Nieuwe cultuurnota Utrecht: ‘We moedigen de culturele sector aan buiten de lijntjes te kleuren’ | De Utrechtse Internet Courant Nieuwe cultuurnota Utrecht: ‘We moedigen de culturele sector aan buiten de lijntjes te kleuren’ | De Utrechtse Internet Courant

Nieuwe cultuurnota Utrecht: ‘We moedigen de culturele sector aan buiten de lijntjes te kleuren’

Nieuwe cultuurnota Utrecht: ‘We moedigen de culturele sector aan buiten de lijntjes te kleuren’
Culturele Zondag: Foto Jelmer de Haas
De gemeente Utrecht trekt de komende jaren meer geld uit voor de culturele sector. Vanaf 2021 wordt er jaarlijks een bedrag van ruim 41 miljoen euro beschikbaar gesteld om de sector mee te laten groeien met de groeiende stad.

De gemeente Utrecht trekt de komende jaren meer geld uit voor de culturele sector. Vanaf 2021 wordt er jaarlijks een bedrag van ruim 41 miljoen euro beschikbaar gesteld om de sector mee te laten groeien met de groeiende stad.

Dat is 883.000 euro per jaar meer dan de voorgaande jaren. Dat staat in de cultuurnota 2021-2024, het vierjaarlijkse document met de visie op de Utrechtse culturele sector. Op basis van deze nota kunnen culturele instellingen subsidie aanvragen. De informatie in de cultuurnota is dus belangrijk voor instellingen zoals musea, podia, wijkcultuurhuizen, festivals, stichtingen en verenigingen die een vierjarige subsidie willen aanvragen.

Commissie

Een onafhankelijke commissie bezocht de afgelopen jaren tientallen culturele instellingen die vanuit de cultuurnota 2017-2020 subsidie ontvangen van de gemeente Utrecht. Uit die inventarisatie bleek dat Utrecht in de ogen van de commissie achter loopt als het gaat om ‘cultuur voor iedereen’. Ook moet er meer ruimte komen voor de ontwikkeling van talentvolle makers.

Afgelopen januari was er een meedenksessie waarbij een groot aantal culturele partijen in de stad hun wensen voor het culturele leven in Utrecht formuleerde. “Deze en andere aanbevelingen hebben mede de basis gevormd voor de cultuurnota 2021-2024”, aldus de gemeente.

Buiten de lijntjes

De gemeente moedigt de culturele sector aan om vooral experimenteel te werk te gaan. “Als gemeente willen we kunstenaars en culturele instellingen de middelen en ruimte geven om zo goed mogelijk mee te groeien met Utrecht. We moedigen hen aan buiten de lijntjes te kleuren”, zegt wethouder Anke Klein.

De titel van het document is ‘Kunst Kleurt de Stad’. Hiermee wil het college aangeven dat de culturele sector in belangrijke mate bijdraagt aan het karakter van de stad. Partijen in de culturele sector kunnen tot en met 30 januari 2020 een vierjarige subsidieaanvraag indienen.

9 Reacties

Reageren
  1. Gerard Brugmans

    Experimenteel werk is meestal niet echt ‘cultuur voor iedereen’. En als kunstenaars in opdracht buiten de lijntjes moeten gaan kleuren, zijn ze daarmee dus juist niet meer experimenteel bezig. Ambtenaren en kunsten, het blijft een moeizame combi…

  2. Scherpschutter

    Ik vind het bezopen. Liefst 41 miljoen Euro die de Gemeente jaarlijks van haar burgers afpakt (ze vragen het u niet even netjes, he), om geheel arbitrair initiatieven te steunen die burgers ook zonder Gemeente ook wel zouden steunen…. als de vraag naar die initiatieven er tenminste zou zijn. En dat laatste is de crux, want de vraag bestaat meestal simpelweg niet.

    41 miljoen pietermannen! Dat is verdorie: 41.000.000 : 350.000 inwoners = € 117.14 per inwoner, per jaar. Geen heel schokkend bedrag, maar goed, ik had er persoonlijk liever een paar extra nieuwe sportschoenen voor gekocht of een mooi stuk vlees voor op de BBQ dan dat ik er (ongevraagd) mee betaal voor flauwekul als een Che Guevarra standbeeld, een peperduur marmeren plein waar de ‘kunst’ niet eens zichtbaar is, een enorme nepbouwplaats in het centrum of een of andere knutselclub waar ik een cursus biologisch pottenbakken kan volgen.

    Kap met die ongein, Gemeente. Geef burgers het eigen geld terug. Bepalen wij ZELF wel waar we die € 117.14 jaarlijks aan uitgeven. Daar hebben we u niet voor nodig. Kunnen we prima zelf. Sterker, het blijkt dat u zelf helemaal niet in staat bent om initiatieven te steunen die zelfstandig economisch levensvatbaar zijn. Het is tot het bittere einde aan de subsidie en dan omvallen….omdat wij burgers er niets van moeten weten.

    Mijn geld terug! Nu graag.

  3. Koel Hoofd

    €41 miljoen euro? Hoorde laatst iemand zeggen “kunst is gesublimeerde agressie”, Kortom, totaal doorgeslagen linkse vermaak politiek omdat die politieke partijen anders niet herkozen worden bij de volgende verkiezingen.

    Bij een ander artikel (https://www.duic.nl/algemeen/bewoners-maken-zich-zorgen-over-festival-bij-slot-zuylen-en-starten-petitie/) is men het helemaal niet eens met het zoveelse festival in een natuurgebied. Valt dat ook onder dat idioot grote budget?

