De groepsaanpak van problematische jeugd in Utrecht heeft geen echte verbeteringen opgeleverd in de benadering van probleemjongeren door de gemeente Utrecht en politiemedewerkers. Dat concludeert onderzoeksbureau Beke in haar rapport ‘Rechtgetrokken‘, een procesevaluatie van de aanpak. Hoewel er binnen het project over het algemeen goed is samengewerkt met de betrokken instanties wordt de aanpak gekarakteriseerd als repressief en weinig innovatief.
Bedreigingen aanleiding pilot
De resultaten van het onderzoek door bureau Beke, dat al in juni dit jaar werd afgerond, kwamen eind oktober pas naar buiten door een publicatie op de website van de wegwijzer Jeugd en Veiligheid, die burgers informeert over activiteiten van Rijk en gemeenten over het onderwerp jeugd en veiligheid. Problematische jeugdgroepen zijn al langere tijd onderwerp van wetenschappelijke en maatschappelijke debatten. Diverse gemeenten in Nederland, waaronder Utrecht, kampen met dergelijke problematiek. Mede door recente, zeer ernstige bedreigingen in de richting van politiemedewerkers door groepen probleemjongeren heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie de landelijke pilot ‘Scheve beelden’ gestart. Deze pilot richt zich op de ontwikkeling van betekenisvolle interventies. De politie, gemeente en het Openbaar Ministerie van Utrecht hebben besloten om een experimentele aanpak te ontwikkelen voor een overlastgevende groep jongeren. Bureau Beke is gevraagd om deze aanpak vanaf het begin te monitoren en van de resultaten verslag te doen.
Jeugdgroep Kanaleneiland centraal
In ‘Rechtgetrokken?’ doet onderzoeksbureau Beke verslag van de procesevaluatie van de aanpak van een problematische jeugdgroep op Kanaleneiland in Utrecht in het kader van het project ‘Scheve Beelden’. Deze groep bestaat uit ongeveer 40 Marokkaans-Nederlandse jongeren, die in de loop van de tijd is gegroeid van 18 jongeren tot 44 jongeren in 2011 en zich heeft ontwikkeld van hinderlijke tot overlastgevende jeugdgroep volgens de Shortlist Problematische Jeugdgroepen. De groep hangt rond op en rond het winkelcentrum (Kanaleneiland-Zuid) en is al sinds 2000 in beeld bij de politie. De meesten van hen zijn meerderjarig en vrijwel iedereen heeft een strafblad, vaak voor auto- en woninginbraak. Ze zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor zo’n 300 strafbare feiten.De jongeren blijken vaak moeilijk aanspreekbaar en soms ronduit vijandig. Daarnaast is er vanuit de groep geweld gepleegd of is daarmee gedreigd, richting politie en anderen met een publieke taak.
Scheef beeld over rol politie en justitie
Verschillende ontwikkelingen in de regio en stad zijn van invloed geweest op de aanloop naar en start van het project ‘Scheve Beelden’. De belangrijkste aanleiding voor het project is de onvrede bij met name de politie over de wijze waarop de aanpak van problematische jeugdgroepen in Kanaleneiland tot dan (medio 2010) gestalte heeft gekregen. Op uitvoerend niveau constateren politiefunctionarissen, waaronder de wijkagenten, dat de aanpak van probleemgroepen niet consequent en intensief genoeg is. Burgers durven geen aangifte te doen uit angst voor represailles en als er al een melding komt, is het uiteindelijke resultaat mager. De reden om het project ‘Scheve Beelden’ te noemen, is dat bij de burger een vertekend beeld is ontstaan over wat politie en justitie doen om de problemen aan te pakken. Doel was om deze ‘scheve beelden’ recht te trekken.
Repressief en weinig innovatief
Over het gehele proces bezien, blijven de doelstellingen in ontwikkeling en moeilijk meetbaar. In de effectevaluatie constateert Bureau Beke desondanks, dat er binnen het project over het algemeen goed is samengewerkt met de betrokken instanties. Wel karakteriseren ze de aanpak als repressief. De vooraf beoogde preventieve en zorgkant van de aanpak, waaronder de investering in positieve kopstukken, is niet goed uit de verf gekomen. Binnen het project is de ontwikkeling van innovatieve methodieken niet van de grond gekomen. Wel zijn er bestaande methodieken toegepast die mogelijk innovatief te noemen zijn: de overlasttelefoon, de plus-min-meetmethodiek en het loslaten van de leeftijdsgrenzen door het OM.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.