Het Rijk gaat de gemeente Utrecht financieel steunen met de bed-bad-broodvoorzieningen. In ruil daarvoor doet de gemeente mee aan een pilot waarmee de begeleiding van uitgeprocedeerde asielzoekers moet worden verbeterd. Daarmee krijgt de gemeente erkenning voor haar aanpak van de opvang van vreemdelingen.
Tot dat akkoord zijn het Rijk en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) 29 november gekomen. Het is het resultaat van jarenlange, vaak moeizame gesprekken tussen de overheid en gemeenten over de wijze van opvang van ongedocumenteerde vreemdelingen.
Naar verwachting zullen naast Utrecht ook de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Groningen gevraagd worden door het Rijk om mee te doen met de 3-jarige pilot ‘Landelijke Vreemdelingen Voorziening’. Met de pilot moet niet alleen voor bed, bad en brood worden gezorgd, maar ook voor ‘duurzamere’ oplossingen voor de asielzoeker, zoals legalisering van verblijf of vrijwillige terugkeer.
Tevreden
De gemeente is tevreden met de samenwerking. “Utrecht beschouwt het akkoord als erkenning voor deze lokale aanpak waarvoor in de stad veel steun is”, vertelt Maarten van Ooijen, wethouder asiel en integratie. “De nieuwe afspraken bieden mogelijkheden om de opvang en begeleiding verder te versterken en te bestendigen.”
Utrecht werkt in haar bed-bad-broodopvang nauw samen met organisaties als Stichting Noodopvang Utrecht, Vluchtelingenwerk, Toevlucht, STIL, Seguro, Tussenvoorziening en Leger des Heils. Met de pilot wordt in het vervolg ook samengewerkt met onder andere de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer & Vertrek.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.