De Zweefclub uit Utrecht verovert Nederland: ‘We vonden onszelf al geniaal, maar de buitenwereld zag dit nog niet’ De Zweefclub uit Utrecht verovert Nederland: ‘We vonden onszelf al geniaal, maar de buitenwereld zag dit nog niet’

De Zweefclub uit Utrecht verovert Nederland: ‘We vonden onszelf al geniaal, maar de buitenwereld zag dit nog niet’

De Zweefclub uit Utrecht verovert Nederland: ‘We vonden onszelf al geniaal, maar de buitenwereld zag dit nog niet’
Ze noemen hun stijl ‘softpunk’, zingen over hectometerpaaltjes en wonnen begin juni de Grote Prijs van Nederland. De Utrechtse band De Zweefclub valt op door haar grappige teksten met een diepere laag. “We vinden onze muziek niet vreemd, ons referentiekader is gewoon heel groot,” zeggen de bandleden lachend. Na vijf jaar bouwen, een eerste album en de winst van de ‘Grote Prijs’, is de groep klaar voor een nieuwe fase.

Ze noemen hun stijl ‘softpunk’, zingen over hectometerpaaltjes en wonnen begin juni de Grote Prijs van Nederland. De Utrechtse band De Zweefclub valt op door haar grappige teksten met een diepere laag. “We vinden onze muziek niet vreemd, ons referentiekader is gewoon heel groot,” zeggen de bandleden lachend. Na vijf jaar bouwen, een eerste album en de winst van de ‘Grote Prijs’, is de groep klaar voor een nieuwe fase.

Hugo Ariëns, Madelief Lammers, Thomas du Gardijn, Margot Roubos, Krijn Moons, Ruben Nosaehi en Jaron de Wilde kennen elkaar van het Utrechts Conservatorium. “Daar hebben we elkaar heel goed leren kennen,” zegt Thomas.

Bij de Grote Prijs van Nederland werden de zeven geprezen om hun unieke mix van verschillende stijlen. Thomas: “We hebben altijd gemerkt dat we een bepaalde positie innemen in het veld: grappig, weird, vreemd. Het is heel leuk om te merken dat de jury die vreemdheid ziet als authenticiteit en dat het spannend is, zoals wij dat ook zien.”
Zelf vinden ze hun muziek overigens niet vreemd. “Ons referentiekader van vreemd is mede door onze opleiding heel groot,” zegt Ruben, waarop de bandleden allemaal hard moeten lachen. Margot: “Als wij ons vergelijken met onze docenten, zijn wij juist normaal.”

De Zweefclub

De Zweefclub begon officieel vijf jaar geleden met vocalist Margot en vocalist/gitarist Ruben. Datzelfde jaar sloten Jaron (drums) en Thomas (vocalist/bassist) zich aan. Vorig jaar werd de band compleet met de komst van Hugo (gitaar), Madelief (altviool) en Krijn (producer). “Ik deed al wel de productie voor het album,” zegt Krijn. “Maar in dat proces werd de muziek groter dan voor een vierkoppige band.” Margot: “We zochten mensen erbij, omdat we merkten dat de nummers live niet zo mooi klonken als op het album.” Ruben: “En we wilden niet met ‘backings’ (opnames die tijdens het spelen afgespeeld kunnen worden, red.) werken.”

Samenwerking

Hoe verloopt de samenwerking met zeven bandleden? Krijn: “Het lastigste is de planning.” Thomas: “Onze emotionele samenwerking gaat heel goed. Het is een wonder dat we zo goed bij elkaar passen. We waren al vrienden, maar het is heel erg verdiept.”
Dat De Zweefclub niet compleet is als ze er niet alle zeven zijn, merkte de band laatst in een repetitie. “Krijn was er niet en dat voelden we meteen”, zegt Madelief. “De meeste nummers gingen onhandig, vervelend.” Ruben: “Het was ook een lang proces om er echt een zevental van te maken. Het is een vergroeiing.”

