Het Openbaar Ministerie in Arnhem heeft in hoger beroep 13 jaar cel geëist tegen de inmiddels 49-jarige man die verdacht wordt van het doden van een 76-jarige kaasboer in Utrecht in 2014. De verdachte was al eerder veroordeeld tot tien jaar cel maar ging in hoger beroep.

Het slachtoffer stond bekend als ‘de kaasboer’ omdat hij met een marktkraam kaas verkocht bij een supermarkt. ’s Avonds werkte de kaasboer als taxichauffeur en bracht prostituees naar de tippelzone. Op die manier was hij een bekende in het verslaafdenmilieu.

Zo was het slachtoffer ook in contact gekomen met de verdachte en zijn vriendin die bij hem in huis kwamen wonen. Zij was zwanger en kon haar werk als prostituee niet meer doen en kon ook geen drugs meer gebruiken. Ook hielp de kaasboer de verdachte met het beheer van zijn geld.

Wat precies het motief of de aanleiding was tot de doodslag, is lopende het onderzoek niet duidelijk geworden. De verdachte zelf ontkent iets te maken te hebben met de dood van het slachtoffer. Het bewijs tegen de verdachte is vooral gelegen in aangetroffen kleding. Deze werd, samen met een telefoon, gevonden in een vuilniszak die met een vuilnisboot op weg was van Utrecht naar Rotterdam. Op de aangetroffen kleding van de verdachte zat niet alleen DNA van de verdachte maar ook bloed, huid- en hersenweefsel van het slachtoffer.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot tien jaar cel, na een eis van dertien jaar. De verdachte ging in hoger beroep. De uitspraak volgt op 3 juli.