De Tweede Kamerfractie van de PvdA heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie om opheldering gevraagd rond de zogenaamde ‘spottersopleidingsoefeningen’ van de politie Utrecht. Als voorbereiding op Koninginnedag houdt de politie tussen 10 en 26 april zes maal dergelijke oefeningen op het Centraal Station Utrecht. Daarbij letten agenten op mensen die afwijkend gedrag vertonen.  

Bij de spottersmethodiek, afgeleid van de in Israël ontwikkelde methode Search, Detect, React (SDR), houdt een groep agenten een mensenmenigte nauwlettend in de gaten. Daarbij wordt geprobeerd om op basis van afwijkend gedrag te bepalen wie mogelijk iets kwaads in de zin heeft om hen vervolgens uit de massa te vissen en aan te spreken. In Utrecht nemen telkens ongeveer 20 agenten deel aan de oefeningen, waarvan tweederde in uniform. Op dit moment wordt de methodiek onderwezen aan de Politieacademie. Daar ziet men het scannen van massale groepen mensen op crimineel, gewelddadig en/of terroristisch gedrag als taak voor politie- en beveiligingfunctionarissen die bijvoorbeeld in een binnenstad, luchthaven, station, stadion of bij evenementen dienst doen. Daarbij worden de grote stations, zoals Utrecht CS, gebruikt als trainingslocaties.

Eerder al vroeg de Utrechtse gemeenteraad om uitleg over nut en noodzaak van de oefeningen aan burgemeester Wolfsen. Ook de Tweede Kamerfractie van de PvdA wil nu opheldering.