Het is ongetwijfeld het best verstopte monument van Utrecht. Van buiten zie je alleen een begroeide heuvel en de ingang aan de Doelenstraat moet je echt weten te vinden. Wat zich binnen openbaart is echter spectaculair. Niet alleen de stenen gewelven van een 16e-eeuws verdedigingswerk, maar ook een groot glazen dak met daaronder het atelier van de beeldhouwer Pieter d’Hont. Hier staan nog de ontwerpmodellen van vele beroemde beelden. Manenburg fungeert nog altijd als beeldhouwatelier — een perfecte bestemming — en is maar zelden open voor publiek.
Kanonnen
Manenburg ligt aan de stadsbuitengracht, niet ver van de Tolsteegbrug — destijds een stadspoort die vanaf het bolwerk verdedigd kon worden. Manenburg was één van de vier stenen bastions die stadsbouwmeester Willem van Noort rond 1550 bouwde. Opdrachtgever was de Habsburgse keizer Karel V, die het sinds enkele decennia ook in Utrecht voor het zeggen had. Doel was de verdediging van de stad tegen een nieuw gevaar: mobiele artillerie, oftewel verrijdbare kanonnen. Van Noort bedacht hierop een ingenieus antwoord, geïnspireerd op Italiaanse vestingwerken.
De bolwerken waren feitelijk uitstulpingen in de stadsmuur. Ze bestonden uit een driehoekig aardlichaam in de singel met daarachter een zware keermuur. Deze muur vormde een bijna halfrond binnenplein met aan weerszijden twee verdiepingen met kazematten (kanonskelders). De kazematten waren open naar het binnenplein toe zodat de kruitdampen konden vervliegen. Door deze destijds innovatieve constructie konden de soldaten de kanonnen snel opnieuw laden.
De drie meter dikke bakstenen buitenmuren van de kazematten zijn voorzien van — uiteraard even diepe — schietgaten. De onderste kazematten zijn vanaf de binnenplaats bereikbaar, de bovenste via twee oplopende gangen. Deze gangen komen bij de toegangspoort als een driespong samen met de gang die — onder de stadswal door — naar het binnenplein leidt.
Bovenop de bolwerken stonden woningen en dienstgebouwen. Op Manenburg staan ze nog steeds: een officierswoning en een arsenaal (munitieloods). Het lijken tegenwoordig wel huisjes op een heuvel, maar ze vormen dus eigenlijk een derde bouwlaag bovenop de kazematten.
Uniek in Europa
Van de vier Utrechtse bolwerken bestaan er nog drie: Manenburg, Sterrenburg en Zonnenburg, vlak bij elkaar gelegen aan de zuidzijde van de binnenstad. Ze behoren tot de best bewaarde bastions van Noord-Europa en hebben een unieke vorm.
Sterrenburg bleef slechts deels behouden en wordt particulier bewoond; de bewoner heeft een prachtige tuin aangelegd op de voormalige binnenplaats. Zonnenburg is het best bewaard; hier werden in de 19e eeuw het KNMI en de Sterrenwacht gevestigd. Tegenwoordig is het opengesteld als Museum Sonnenborgh. Door de restauratie en inrichting — waaronder een betonnen vloer — voelt Zonnenburg echter wat minder authentiek dan Manenburg.
Doordat er weinig gerestaureerd is heeft Manenburg een bijzondere sfeer. De tand des tijds is er niet afgepoetst. In de kazematten, waar de stenen nooit van hun plaats zijn geweest, is het vochtig en ruik je de eeuwen. In de muren zitten nog de terugslagringen waaraan bijna 500 jaar geleden de kanonnen met leren riemen waren vastgebonden.
Singelplantsoen
De bastions waren oorspronkelijk gebouwd ter verdediging van het Habsburgse rijk tegen Franse invallen. De bolwerken bewezen zich echter pas echt tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Ironisch genoeg weerstond Utrecht in 1578 een aanval door het Spaanse leger van Phillips II dankzij de bastions die zijn vader, Karel V, had laten bouwen!
Het militaire belang van de bastions nam in de loop der eeuwen af. Met de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterlinie verloren ze definitief hun functie. De bolwerken werden gebruikt als opslag, woning en zelfs stal. Vanaf 1830 werden de Utrechtse stadsmuren en verdedigingswerken ontmanteld. Landschapsarchitect Zocher ontwierp op de vrijgekomen ruimte het singelplantsoen. De bastions werden slechts gedeeltelijk gesloopt; van Manenburg maakte Zocher een romantische heuvel.
Stadsbeeldhouwer
In 1940 werd Manenburg het atelier van de beeldhouwer Pieter d’Hont. Door de binnenplaats eerst met golfplaat en later met een glazen dak te overdekken ontstond een ruim en licht atelier. Ondanks de ligging in het centrum heerst er een serene rust.
