Festivalgangers Hans en Annie – “laat die achternaam maar zitten hoor” – zijn pronte vijftigers. Ze zijn naar eigen zeggen ‘gek’ op oude muziek, fervente festivalbezoekers in vele jaren maar hielden gisteren wel even een pauzedagje door aandacht te besteden aan hun kleinkinderen. Zo trokken ze met het jonge drietal door de Utrechtse binnenstad met als hoogtepunt de beklimming van de 110 meter hoge Domtoren.
Door: Rob van der Hilst
Hans, een beetje blozend: “We logeren deze week bij onze zoon en schoondochter hier in de binnenstad en dan wil je toch ook wel even laten merken dat je grootouders bent”. Annie: “Maar we gaan er woensdag weer vol tegenaan hoor”.
Beide oude muziekliefhebbers staan voor een vrij grote groep festivalbezoekers – niet alleen uit Nederland afkomstig maar uit heel Europa en tot ver daarbuiten – die voor drie, vier dagen hun tenten in Utrecht opzetten (soms ook letterlijk, op een camping) of zelfs voor de gehele festivalperiode van tien dagen. Zij hebben het er graag voor over.
Het is zowel een mooie afsluiting van weken van welzalig nietsdoen thuis en af en toe de vrije natuur intrekken als dat het het begin markeert van de alledaagse normaliteit. Voor Hans betekent dit vanaf volgende week weer volop ‘douwen’ in de supermarkt waarvan hij de bedrijfsleider is, voor Annie door welgemoed voor haar klas in de basisschool te staan. Want, zoals beiden zeggen, het festival met zijn prachtconcerten geeft volop energie. Hierbij speelt een grote rol de schoonheid van de Utrechtse binnenstad, dat alle concerten zo gemakkelijk te belopen zijn en… het gevarieerde winkelaanbod. .
Hans: “Ik liep gisteren pardoes tegen een boekantiekwinkeltje aan (Aleph aan de Vismarkt, red.) waar ze de prachtigste boeken hebben, ook over oude muziek, en zelfs CD’s ervan. Daar was ik in al die jaren straal aan voorbij gelopen. Gek eigenlijk.” Annie: “Ook wat het eten betreft valt er het nodige te kiezen hier. Wij moeten wel een beetje op het geld passen maar als je al bij de Hema voor vijf euro een warme maaltijd kunt hebben dan valt het allemaal wel te doen.”
Wat beiden zo aantrekt in het festival?
Annie: “De sfeer” Hans: “En dat je in korte tijd zoveel moois op je bordje krijgt.” Annie: “Het publiek dat ook zo sympathiek is en ook de medewerkers van het festival. Heel gastvrij en netjes zijn die mensen.” Hans: “Je merkt dat het beluisteren van levende muziek toch je ware is hoor” Annie: “We ontmoetten gisteren in het bezoekerscentrum in het Pandhof een stel dat net als wij ook voor de volle festivalperiode gaan. Wij kenden elkaar niet maar binnen vijf minuten raakten we op een manier aan de praat alsof wij elkaar al jaren kenden. Dat was heel leuk.”
En wat gaan beide vandaag doen?
Hans haalt een bos toegangskaartjes tevoorschijn en wappert er vrolijk-verzuchtend mee: “Geen idee, maar zoeken wij vanavond bij onze zoon wel weer uit”. Annie: “Wij gebruiken het dunne festivalboekje als een soort reisgids dus dat komt allemaal best in orde. Waarvoor we kaarten kochten, daarvoor hebben wij dan daarbij kruisjes gezet. Je wordt hier echt geleefd hoor door de oude muziek. Heerlijk!”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.