Een 27-jarige man is door de rechtbank Midden-Nederland vrijgesproken van doodslag op zijn vijf maanden oude dochtertje in november 2013 in Utrecht. Ondanks dat het fatale letsel toegebracht moet zijn door een persoon kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte degene is geweest, die zijn dochtertje het letsel heeft toegebracht waardoor zij is overleden.

Het OM eiste afgelopen 13 november vier jaar voor het ‘doodschudden’ van de baby. In het onderzoek dat ze hebben gedaan kwamen de volgende feiten aan het licht:

Op de bewuste dag sliep het kindje normaal, lachte en at. Om ongeveer drie uur ’s middags laat de moeder het kindje, dat in bed ligt te slapen, achter bij de vader om haar moeder op te halen uit het ziekenhuis. In het ziekenhuis krijgt ze een telefoontje van de man die haar dringend vraagt om naar huis te komen omdat de baby niet meer ademt. De oma zegt hem 112 te bellen. De ambulance brengt het kindje dan met spoed over naar het ziekenhuis waar bloedingen worden geconstateerd in de hersenen, in het oog en aan het netvlies. Er is nog wel hartslag maar het kindje is comateus. De volgende ochtend overlijdt ze.

De rechtbank concludeert, samen met deskundigen, dat het baby’tje is overleden aan de gevolgen van (hersen-)letsel dat door een persoon is toegebracht. Uit onderzoek door medische deskundigen kan echter niet worden vastgesteld wanneer dat letsel precies is toegebracht. Verder zijn er geen aanwijzingen die dat duidelijk maken.

De verdachte was die bewuste middag niet de hele tijd alleen met zijn dochtertje in de woning aanwezig. De rechtbank kan daarom niet met voldoende zekerheid vaststellen dat het de verdachte moet zijn geweest, die het letsel heeft toegebracht en spreekt hem daarom vrij.