We waren al vrienden, maar het is heel erg verdiept

Wekelijks repeteren ze minimaal één keer samen. Daarnaast heeft ieder een eigen manier om bij te verdienen: Thomas, Margot en Madelief geven muziekles, Jaron is muziektherapeut, Krijn produceert voor theatergezelschappen, Hugo werkt in een supermarkt en Ruben speelt contrabas op cruiseschepen. Thomas: “Na de Grote Prijs van Nederland liet ik een filmpje zien aan mijn klas en dat vonden ze heel cool. Dertig kleuters vroegen om mijn handtekening,” lacht hij.

Status is veranderd

Alle bandleden merken dat hun status is veranderd sinds de winst van de Grote Prijs van Nederland. Krijn: “Onze manager Robin had ons opgegeven voor de prijs. Wij wisten niet hoe belangrijk die voor ons zou zijn. We gingen er vrij naïef en onbevangen in.” Thomas: “We vonden zelf altijd al dat we geniale dingen maakten, maar we merkten ook dat de buitenwereld dat niet altijd zag. Nu nemen veel mensen ons ineens een stuk serieuzer.”

Hoe ze dat merken? “Bijvoorbeeld dat we nu hier zitten”, zegt Ruben. Margot: “We hadden zelf eigenlijk een best pessimistisch beeld van hoe serieus mensen ons zouden nemen. Wij vonden onze muziek al leuk, maar het feit dat je zo’n prijs wint, maakt me optimistischer over de plek die onze muziek kan innemen.” Thomas: “Als je gaat nadenken over wat anderen leuk vinden, krijg je per definitie shitmuziek. Het moet uit enthousiasme komen.”

Softpunk

Zelf omschrijven ze hun muziek als ‘softpunk’. Ruben: “Het is eigenlijk niet goed te vatten, en dat is best onhandig.” Margot: “Softpunk is op zich wel oké, maar dan niet in de zin dat al onze nummers een milde versie van punk zijn. In ons hele spectrum hebben we juist hele softe nummers, maar ook echte punk.” Thomas: “Punk is voor ons vooral een houding. We zijn niet bang om anders te zijn.”

Albumrelease
Hun releaseshow van het eerste album ‘Stomme Raket’ vond plaats op 5 april in EKKO. “In onze thuisstad en uitverkocht, heel tof!”, zegt Thomas. “Familie en vrienden waren erbij. Maar ook mensen die ons nog nooit hadden gezien.” “Of mensen die onze naam hadden ontdekt, omdat ze van zweefvliegen houden,” lacht Madelief.

‘Het is hard, maar ook heel kinderlijk’

De naam ‘De Zweefclub’ is bedacht door Ruben. “Gewoon omdat ik die het leukst vond uit een lijstje met namen.” Margot reageert lachend: “Ik weet nog dat je het via Facebook Messenger stuurde. ‘Club’ past ook goed: we zijn echt een club.” Hetzelfde geldt voor de albumtitel Stomme Raket. Ruben: “Vonden we gewoon leuk.” Maar, voegt Madelief toe: “Ook daarin zit die tweedeling van softpunk. Het is hard, maar ook heel kinderlijk.”

Grappige teksten

‘Identiteit’, ‘Moody Luchten’ en ‘Fuck’ zijn drie van de twaalf nummers op het album. Producer Krijn licht de rode draad toe: “De teksten zijn heel grappig, maar raken altijd aan een serieuzer en diepergaand thema. Als je die lagen samenvoegt, past alles best goed bij elkaar. ‘Identiteit’ gaat bijvoorbeeld over de vermoeidheid van het mee moeten doen in de maatschappij, ‘Fuck’ gaat over onbestemdheid, of je wel het goede doet. ‘Moody Luchten’ raakt ook aan melancholie, het gevoel van je nergens thuis voelen en altijd onderweg zijn. Thema’s die niet makkelijk te vangen zijn, maar die je wel constant voelt.”

