Het Utrechts Stadsdichtersgilde werd in 2009 opgericht door de eerste stadsdichter van Utrecht, Ingmar Heytze. Het dichtersgilde zet zich in voor de zichtbaarheid van dichtkunst in de stad. Bij DUIC vragen we iedere maand een van de dichters zich voor te stellen en publiceren we een gedicht over de stad. In deze eerste aflevering de Gildemeester voor de komende twee jaar: Ruben van Gogh.
Hoe ben je begonnen met dichten?
“In mijn studietijd in Groningen begon ik met schrijven. Als bijbaantje trad ik op als dichter of cabaretier. Je moet je voorstellen, er was nog geen internet en Groningen is toch een beetje het einde van de wereld, dus dan ga je het podium maar opzoeken. Later is optreden ook mijn werk geworden. Inmiddels schrijf ik naast gedichten ook libretto’s (teksten) voor opera’s. Zoals Werkspoor de Opera: het verhaal over de groei en ondergang van Werkspoor in Utrecht.”
Wat heb je met Utrecht?
“Ik kom uit het noorden van Nederland en in 1997 ontmoette ik mijn vrouw op een poëzieavond van Ingmar Heytze. Zij is een geboren en getogen Utrechtse en zo kwam ik hier terecht. Ik vond het direct een mooie stad en het hielp ook dat ik al snel toe kon treden tot Slau – de voorloper van het Literatuurhuis. Het is een stad waar veel veranderingen zijn. Ik zie dagelijks nieuwe dingen.”
Hoe zou je je dichtkunst typeren?
“Mijn dichtkunst is te typeren als een soort vloeiend taalgebruik en kenmerkt zich door een klankrijke flow. Toen ik begon maakte ik ‘gewoon’ grappige gedichten op rijm. Als mensen lachten en als het rijmde, was het goed. Maar tegenwoordig is het meer een soort breiwerk van klanklijnen die zich om elkaar heen wikkelen. Ik denk dat het ogenschijnlijk toegankelijk is, maar misschien lijkt het makkelijker dan het is.”
Lees hieronder het gedicht van Ruben van Gogh over het Zandpad.
ZANDPAD
Wie zou hier niet willen
wonen: overal lampjes, dagelijks
vlees — altijd Kerst, lijkt het wel,
maar dan geen familie
De hele wereld wordt opgediend,
uitgekleed, afgewerkt: bloot
aan beide kanten van het raam
Het is hier één groot komen
en gaan de dagen door
Geen slaap, geen bijslaap zelfs,
enkel dromen
dat je jezelf weet te vergeten
voor dat éne moment:
Goddelijk of goddeloos,
wezenlijk of wezenloos,
maar broos tot op het bot
dat het lot zich zo
manifesteren moet
Je zwaait, je zou willen aaien,
maar je weet niet hoe
dat te realiseren
en wat dat dan kost
Ruben van Gogh
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.