De werkplek van wegverkeersleider Corno Hardeman: ‘Wij bewaken de snelweg’ | De Utrechtse Internet Courant De werkplek van wegverkeersleider Corno Hardeman: ‘Wij bewaken de snelweg’ | De Utrechtse Internet Courant

De werkplek van wegverkeersleider Corno Hardeman: ‘Wij bewaken de snelweg’

De werkplek van wegverkeersleider Corno Hardeman: ‘Wij bewaken de snelweg’
Corno Hardeman op zijn werkplek bij de Verkeerscentrale
In een beveiligd, onopvallend gebouw op bedrijventerrein Papendorp wordt 24 uur per dag, zeven dagen per week het verkeer op de rijkswegen in Midden-Nederland in de gaten gehouden. Wegverkeersleiders houden via tientallen beeldschermen en computer- en live-verbindingen met medewerkers op de wegen het overzicht op het wegennetwerk.

In een beveiligd, onopvallend gebouw op bedrijventerrein Papendorp wordt 24 uur per dag, zeven dagen per week het verkeer op de rijkswegen in Midden-Nederland in de gaten gehouden. Wegverkeersleiders houden via tientallen beeldschermen en computer- en live-verbindingen met medewerkers op de wegen het overzicht op het wegennetwerk.

“Attentie, attentie, wil de bestuurder van het stilstaande voertuig contact opnemen via de noodtelefoon.” Aan het woord is Corno Hardeman. De 47-jarige wegverkeersleider zit aan een groot bureau met heel veel beeldschermen. Voor hem liggen vijf computermuizen in vijf verschillende kleuren om ze uit elkaar te houden. Via een intercominstallatie spreekt hij een bestuurder van een auto toe die met pech op de vluchtstrook in de Leidsche Rijntunnel staat. Hij herhaalt: “Attentie, attentie, wil de bestuurder van het stilstaande voertuig contact opnemen via de noodtelefoon.” De chauffeur stapt uit en loopt heen en weer over de vluchtstrook. “Ik weet niet of hij het hoort”, zegt een collega van Hardeman. “Als hij maar niet de snelweg oversteekt.”

In Nederland zijn vijf regionale verkeerscentrales. In deze centra houden wegverkeersleiders het verkeer in de desbetreffende regio’s in de gaten. “Wij bewaken de snelweg”, zegt Hardeman. Hij werkt al meer dan tien jaar als wegverkeersleider in Utrecht. “Wij zijn diegene die de rode kruizen boven de weg zetten. Wij zorgen voor de veiligheid op de wegen, openen en sluiten de spitsstroken, hebben contact met de hulpdiensten, zorgen ervoor dat de wegen zo snel mogelijk weer vrijgegeven worden en we sturen de weginspecteurs aan. Wij zijn de spin in het web. Wij moeten de doorstroming bevorderen en de veiligheid te vergroten bij ongevallen of pechgevallen.”

Corno zit in een grote ruimte met vijf anderen, ieder heeft een eigen bureau en veel apparatuur. “Vandaag ben ik verantwoordelijk voor de Leidsche Rijntunnel en alles wat daar net voor en net achter zit. Een bijzonder gebied, vanwege 1.600 meter lange tunnel.” Omdat het alarmsysteem zo gevoelig is, gaat het alarm om de paar minuten af. “Wanneer een automobilist plotseling op de rem gaat staan, of uitwijkt naar de vluchtstrook, gaat er bij mij een alarm af. Dat is heel anders dan tien jaar geleden, toen was de techniek nog lang niet zo ver.” Anno 2017 beschikken de wegverkeersleiders in heel Nederland over zo’n drieduizend camera’s. Ook de Leidsche Rijntunnel hangt er vol mee.