Pieter d’Hont werkte maar liefst 57 jaar in Manenburg, tot aan zijn dood. Veel bekende elementen uit het Utrechtse straatbeeld zijn hier ontstaan, zoals het beeldje van Anne Frank op het Janskerkhof, de Bizon aan de Beneluxlaan, de Man met kind in Park Transwijk en het Meisje op kermispaard van de Stadhuisbrug. Voorstudies en gipsmodellen van deze bekende beelden zijn nu nog in Manenburg te zien. Naast vrijstaande beelden maakte d’Hont ook reliëfs, zoals het timpaan van het stadhuis en de gevelversieringen van het SHV-kantoor aan de Rijnkade.
Eind jaren 50 gaf d’Hont in Manenburg beeldhouwles aan prinses Beatrix. Het verhaal wil dat het eeuwenoude secreet bij die gelegenheid is voorzien van een toiletpot. Later werd Beatrix meermaals door d’Hont geportretteerd. In de loop der jaren hebben veel bekende Nederlanders in Manenburg geposeerd, waaronder Willem-Alexander, kardinaal Alfrink, John Kraaykamp en Henk Vonhoff.
Stichting
Na het overlijden van Pieter d’Hont in 1997 stond Manenburg tijdelijk leeg. De eigenaar, woningbouwcorporatie Mitros, wilde het bolwerk verkopen en de nieuwe eigenaar zou het dan ingrijpend restaureren. Net op tijd rees het besef dat Manenburg als atelier met de oorspronkelijke sfeer behouden moest worden. Mitros bleef eigenaar en voor de exploitatie werd stichting Pieter d’Hont opgericht. Een van de bestuursleden is een zoon van de kunstenaar.
In 2000 vond een beperkte restauratie plaats, gecombineerd met archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. In 2001 werd Atelier Manenburg feestelijk geopend, waarbij een herinneringsplaquette voor Pieter d’Hont is geplaatst. Sindsdien fungeert Manenburg als ambachtelijk beeldhouwatelier. Momenteel werken de kunstenaars Dick Aerts en Amiran Djanashvili er dagelijks. Zij geven ook boetseercursussen.
Atelier Manenburg is open voor publiek tijdens monumentendagen, kunstmanifestaties en bij speciale gelegenheden. Bezoekers kunnen dan ook de expositie met werk van Pieter d’Hont bekijken in een van de bovenste kazematten. In 2014 is het glazen dak voorzien van nieuw helder glas en betere isolatie; Manenburg kan er dus voorlopig weer tegenaan.
Toekomst
Hopelijk strekt het recente overheidsbeleid, waarin woningcorporaties zich tot hun kerntaken moeten beperken, niet zo ver dat Mitros Manenburg zou moeten afstoten. Aan Atelier Manenburg moet namelijk vooral niets veranderen. Het is een historische en artistieke oase, midden in de stad, levend gehouden door hedendaagse kunstenaars.
De enige kleine verbetering die ik kan bedenken: Manenburg iets vaker openstellen voor publiek. Maar zeker niet zo vaak dat daar aanpassingen voor nodig zijn. Het moet een bijzonder avontuur blijven om de verborgen poort aan de Doelenstraat binnen te gaan.
Tip: bekijk ook deze video over Manenburg.
Utrecht staat vol met vergeten gebouwen: markante panden uit een ver of recent verleden waar iedereen zomaar aan voorbij loopt. Rondleider, publicist en monumentenfreak Arjan den Boer vestigt elke maand in tekst en beeld de aandacht op zo’n gebouw. Het liefst kijkt hij er ook binnen.
10 Reacties
ReagerenIk was er met de atelier route, ik was met stomheid geslagen, zo mooi, leuk dat Utrecht als oude stad dit soort geheimen heeft.
Leuk verhaal!
In hemelsnaam: bewaren, zo laten!
Mooi weer Arjan!
Zo vaak langs de Singel gelopen-en dan weet ik dit niet eens….
Bedankt voor het leuke artikel en de mooie foto’s!
Prachtig Arjan, mooi artikel!
Bedankt voor dit schitterende verhaal Arjan, weer één in een heel mooie serie!
Zo, lekker uitgebreid 🙂
Mooi verhaal Arjan de Boer! Welbedankt namens de stichting Atelier Pieter d’Hont die Manenburg exploiteert.
Zoals hierboven al gezegd: fijn dat er ruimte is voor diepgang. Een mooi lang stuk dat gemakkelijk wegleest. Erg interessant ook. Jammer dat het niet altijd toegankelijk is.