altijd bijzonder om daar te staan wanneer het carillon speelt.”

Drukste zomer ooit

Frank-Xander loopt tijdens een dienst van vijf uur drie keer de Domtoren op en neer. Meer is niet toegestaan. Een fijne afwisseling met het vele studeren. Voordat hij aan zijn baan als gids begon moest hij overigens ook flink studeren; gids op de Domtoren word je niet zomaar. Je krijgt een dikke map mee met allerlei verhalen en feiten over de toren. Als proef op de som krijg je na het bestuderen ervan een mondelinge overhoring. Als je slaagt, mag je beginnen aan je eerste rondleiding. Dat vond Frank-Xander nog best spannend. “Ik was heel zenuwachtig, maar het ging wel goed geloof ik. Ik praatte alleen te snel.” Ondertussen heeft hij al honderden rondleidingen gegeven, zeker met de drukste zomer voor de Domtoren ooit achter de rug. Elke groep zat vol met het maximale aantal van veertig personen. Het toerisme neemt volgens Frank-Xander flink toe, zeker sinds de start van de Tour de France in Utrecht.

“Ik krijg veel Europeanen, maar ook Canadezen en Amerikanen. Ik heb trouwens ook altijd wel Utrechters in mijn groep. Die zijn hier vaak net komen wonen, of hebben het juist altijd nog een keertje willen doen.” Hij probeert zijn verhaal per groep af te stemmen. “Aan kinderen vertel je andere dingen dan volwassenen en aan een Canadees wat anders dan aan een Utrechter.” Hij probeert op alle vragen antwoord te geven, maar er is één vraag die vaker wordt gesteld die lastig te beantwoorden is. “Hoeveel bakstenen er in de Domtoren zitten. Tja, geen idee!”

‘In de Middeleeuwen zat er een geheim barretje in de Domtoren waar de term ‘ladderzat’ vandaan zou komen’

Naarmate je hoger in de Domtoren komt, wordt het trappenhuis nauwer. Frank-Xander legt uit dat de beklimming van de Dom dan ook vaker een beproeving is voor mensen met claustrofobie dan voor mensen met hoogtevrees. Hij staat stil om een groep te laten passeren, die je overigens goed hoort aankomen door het gehijg en gesteun. “U bent er bijna!”, roept Frank-Xander. “Dat zeiden ze beneden ook al”, roept iemand terug. Er kan geklommen worden tot 95 meter, de toren zelf is 112,32 meter hoog. De gids baalt als hij met een groep uiteindelijk boven aankomt en het mistig blijkt te zijn. “Soms zie je in de winter helemaal niks. Dat is na zo’n klim voor de groep wel een anticlimax.” Maar gelukkig is het vaak genoeg helder en kan er ver gekeken worden. “Amsterdam zie je al snel liggen en op hele mooie dagen zie je ook Rotterdam of Den Haag.” Dichter bij huis is ook veel te zien, waar Frank-Xander dan ook graag op wijst. “Zie je dat hoekhuisje aan de Kromme Nieuwegracht? Dat is het kleinste huis van Utrecht.”

Hij zag als gids de nieuwe bestrating van het Domplein per dag veranderen. Het stationsgebied houdt hij ook goed in de gaten. “Ik hoor het geluid van de bouwput hier elke dag”, zegt Frank-Xander terwijl hij boven op de Domtoren staat, “ik zie de hijskranen en gebouwen komen. Oh en zie je dit?” Hij wijst naar boven, naar het puntje van de toren. “Normaal staat er een windhaan op kerken, maar de toren heeft een uitbeelding van Sint-Maarten die zijn mantel met een bedelaar deelt. Leuk, toch?” Ja, wat is er niet leuk volgens Frank-Xander? “Ik weet niet, ik vind het gewoon heerlijk om op die toren te staan.”

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).