De kop is eraf: het 32ste Festival Oude Muziek Utrecht is begonnen. Deel 1 | De Utrechtse Internet Courant De kop is eraf: het 32ste Festival Oude Muziek Utrecht is begonnen. Deel 1 | De Utrechtse Internet Courant

De kop is eraf: het 32ste Festival Oude Muziek Utrecht is begonnen. Deel 1

De kop is eraf: het 32ste Festival Oude Muziek Utrecht is begonnen. Deel 1

Zal het nieuwe, koele beton van het vernieuwde en uitgebreide Muziekcentrum Vredenburg ergens eind-augustus 2014 de weer-ga-lo-ze afsluiting ook maar kúnnen benaderen van het eerste weekeinde van de 32ste oude muziekfestival? Het antwoord op deze vraag luidt (met Groot-Brittannië’s Iron Lady in het achterhoofd): nee, nee, nee.

Door: Rob van der Hilst

Want stelt u het zich eens voor om in feite vanmorgen ‘oervroeg’ te zitten in een prachtige, historische maar vrijwel verduisterde kerkzaal – dat van de Lutherse Gemeente aan de Hamburgerstraat – in de doodstille Utrechtse binnenstad met slechts een kleine lamp aan die op muziekstandaard en toetsenbord van het centraal-opgestelde klavecimbel is gericht. Dan wordt het geheid verstild raken.

Dat deed het ook bij de ruim honderd nachtelijke aanwezigen op het concert. Er ontstond daardoor SFEER, dus in het gros waarbij wát de klavecinist ook zou reproduceren van andermans composities er helemaal niet toe leek te gaan doen. Leek, want de Franse musicus Pierre Hantaï die deze finale van het eerste festivalweekeinde voor zijn rekening nam liet er geen gras over groeien. Maître lui-même vertolkte een 16de, 17de en vroeg-18de eeuws klavecimbelprogramma – met werk van Johann Jacob Froberger. William Byrd, Louis Couperin. George Frederick Handel en van de Vader aller musici en componisten Johann Sebastian Bach – waar de spreekwoordelijke stukken vanaf vlogen. Het laatste geldt zowel het virtuoze vuurwerk in het slot van een overwegend expressief-geaarde suite van Froberger en van de zogeheten luitsuite in e van Bach als ook in muziekstukken waarin lyriek de boventoon voert. Een werkelijk groots musicus is deze klavecinist die zich liet kennen als briljant ‘toetsenist’ (dit is een popuitdrukking trouwens).

De eerste drie dagen van het festival barstte al uit zijn voegen van de activiteiten. Daarvan was ook en menigmaal sprake wat publiekopkomst betreft. Door regelmatig, soms zelf massaal naar het Domplein op te stomen, voor op weg gaan-naar dan wel afkomstig zijn-van een van de vele concertlocaties in Utrechts historische binnenstad. Het centrale programmathema ‘Europa’ drukt zich ook, en hoorbaar, in taal uit. Namelijk in de vele spontane, onverwachte contacten tussen festivalbezoekers om en in het festivalcentrum dat in het Pandhof van de Dom is gevestigd. Ze zijn overal uit Europa en elders afkomstig.

Met het einde van de manifestatie 300 jaar Vrede van Utrecht in het zicht (in de tweede helft van september) waarop festivalthema ‘Europa’ is gebaseerd, kan dus geconstateerd worden dat het festival eindelijk heeft gerealiseerd waartoe de Vrede van Utrechtviering niet echt in geslaagd lijkt te zijn: Utrecht internationale laat staan Europese ‘huiskamer’-zijn. Dat is knap gedaan door de festivalorganisatie.

De opening van het festival vond plaats in het (toch nog) enorme Domkerkfragment – in 1674 werd het bouwkundig-onvoltooide schipgedeelte ervan door een orkaan weggeblázen – waarbij de als enige bewaard gebleven meerkorige vocaal-instrumentale mis ‘In labore requies’ van barokcomponist Georg Muffat (1653-1704) centraal stond. Wat de 28 musici van Ars Antiqua Austria met enkele jeugdige Sankt Florianer Sängerknaben onder leiding van Gunar Letzbor in hun vertoling ervan presteerden was van een ongekende kracht en schoonheid. Schrijver dezes twitterde er afgelopen vrijdag al lustig op los dat hij in de Domkerk een 17de eeuwse Mahleruitvoering had ondergaan – ‘bijwonen’ ware te slap geformuleerd – waarin door Muffat’s volstrekt eigen muzikale vormgeving van oeroude misteksten een, zo bleek, zeer ruimtelijk gedacht en perfect gerealiseerd klankmonument oprees in die ruime kathedrale akoestiek van de Dom.

Zou Bach het werk wellicht gekend hebben om het diep op zich te laten inwerken toen hij in 1748-1749 aan het componeren sloeg van zijn eigen grote mis, de Missa in h-moll alias Hohe Messe?

Geen idee, maar deze denkopwelling ter plekke ontstond niet zómaar…

Tussen dit openingsconcert en het weekeind-slotconcert bezocht uw verspieder een zestal andere concerten – het verzadigingspunt is bij lange na nog niet bereikt lezer (m/v) – waarin onder andere alleroudste vormen van oude muziek aan bod kwamen. Zoals liturgische muziek van de middeleeuwse meester Hermanus Contractus Augiensis oftewel Herman ‘de lamme’ van Reichenau (1013-1054).

Uitvoerenden zondagmiddag in de uitverkochte St.Willibrorduskerk waren de musici (overwegend zangers maar ook fluit- en vedelbespelenden) van het ensemble Ordo Virtutum dat onder leiding staat van Stefan Johannes Morent. Zij boden een staalkaart van de in zijn ‘oorschijnlijke’ eenvoud zeer diepwoelende muziek van meester Herman. Less is more heet het. Dat klopt.

Trouwens, de muziekstukken ontstonden in de periode waarin Utrecht zijn stadsrechten bevestigd kreeg – dat was op 2 juni 1122 in het toenmalige paleis Lofen op het huidige Domplein – door de regerende keizer Hendrik V. Wat een totaal andere wereld is dat toen geweest, getuige in dit geval deze bijna onafwendbaar onder de huid van 21ste eeuwers kruipende 11ste eeuwse muziek.

En verder gaat ook vandaag het 32ste Festival Oude Muziek Utrecht door.

Morgen meer.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).