Het Universiteitsmuseum Utrecht is tijdelijk dicht, allemaal voor een flinke opknapbeurt. Na de grootschalige verbouwing is het tijd voor de herinrichting. Vijf nieuwe tentoonstellingen zijn in de maak, allemaal met veel interactieve onderdelen. Wat komt er allemaal kijken bij het ontwikkelen van zo’n tentoonstelling? Het museum lichtte een tipje van de sluier op.
Een anatomische verzameling is er op dit moment niet te vinden in het Universiteitsmuseum Utrecht. De collecties van skeletten en grote glazen potten met sterk water hebben plaatsgemaakt voor ladders en bouwlampen. Het museum en de bijbehorende Oude Hortus in het centrum van de stad worden volledig verbouwd en heringericht. Het was hoog tijd voor een grote opknapbeurt volgens het Universiteitsmuseum, want het aantal bezoekers van het museum rijst de afgelopen jaren de pan uit.
Eigenlijk zou de instelling al in 2018 gaan verbouwen. Door kritiek op het ontwerp van de gevel zijn de werkzaamheden toen uitgesteld. Na de aanpassing van het ontwerp kon de verbouwing dan toch van start gaan. Inmiddels dalen de stofwolken alweer neer in het gebouw aan de Lange Nieuwstraat. De verbouwing is zo goed als achter de rug. Maar daar houdt het niet op. Het is nu tijd voor de volgende monsterklus: het herinrichten van het volledige museum. Achter de schermen is een heel team van medewerkers bezig met het uitdokteren van de nieuwe tentoonstellingen.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Vandaag test het museum of de onderdelen van die tentoonstelling aanslaan bij het publiek. Een aantal gezinnen komt de nieuwe opdrachten daarom uittesten. Dat gebeurt bij Sonnenborgh, in een ronde zaal met een hoog dak van glas. Hier staan enkele opdrachten voor de nieuwe tentoonstelling opgesteld – althans, een prototype daarvan. Op de eerste tafel liggen vier ronde trommels met zand erin, iedere trommel met zand komt uit een andere stad. Midden in de bakken zit een gaas gespannen. Lang hoef je er niet over na te denken: het werkt als een zeef. En inderdaad, nadat je de trommel een paar keer heen en weer beweegt, zie je dat er meer dan alleen zand in zit. Een stukje bot, een schelpje. Maar de buit is niet overal hetzelfde. Hoe zit dat dan? Daarvoor moet je verder op onderzoek uit.
‘Hands on’
Het ontwerpen van een tentoonstelling omvat meer dan het ophangen en uitstallen van de collectie, legt Charlotte Gentenaar uit. Als educatiespecialist werkt zij in het Universiteitsmuseum aan het ontwerpen en ontwikkelen van de nieuwe tentoonstellingen. In die tentoonstellingen moeten veel ‘interacties’ zitten. “Interacties zijn onderdelen waarbij je wordt uitgenodigd om deel te nemen, om je handen uit je mouwen te steken. Een motto dat wij hebben, is ‘hands on, minds on’. Je staat dan dus niet alleen maar te kijken naar een tentoonstelling.” De opdrachten die straks in het museum komen, moeten de bezoekers prikkelen om over de tentoonstelling na te denken.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Bodemmonsters
De opdracht die je net deed, met zand uit vier steden, is geïnspireerd op het werk van de bioloog Pieter Harting. Hij leefde midden in de 19de eeuw en deed onderzoek naar de samenstelling van de bodem. Bodemmonsters vanuit het hele land werden naar zijn werkplaats gestuurd, waar hij ze verder onderzocht. Bezoekers van alle leeftijden kunnen bij het Universiteitsmuseum als het ware met Harting meedoen. “De hele familie kan meewerken aan het onderzoek”, vertelt Gentenaar. “We vinden het heel belangrijk om de hele familie gezamenlijk te betrekken bij de interactieve onderdelen. Het idee is dat ze samen gaan onderzoeken, samen vragen gaan stellen.” Zoals: wat doen die kleine schelpjes eigenlijk in de bodem bij Amersfoort?
Bij de tweede tafel vind je een plattegrond van Nederland. Ook hier liggen bodemmonsters van verschillende plaatsen in Nederland te wachten op onderzoek. Daar zijn ze weer, die schelpjes. Maar je vindt ze op plekken die niet bepaald kustplaatsen zijn. Toch klopt het, vertelt Charlotte Gentenaar lachend: “Ken je de uitspraak ‘Amersfoort aan Zee’ misschien? Het water kwam vroeger echt zo ver. Dat kan je je nu niet meer voorstellen.” Zo’n 120.000 jaar geleden was het een stuk warmer op aarde – er heerste toen een interglaciale periode. Het ijs smolt en de zeespiegel steeg. De zee kwam destijds een heel stuk verder Nederland in en nam zo sediment en schelpjes mee naar bijvoorbeeld Amersfoort.
Tekst gaat verder onder afbeelding
Bleuland
De herinrichting van het Universiteitsmuseum Utrecht betekent overigens niet dat bijvoorbeeld het Bleulandkabinet, de eerdergenoemde anatomische verzameling, uit het museum verdwijnt. Juist in Utrecht – de stad met een faculteit Geneeskunde en de enige faculteit Diergeneeskunde van Nederland – horen de skeletten en glazen potten echt in de tentoonstelling, vindt Aniek Bax. Zij is projectleider presentatie bij het Universiteitsmuseum. Dat betekent dat ook de enigszins spannende collectie van hoogleraar Jan Bleuland in een nieuwe jas wordt gestoken.
Bax wijst een touchscreen aan. “Teken maar een hart, zoals jij denkt dat het eruitziet. Eentje met kamers, hartkleppen en boezems. Dat is moeilijker dan je denkt.” De tekeningen van eerdere bezoekers verschijnen in beeld, en die verschillen behoorlijk van elkaar. Een voorbeeldhart zou handig zijn. “Daar heeft Diergeneeskunde ons bij geholpen”, zegt Bax, terwijl ze een kanjer van een hart erbij pakt. “Dit is een geplastineerd runderhart. Om een hart te tekenen, moet je er eerst goed naar leren kijken. Leren onderzoeken, dat we hiermee aanwakkeren.” Met nadruk: “De opdrachten moeten stimuleren om verder te gaan met onderzoeken. Er komt geen rood scherm met ‘fout’ in beeld als je tekening nog niet helemaal klopt.”
Samen leren, samen onderzoeken en samen vragen stellen, dat staat de bezoekers van het vernieuwde Universiteitsmuseum Utrecht straks te wachten. Het museum verwacht de deuren in de zomer van volgend jaar weer te kunnen openen voor publiek. Voordat het zover is, worden de tentoonstellingen nog volop uitgetest en bijgeschaafd, zodat ze klaar zijn voor een geslaagd bezoek.
Wil jij DUIC steunen en een prachtig boek met de beste fotografie en verhalen van Utrecht in 2021 ontvangen? Voor 24,95 euro is DUIC in 2021 te bestellen en daarmee steun je direct onze journalistieke werkzaamheden.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.