Het GeldMuseum aan de Leidsekade in Utrecht blijft in 2013 open voor het publiek dankzij een extra financiering door een deel van de oprichters van het museum. Dat heeft het GeldMuseum in een persbericht bekend gemaakt. Mei dit jaar bracht de Raad voor Cultuur advies uit over de toekomst van het GeldMuseum en adviseerde het Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap (OC&W) de subsidie te korten. Door die maatregel zou het museum per 1 januari 2013 de deuren voor het publiek zou moeten sluiten.

De overige financiers en founding fathers van het museum, De Nederlandsche Bank, het Ministerie van Financiën en de Koninklijke Nederlandse Munt, hebben echter besloten dit tekort voor 2013 aan te vullen zodat het museum open kan blijven voor het publiek. Deze periode wordt gebruikt om te bekijken hoe de toekomst van het GeldMuseum er daarna uit moet komen te zien. Dat het museum succesvol is, blijkt uit de bezoekcijfers over oktober 2012, waarin het museum in totaal 10.897 bezoekers trok waarvan 8.661 in het museum zelf en 2.236 in de Pandhof tijdens de MuseumNacht op 20 oktober jongstleden. Het GeldMuseum groeide in de afgelopen vijf jaar uit tot een museum met landelijke bekendheid waar circa 60.000 bezoekers per jaar komen, waarvan ruim 20.000 jongeren beneden 18 jaar. Het museum beheert een veelzijdige rijkscollectie die wordt ingezet om actuele en maatschappelijk relevante onderwerpen uit te leggen aan een breed  publiek. Het GeldMuseum is daarmee de enige plek in Nederland waar jong en oud geld kunnen zien, over geld kunnen leren, met geld kunnen spelen en geld kunnen beleven.

Het GeldMuseum geldt volgens de criteria van oud-staatssecretaris Zijlstra van OC&W als een schoolvoorbeeld van hoe een museum het in deze tijd moet doen. Met een eigen inkomstennorm van ruim 34 procent, een groot bereik onder jongeren, eigen educatieve programma’s, een gerenommeerde collectie en actuele thema’s voldoet het museum ruimschoots aan alle criteria die het Ministerie aan de rijksmusea oplegt.