De Utrechtse BIEKE werkte in de ggz, werd zelf cliënt en gaat verder op RUMENS De Utrechtse BIEKE werkte in de ggz, werd zelf cliënt en gaat verder op RUMENS

De Utrechtse BIEKE werkte in de ggz, werd zelf cliënt en gaat verder op RUMENS

De Utrechtse BIEKE werkte in de ggz, werd zelf cliënt en gaat verder op RUMENS
Foto: Jasper Witte
Bieke Jongejan, artiestennaam Bieke, debuteert met haar EP RUMENS, waarop het gesprek aangaat met zowel haar oude als hervonden zelf. Als ze tijdens de presentatie opgewekt en energiek een volle werfkelder naar haar hand zet, is het moeilijk om te bedenken dat het ooit minder is gegaan. Voordat ze het roer omgooide om de muziek na te jagen, werkte ze als verpleegkundige in de specialistische GGZ. In het gedrag van haar cliënten herkende ze zichzelf. “Oh hey, dit doe ik ook! Oh kut … misschien moet ik daar wat mee.”

Bieke Jongejan, artiestennaam Bieke, debuteert met haar EP RUMENS, waarop het gesprek aangaat met zowel haar oude als hervonden zelf. Als ze tijdens de presentatie opgewekt en energiek een volle werfkelder naar haar hand zet, is het moeilijk om te bedenken dat het ooit minder is gegaan. Voordat ze het roer omgooide om de muziek na te jagen, werkte ze als verpleegkundige in de specialistische GGZ. In het gedrag van haar cliënten herkende ze zichzelf. “Oh hey, dit doe ik ook! Oh kut … misschien moet ik daar wat mee.”

“Ik had mijn hele leven al nachtmerries en gespannen spieren”, zegt Bieke. Vanuit haar werkervaring ging ze zichzelf vragen stellen. Het muntje viel toen er in een serie een bepaalde scène voorbijkwam. “Ik herkende het, en begon me heel raar te voelen. Er kwamen allemaal beelden en trauma’s naar boven. Die had ik weggestopt, ik was ze vergeten. Er viel veel, heel veel op zijn plek.”

Ze zocht hulp, en snel bleek dat ze een posttraumatische stressstoornis (PTSS) heeft. Dat kan ontstaan tijdens schokkende, traumatische ervaringen. Vertellen wat voor haar die ervaring was doet ze nog niet, maar er was in ieder geval drie jaar therapie voor nodig om er overheen te komen. “RUMENS gaat niet over de oorzaak, want die is voor iedereen anders. Het gaat over het leven met PTSS, en over het helingsproces. Daar kunnen anderen zich in herkennen.”

Kleurrijk

Nu zijn de nachtmerries bijna verdwenen en zijn de dagen ‘heel kleurrijk’ geworden. Bieke ontdekte wat ze eigenlijk wilde doen – Muziek maken. Ze stopte als verpleegkundige en ging werken in de vloerisolatie, want dat was beter te combineren met de muzikale ambities. “Daar kon ik zeggen: ik heb een interview, doei!”

Gevraagd waarom ze muziek maakt, valt de anders energieke Bieke even stil. “Wat een rare vraag. Ik weet het niet. Het is er gewoon. Het is er altijd geweest”, zegt ze nadenkend. “Toen ik vijf was haalden mijn ouders een platenspeler uit de kelder, met een plaat van Doe Maar.” De Nederlandse LP was voor de jonge Bieke de muziek die ze kon verstaan. “De platenspeler ging naar mijn kamer, en ik elke dag die plaat luisteren.”

Een kwart eeuw later kan ze vertellen over een plaat die ze zelf gemaakt heeft. Na wat wikken wegen kwam ze uit bij het cinematische-pop genre, muziek met het grote gevoel van een orkest en een serieus, dramatisch geluid, dat niet zou misstaan in een film.

Universeel proces

In Ik Projecteer reflecteert ze op hoe de stoornis haar omgang met de mensen om haar heen beïnvloedde. “Ik interpreteerde hun gedrag vanuit de dingen die ik heb meegemaakt en plakte mijn ervaringen op de ander”, aldus de oud GGZ-medewerker. Met het nummer hoopt ze de luisteraar bewust te maken dat iedereen dit doet. “Ook mensen zonder stoornis en trauma’s. Het is een universeel proces.”

Maar echt een recht-voor-zijn-raap-pop-nummer is het dus niet. “Daar hou ik wel van. Een leuke eerste indruk, maar als je het nog eens luistert, ontdek je weer meer. Je kunt cadeautjes blijven uitpakken.”

Om het toch behapbaar te maken, vertelt ze het aan de hand van een relatie waar ze tegelijkertijd afscheid van neemt. “Sinds de PTSS is ontdekt en behandeld is, ben ik als persoon gaan groeien”, zegt ze. “Maar terwijl ik mezelf aan het worden ben, denkt mijn partner ‘hé, je bent wel heel erg veranderd.’ Het is heel vervelend geweest.”

Vliegen

Ook Groei van je weg is een afscheid, maar dan van wie Bieke zelf ooit was. “Daarbij moest ik mijzelf respecteren en aanmoedigen in mijn keuze voor muziek: ‘Ga maar vliegen, ga maar leven zonder dat je weet wat je ervoor terugkrijgt.’” Ook haar lange lokken gingen eraf. “Dat is voornamelijk heel praktisch. Maar mensen vinden me ook helemaal een artiest,” lacht ze.

Sinds de knoop is doorgehakt, is er haast bij. Dat begon al in de behandelkamer, tegenover de psycholoog. “Als je weet dat er iets mis is, wil je er eigenlijk gelijk vanaf zijn”, geeft ze toe. In haar werk als verpleegkundige zag ze bovendien hoe cliënten op kunnen knappen.”dus dacht ik ‘nou, schiet maar op’. Als we voor mijn gevoel geen vooruitgang boekte, was het heel moeilijk om te verdragen.” Nu ze erop terugblikt in Ik wil snel, waarin ook het muzikale tempo omhoog gaat, ziet ze dat de haast ook een manier was om haar angstige, chaotische gevoelens te vermijden.

Grauw en grijs

Hoewel die gevoelens ook nu nog niet helemaal zijn verdwenen, liggen de ergste dagen achter haar. “Die dagen waren zo raar, zo lang. Helemaal zonder woorden, grauw en grijs. Dan wilde ik gewoon echt dat het voorbij was.” Over dat verlangen schreef ze Wereld slok me op. “Dat was niet makkelijk. Het was echt mijn leven en dan is het heel uitzichtloos.”

“Ik heb heel af en toe nog zo’n dag.” Maar nu ze het herkent, kan ze het in perspectief plaatsen. “Nu is het gewoon ‘zo’n’ dag, Boeien. Ik zorg dat ik eet, bel een vrienden en ga op tijd naar bed. Ik kan er mee om gaan omdat ik weet dat het beter wordt.”

1 Reactie

Reageren
  1. wollie

    Bieke you rock!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).