De 49-jarige man die wordt verdacht van het doden van de 76-jarige kaasboer Cees Witteveen in Utrecht in 2014 is in hoger beroep veroordeeld tot 13 jaar gevangenisstraf. De man was al eerder veroordeeld tot tien jaar cel, maar ging in hoger beroep. 

De 76-jarige man, Cees Witteveen, stond bekend als ‘de kaasboer’ omdat hij met een marktkraam kaas verkocht op het Willem van Noortplein. ’s Avonds werkte de kaasboer als taxichauffeur en bracht prostituees naar de tippelzone. Op die manier was hij een bekende in het verslaafdenmilieu.

Zo was het slachtoffer ook in contact gekomen met de verdachte en zijn vriendin die bij hem in huis kwamen wonen. Zij was zwanger en kon haar werk als prostituee niet meer doen en kon ook geen drugs meer gebruiken. Ook hielp de kaasboer de verdachte met het beheer van zijn geld.

DNA

Op kleding van de 49-jarige verdachte is DNA-materiaal van de kaasboer aangetroffen, dat daar terecht is gekomen op het moment dat het delict is gepleegd. De verdachte verklaarde dat dit is gebeurd doordat een derde persoon de woning van Witteveen is binnengegaan en daar kleding van hem heeft aangetrokken om Witteveen vervolgens van het leven te beroven. Het gerechtshof vindt dit alternatieve scenario niet aannemelijk, omdat daarvoor geen concrete aanwijzingen bestaan.

Daarnaast heeft het gerechtshof op grond van een getuigenverklaring vastgesteld dat de verdachte al uitlatingen over de dood van Witteveen heeft gedaan op een moment waarop het slachtoffer nog niet gevonden was.