De Raad voor Cultuur heeft geadviseerd, dat het Geldmuseum vanaf volgend jaar haar deuren sluiten en zich moet gaan toeleggen op het beheer van de collectie. Het adviesorgaan stelt in haar vorige week uitgebrachte advies voor om de subsidie van het Utrechtse museum te halveren van ruim een miljoen euro naar ruim 5 ton. Eerder werd het museum al geconfronteerd met forse bezuinigingen door het Ministerie van Financiën. De lokale fractie van de PvdA heeft het Utrechtse college van burgemeester en wethouders gevraagd in te grijpen. 

Het adviesorgaan vindt dat het museum te ver van zijn oorspronkelijk doel is afgeraakt: het ontsluiten en toegankelijk maken van de ‘numismatische’ collectie. Ondanks het stijgende aantal  bezoekers gelooft de raad niet dat het museum erin zal slagen om voldoende nieuwe bezoekers binnen te halen om een verwachte stijging van publieksinkomsten met 60 procent te kunnen realiseren. Het museum heeft al via RTV Utrecht en het AD/UN laten weten het niet eens te zijn met het advies van de Raad voor Cultuur. Minister Halbe Zijlstra van Cultuur heeft echter al te kennen gegeven dat hij het advies van de Raad voor Cultuur grotendeels zal overnemen.  

Over het op korte termijn vervallen van de publieksfunctie van het museum heeft de lokale fractie van de PvdA inmiddels aan het college van burgemeester en wethouders gevraagd in te grijpen. De PvdA zou sluiting van het museum voor het publiek zeer betreuren. Het Geldmuseum kent, zo erkent ook de Raad voor Cultuur, stijgende bezoekersaantallen. In 2011 bezochten bijna 60.000 mensen, onder wie veel jongeren, het museum. Het museum vervult samen met de meer dan 200-jarige geschiedenis van ‘s Rijksmunt in Utrecht ook een markante rol in het culturele voorzieningenniveau in Utrecht. De PvdA vraagt het college een beroep te doen op staatssecretaris Zijlstra om de publieksfunctie van het Geldmuseum te behouden, mede gelet op de mogelijke betekenis van het museum in de route op weg naar Culturele hoofdstad 2018.