Het budget voor het Utrechtse project Onze Toekomst wordt met 1,7 miljoen verlaagd tot circa 5 miljoen euro. Het Rijk stelt na eind 2012 geen extra middelen meer beschikbaar voor de aanpak van de problematiek van de Marokkaans-Nederlandse jongeren. Desondanks wil het college doorgaan met de meest succesvolle maatregelen uit het project, maar dan gericht op alle problematische jongeren.

Een op de tien Utrechtse Marokkaans-Nederlandse jongeren werd vorig jaar verdacht van een misdrijf. Dat is bijna vier keer zoveel als bij alle Utrechtse jongeren. Ook is het aantal schoolverlaters onder Marokkaans-Nederlandse jongeren hoger (6,6 procent) en zijn zij vaker  werkeloos (3,4 procent). Dat blijkt uit de deze week verschenen monitor Marokkaans-Nederlandse risicojongeren. De monitor is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken in 22 gemeentes die deel uitmaken van het samenwerkingsverband Aanpak Marokkaans-Nederlandse risicojongeren.

De gemeentes werken al vanaf 2009 samen met vier ministers om criminaliteit, overlast, schooluitval en werkloosheid onder Marokkaans-Nederlandse risicojongeren te verminderen. In Utrecht is daarvoor vorig jaar het programma Onze Toekomst opgezet. Uit de vorige week verschenen monitor blijkt, dat er weinig vooruitgang is geboekt. Volgens een brief van het Utrechtse collega aan de gemeenteraad is dat te wijten aan de ingewikkelde problematiek en het feit dat het project Onze Toekomst pas vorig jaar is gestart. De monitor laat wel enige vooruitgang zien op het gebied van de criminaliteit. Met veel van de Marokkaans-Nederlandse jongeren gaat het goed.