Hij zou er zich best thuis gevoeld hebben, denk ik, de poortwachter van Slot Zuylen. Misschien wat erg opgeruimd, maar zijn kamertje boven de poort, met het eikenhouten meubilair en tinnen eetgerei op tafel en aan de muur, lijkt in bijna 500 jaar niets veranderd. Op de Dag van het Kasteel, zondag 4 juni, bezocht ik behalve het fraaie kasteel ook het bijbehorende nog tamelijk middeleeuwse poortgebouw in Oud-Zuilen. Dat poortgebouw is deze zomer voor het eerst in vele decennia weer te bezoeken, dankzij alle aandacht voor De Stijl en Gerrit Rietveld (dit jaar bestaat de kunststroming De Stijl 100 jaar). Wat Rietveld, de vernieuwende architect en meubelontwerper uit de twintigste eeuw, te maken heeft met iets super-historisch als Slot Zuylen, zal ik u vertellen.
Een nieuw poortgebouw
Rond 1525 liet Willem van Rennenberg, kersverse eigenaar van het middeleeuwse kasteel in Zuylen, de toenmalige ruïne opknappen. Die vervallen staat had het slot te danken aan de Hoekse en Kabeljauwse twisten, die ook hier hadden gewoed. Van Rennenberg gaf opdracht ook een nieuw poortgebouw neer te zetten, dat gereedkwam in 1530. Boven de poort was een kleine kamer met twee ramen, gemak, bedstee en opbergruimtes. En er was een zandstenen haard, fraai versierd met familiewapens en leeuwen. Met een stevig vuurtje erin moet het best knus geweest zijn (als de schoorsteen een beetje trok). Vanuit deze kamer kon de poortwachter bovendien het valhek in de poort bedienen.
De Van Rennenbergs bezaten het kasteel niet lang. Begin zeventiende eeuw kwam het in bezit van de familie Van Lockhorst, met als laatste nazaat Anna Elisabeth van Reede. Zij trouwde met een zoon uit het vorige huwelijk van de tweede vrouw van haar vader (lang verhaal, de gidsen in het slot vertellen het u graag). Deze zoon, Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken, was de eerste uit de familie Van Tuyll van Serooskerken die het kasteel tot 1951 zou bezitten.
Betonbaron
Fast forward naar 1900. Weer werd een geschikte erfgenaam voor het beroemde (dankzij bewoonster Belle van Zuylen) kasteel gezocht. Hij werd gevonden in de persoon van Frederik Leopold Samuel Frans van Tuyll van Serooskerken. FLSF, zoals de gidsen hem anno 2017 noemen, stond ook bekend als de betonbaron; hij was opgeleid als ingenieur en had een grote voorliefde voor dit nieuwe bouwmateriaal. Daarnaast was de nieuwe kasteelheer erg geïnteresseerd in het verleden en de familiegeschiedenis. Onder zijn leiding werd Slot Zuylen in stijl gerestaureerd. Ook het meest authentieke stukje, het poortgebouw uit 1530, kwam aan de beurt. De baron wilde van de poortwachterskamer een stijlkamer maken, met tinnen eetgerei en zwaar houten meubilair. Voor het interieur zocht de baron naar meubelmakers die een tafel en stoelen konden maken in de stijl van toen. Al eerder had hij kennis gemaakt met Jan Rietveld, gevierd meubelmaker in Utrecht. Jan had met hulp van zijn zoon Gerrit, toen 13 jaar, in 1901 een kast voor het kasteelarchief ontworpen en getimmerd. En nu mochten Rietveld & Zoon aan de slag met ‘nieuw’ meubilair voor de poortwachterskamer. Het was de 17-jarige Gerrit die de meubels ontwierp, samen met wandrekken voor het tinnen gerei. Dat het inderdaad Gerrit was, en niet zijn vader, weten we doordat de beroemde ontwerper er in 1958 bij een tentoonstelling in het Centraal Museum zelf over vertelde, en zich liet fotograferen op een van de poortwachters-stoelen.

Vernieuwende elementen
De zware eikenhouten meubels behoren weliswaar tot de tijd dat Rietveld het vak nog moest leren – dat moeten alle grote kunstenaars tenslotte een keer – maar tonen al wel elementen van zijn latere vernieuwingsdrang. In de woorden van meubelrestaurator Nico Hijman, tevens samensteller van de bescheiden tentoonstelling rondom Rietveld: “In de meubels zie je Rietvelds traditionele origine, maar de vernieuwende elementen erin getuigen tegelijkertijd van zijn bijzondere ontwerpvaardigheden.”
Een blik achter een gesloten deur
Nadat Slot Zuylen een museum werd, in 1951, was de poortwachterskamer niet of nauwelijks meer toegankelijk. Het meubilair raakte in de vergetelheid, en de link tussen Rietveld en Slot Zuylen was aan weinigen meer bekend. Er was een themajaar over De Stijl voor nodig om de poortwachter zijn kamer terug te geven. Tafels en stoelen werden afgestoft en weer in de was gezet. Dat zijn zitkamerameublement een snufje twintigste eeuw heeft, zou de poortwachter misschien niet eens opvallen. Eerlijk gezegd: ze zien er best heel ‘gotisch’ uit.
De sfeervolle kamer en het meubilair zullen in ieder geval veel Rietveld-liefhebbers trekken, en terecht. Maar zelfs als degene die de smalle bakstenen trap naar het kamertje beklimt niet zo veel weet van architectuur- en meubelgeschiedenis, wordt hij toch beloond. Hij mag een blik werpen achter een deur die normaal gesproken gesloten is. En dat willen we toch eigenlijk allemaal, als we een kasteel bezoeken?
Rietveld in Slot Zuylen. Vernieuwing aan de Vecht is te zien t/m 24 september 2017
1 Reactie
ReagerenSuper interessant weer, dank je wel!