Hectometerpaaltje

Maar hoe kom je met zeven bandleden tot één nummer? “Het werk dat nu online staat, is ontstaan toen we nog niet met z’n zevenen waren,” zegt Thomas. “Maar we zijn het vaak eens,” vult Madelief aan. Thomas: “We vinden elkaars ideeën gewoon heel leuk. Iedereen gooit iets in de groep, en dat brengt weer een reactie teweeg. Dat evolueert door iedereen heen en komt terug als iets anders. De uitkomst is vaak niet meer goed te herleiden.”

Een voorbeeld is de discussie die ontstaat over het einde van Moody Luchten, waarin herhaaldelijk wordt gezongen: Ik sta bij hectometerpaaltje nummer 17. “Dat is een priemgetal,” zegt Ruben. “Daardoor staat dat paaltje sowieso ergens in the middle of nowhere.” Margot: “En 12 klinkt dan weer niet lekker.” Madelief voegt lachend toe: “Ja, maar ik vraag me nog steeds af waarom we dan niet voor 19 zijn gegaan.” Ruben: “Maar dat heeft dan weer het ongemak van nét geen vol getal.” Thomas: “Dit is nou precies hoe het bij ons gaat. Dat is de schoonheid: het verschil voelen tussen 17 en 19.”

‘Ik sta bij hectometerpaaltje nummer 17’

Inspiratie uit slechte muziek
Op de vraag waar de band door geïnspireerd raakt, antwoordt Thomas: “Daar heb ik al eens over nagedacht voor een interview: slechte muziek. Zoals op een open podium waar mensen voor het eerst iets doen, vol zenuwen. Dat zet mij enorm aan om zelf iets te maken. Niemand hoeft iets perfects te doen, je doet gewoon wat je wilt doen. Dat gevoel vind ik heel inspirerend.” Ruben: “En het valt dan ook extra op als een onderdeel juist héél goed is in de context van iets wat voor de rest niet goed of mooi is. Dan denk ik erover na om dat onderdeel verder uit te bouwen.” Madelief: “Dat vind ik ook inspirerend: gewoon iets doen en kijken hoe het landt.”

Krijn raakte laatst geïnspireerd door Cara Jackson, die het had over ‘writing what’s happening under your nose’. “Zoals een pleister op mijn vinger, die ik daarna op een stuk watermeloen had geplakt,” lacht hij. Ruben reageert: “Je bent een persoon die nog nooit eerder heeft bestaan, op een moment in de geschiedenis dat nog nooit heeft bestaan. Eigenlijk is het heel logisch om te schrijven vanuit het nu. Dan is de muziek per definitie altijd uniek.”

Evalueren

De winst van de Grote Prijs van Nederland is inmiddels bezonken. Hoe de toekomst eruitziet, is iets waar de band nu langzaam over na begint te denken. Voor de zomer staan tot nu toe zeven boekingen gepland, waaronder Noorderzon in Groningen en Not In My Backyard in Den Haag. Krijn: “Eerst werkten we naar het album toe, toen naar de release en daarna naar De Grote Prijs. Dit is het eerste moment waarop we echt kunnen evalueren. Nu kunnen we ons vizier weer ver vooruit zetten.” Thomas: “De vraag die jij stelt, is ook onze vraag. We willen een nieuw album maken, singles uitbrengen, een clubtour doen. Maar wanneer precies, dat weten we nog niet.”

5 Reacties

Reageren
  1. Willem

    Waar zijn de linkjes naar een paar nummers?

  2. Eva

    Ik hoef dit niet meer te lezen:
    Ze vinden zichzelf al geniaal.

  3. Meneer Harmsen

    Het lukt me helaas niet om een objectieve mening te geven over deze band. Spijt me enorm.

  4. Pee

    Hoogmoed komt voor de val.

  5. Willem

    Amateuristisch geklungel van de eerste orde. Als dit ‘t niveau is wat de popafdeling van het Utrechts conservatorium is, kunnen ze die beter meteen opdoeken. Bar slecht!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).