OM eist 17 jaar cel voor leden liquidatiebende in hoger beroep | De Utrechtse Internet Courant OM eist 17 jaar cel voor leden liquidatiebende in hoger beroep | De Utrechtse Internet Courant

OM eist 17 jaar cel voor leden liquidatiebende in hoger beroep

OM eist 17 jaar cel voor leden liquidatiebende in hoger beroep
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep tegen 5 verdachten gevangenisstraffen van 16 (in 3 zaken) en 17 jaar (in 2 zaken) geëist in het zogenaamde onderzoek ’26Koper’.

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep tegen 5 verdachten gevangenisstraffen van 16 (in 3 zaken) en 17 jaar (in 2 zaken) geëist in het zogenaamde onderzoek ’26Koper’.

De 5 mannen worden onder meer verdacht van voorbereidingshandelingen voor het plegen van 1 of meer moorden. Ook hadden verdachten een groot aantal wapens en veel munitie voorhanden in Nieuwegein en maakten zij deel uit van een criminele organisatie.

In het onderzoek in deze zaak zijn 92 (vol)automatische wapens, 16 geluiddempers en 9 scherfhandgranaten gevonden. Daarnaast zijn ook 33 patroonmagazijnen en 4600 kogelpatronen in beslag genomen. Ook vond de politie een boekhouding met inkomsten uit drugshandel.

Uitzendbureau voor moorden

Het OM spreekt van een uitzendbureau voor moorden. “Moorden op bestelling. Professioneel, bedrijfsmatig opererend, voorzien van de goede spullen, met medewerkers die op elkaar ingewerkt zijn en beschikken over de daarbij passende mentaliteit.”

Op 28 november 2016 veroordeelde de rechtbank in Amsterdam verdachten tot gevangenisstraffen van 7 en 8 jaar. Het OM ging in hoger beroep tegen dit vonnis. De rechtbank en het OM verschillen van mening over of er hier sprake is van voorbereidingshandelingen voor moord.

De vraag die in dit hoger beroep op tafel ligt is aan welke eisen moet zijn voldaan om te komen tot voorbereidingshandelingen. Het antwoord op deze vraag is volgens het OM van cruciaal belang bij het voorkomen van liquidaties.

Voor het bewijzen van die voorbereidingshandelingen moet het volgens de rechtbank duidelijk zijn dat ‘de contouren van het beoogde misdrijf’ vaststaan. Zo zou onder meer duidelijk moeten zijn wie verdachten willen vermoorden. Het OM vindt dat de rechtbank de lat hiermee te hoog legt.

Criminele intentie

Het OM vindt dat er sprake is van voorbereidingshandelingen als bewezen kan worden welk strafbaar feit verdachten van plan waren te plegen. “Vast moet staan dat de criminele intentie van verdachten gericht was op onder meer het plegen van een moord. Tijd, plaats en mogelijk slachtoffer is daarbij niet van belang.”

Het Gerechtshof in Amsterdam doet op 11 maart uitspraak.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).