Vluchtstrook

Als het alarm weer klinkt, stijgt Hardemans concentratie. “Nu is er wat mis.” Op een van de camera’s is te zien dat een auto met de gevarenlichten aan tot stilstand komt op de vluchtstrook. “Ik ga hem nu proberen aan te spreken met de intercom.” De man reageert niet, met de telefoon in de hand loopt hij wat heen en weer. Hardeman belt een weginspecteur: “Ronnie, kun jij even gaan kijken in de Leidsche Rijntunnel, er staat iemand stil op de vluchtstrook.” Terwijl Hardeman belt, brandt er een rode lamp, zodat zijn collega’s weten dat hij niet aanspreekbaar is. Als hij opgehangen heeft, vertelt hij: “Als wij zoiets zien gebeuren, starten wij een traject. Ik probeer contact te leggen met de bestuurder en stuur er een zogeheten weginspecteur op af. Tegelijkertijd wordt er een berger gecontacteerd, die de auto van de man kan wegslepen. De ANWB komt ook soms, maar die mag niet sleutelen langs de snelweg.”

De wegverkeersleider zoomt in met de camera’s: “Je ziet dat de man rustig is en niet zenuwachtig. Dat maakt ons werk makkelijker. De auto’s razen voorbij, er is veel lawaai.” Om ruimte te maken voor de helpers die eraan komen, besluit Hardeman de rechterrijstrook af te sluiten voor verkeer. “Ik ga nu het rode kruis aanzetten.” Niet veel later rijdt er geen verkeer meer op de rechterrijstrook. Een paar minuten later is op een beeldscherm te zien dat de berger, een vrachtauto, achter het stilstaande voertuig parkeert. “Dat doet hij voor de veiligheid. Pas als de weginspecteur er ook is, kan de berger zijn vrachtwagen vóór de stilstaande auto zetten. En dan zet de weginspecteur zijn auto achter de stilstaande auto om de procedure zo veilig mogelijk te maken.”

Beveiligd

Het gebouw waar Hardeman werkt, is goed beveiligd. Bezoekers moeten drie keer door een beveiligde deur en hun legitimatiebewijs voor de camera’s houden om verder te kunnen wandelen. Niet zonder reden. “Hier komt alle informatie over het verkeer in Nederland samen; in het gebouw zit behalve de regionale verkeerscentrale ook het landelijke centrum. Het is allemaal gevoelige materie. Als hier wat gebeurt, ligt de verkeersinformatievoorziening redelijk plat.” Uiteraard zijn er ook back-ups; op een strategische plek in de zaal staan twee grote metalen koffers. “Als er brand uitbreekt, kunnen we met de apparatuur in deze koffers op een andere plek verder werken.”

Hoe vervelend de wegverkeersleider het ook vindt voor weggebruikers, hij vindt zijn werk extra leuk als er iets aan de hand is op de Utrechtse snelwegen: “Ons werk maakt echt een verschil bij incidenten. Als er ongevallen of pechgevallen zijn, moeten wij ervoor zorgen dat het verkeer zo veilig mogelijk langs het incident kan en de doorstroming zo soepel mogelijk verloopt. Hoe groter het incident, hoe groter de uitdaging. Stressbestendigheid komt ook van pas.”

Ook staan de wegverkeersleiders regelmatig in contact met hulpdiensten: “Wij zien ongelukken gebeuren via de camera’s en bellen indien nodig de ambulance of de brandweer. Ook staan wij in contact met de politie.”

Bij de automobilist die stilstaat in de Leidsche Rijntunnel is ondertussen ook de weginspecteur aangekomen. De man blijkt geen pech te hebben en er is ook geen sprake van een ongeluk – hij staat stil in omdat hij vergeten was te tanken. “Gelukkig heeft de berger altijd een jerrycan benzine in de auto.” De man kan zijn weg vervolgen, en de wegverkeersleider haalt de rode kruizen boven de snelweg weer weg. Voertuigen nemen weer bezit van het asfalt.

1 Reactie

Reageren
  1. Arjan Verhoeven

    “De ANWB komt ook soms, maar die mag niet sleutelen langs de snelweg.”

    Wordt tegenwoordig iedereen eerst weggesleept? Of geldt dat alleen in een tunnel? De helden van de ANWB hebben mij meerdere keren naast het razende verkeer weer op weg geholpen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).