De rechtbank in Utrecht heeft een 37-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar voor het opzettelijk doden van een medewerker van een shoarmazaak aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht. Dit gebeurde ruim veertien jaar geleden.

Op 9 november 1999 werd een medewerker van shoarmazaak ‘Hazar’ aan de Amsterdamsestraatweg in Utrecht dood aangetroffen. Hij was door messteken om het leven gebracht en in de kassa ontbrak geld. Op en rond deze kassa, maar ook op andere plekken in de zaak werden bloedsporen aangetroffen. Jarenlang heeft het DNA-profiel, dat op basis van deze sporen kon worden samengesteld, liggen wachten in de DNA-databank.

In 2011 kwam er een doorbraak toen de verdachte werd veroordeeld voor een diefstal. In 2012 werd de afname van zijn celmateriaal bevolen. Hij kwam niet opdagen, werd gesignaleerd en enkele maanden later aangehouden op Schiphol. Begin 2013 rapporteert het NFI een DNA-match met een spoor in de shoarmazaak. Op 18 juni 2013 wordt de man aangehouden en sinds die tijd zit hij vast.

Volgens de rechtbank heeft de verdachte het slachtoffer om het leven gebracht om de diefstal van 515 gulden makkelijker te maken. De rechtbank vindt een langdurige gevangenisstraf passend voor “de brute, buitensporig gewelddadige” wijze waarop de verdachte het slachtoffer heeft doodgestoken en geld uit de zaak heeft geroofd.