  4. VincentZ

    Scherpschutter: Misschien is het sarcasme; marmeren plein maar het Vredenburg is toch heus bestraat met granietsteentjes.

  5. cas

    ontwikkeling en experimenteel… Dat houdt dus in dat het geld onduidelijk wordt besteed, zonder een garantie op een uitkomt, met de zekerheid dat het uiteindelijk op is en meer nodig blijkt te zijn.

  6. Pien Vinkenborg

    De gemeente stopt met de subsidie voor UCK. Daarmee komt de slogan ‘cultuur bereikbaar voor iedereen’ enorm op achterstand te staan. Onbegrijpelijk dat de gemeente hiertoe heeft besloten!

  7. Scherpschutter

    @Pien Vinkenborg 17/7/2019 – 13:46

    U zou zich wellicht eens kunnen afvragen hoe het toch kan dat UCK zich na jaren van vette subsidies ontvangen nog altijd niet zelf kan bedruipen en dus niet economisch levensvatbaar is. Zou dat misschien kunnen…..omdat er helemaal geen vraag in de markt is naar de diensten die UCK biedt, waarmee ze simpelweg een totaal overbodig instituut is? Zoals dit eigenlijk voor 90 van de 100 door de Gemeente gesubsidieerde cultuur- en kunstinitiatieven geldt?

    @VincentZ 16/7/2019 – 21:19

    Het was geen sarcasme. Bedankt voor deze correctie.

  8. George Knight

    De Cultuurnota bevat in de kern een weeffout. Het blijkt voor het stadsbestuur een lastige opgave om tegelijk aan de zijlijn te staan en tegelijk te willen sturen. De fout die wethouder Klein maakt is dat ze zich niet terughoudend opstelt. Ze wil de kunst gebruiken om de samenleving te veranderen, of die een afspiegeling van de samenleving te laten zijn. Maar hiermee rekt ze haar mandaat op. Dat is niet haar taak.

    Als vanouds is in het Nederlands openbaar bestuur het adagium van Thorbecke leidend: ‘De kunst is geene regeringszaak, in zooverre de Regering geen oordeel, noch eenig gezag heeft op het gebied der kunst.’ Ofwel, de overheid moet de kunst steunen, maar er geen waardeoordeel over geven.

    Wie de Cultuurnota leest struikelt over de waardeoordelen en de sturing. Dat bracht Henk Westbroek in een uitgesproken column onlangs tot de terechte vraag of hier geen sprake is van ‘stadskunst’. Daar lijkt het sterk op. Dat is ongelukkig en ongewenst. Het stadsbestuur wil blijkbaar zo graag het goede doen, dan het het foute doet. Het stadsbestuur dient de voorwaarden voor kunst te scheppen, maar zich te onthouden van oordelen.

    In hoofdstuk 1.3.2. over ‘een inclusieve cultuursector’ staat zo’n oordeel dat in tegenspraak is met de opvatting van Thorbecke: ‘Met zo’n grote diversiteit is het, in een stad die bovendien groeit, de uitdaging niet uit elkaar te groeien. Kunst en cultuur kunnen daarbij een rol spelen, juist door verbindingen aan te gaan. Dat maakt inclusiviteit voor deze sector extra belangrijk. Kunst en cultuur zijn bij uitstek in staat alle inwoners van de stad aan te spreken, met verschillende verhalen en cultuurvormen.’

    De Cultuurnota introduceert verwarring door te spreken over zowel kunst als cultuur. Kunst en cultuur worden op dezelfde hoop gegooid terwijl ze verschillende functies hebben. Dat is een ongelukkige, en ook wel kwaadaardige begripsverwarring en -vervaging. Cultuur verbindt en heeft een sociale component die ingezet kan worden om politieke doelen te bereiken. Maar dat geldt niet in de meest gangbare opvatting over kunst.

    Kunst die voor politieke doeleinden wordt gebruikt houdt op kunst te zijn. Wethouder Anke Klein en haar beleidsambtenaren verliezen in deze Cultuurnota de functie van kunst uit het oog. De Cultuurnota maakt kunstenaars onnodig afhankelijk van de gemeentelijke overheid. De Cultuurnota wil de kunst temmen en in lijn met het overheidsbeleid brengen.

    Hiermee wordt het voor kunstenaars die afhankelijk zijn van de voorzieningen die door overheidssubsidie worden gerealiseerd lastig gemaakt om zich in alle vrijheid tot die overheid te verhouden Kunstenaars moeten zich voegen in deze Cultuurnota. Het helpt niet als daar ‘onafhankelijke’ beoordelaars tussen worden gezet omdat de overkoepelende en inkaderende Cultuurnota de sturing blijft geven.

    Het valt te hopen dat de leden van de Utrechtse gemeenteraad kritische vragen stellen over de Cultuurnota in het besef dat de overheid geen waardeoordeel of sturing moet willen geven aan de kunst, maar dat met deze Cultuurnota wel beoogt. De raad moet beseffen dat de Cultuurnota een weeffout bevat en dient bij zichzelf te rade te gaan of het dat gewenst vindt. Dat is geen debat over links of rechts, of over pro of contra de zittende coalitie. Dit is een debat over de functie van kunst.

    Daarnaast bevat de Cultuurnota tegenstrijdige uitgangspunten die met elkaar in tegenspraak zijn. Want hoe kan kunst tegelijk ‘experimenteel’ en ‘voor iedereen’ zijn? Dat is als de kwadratuur van de cirkel, namelijk een vraagstuk dat onoplosbaar is. Wethouder Klein doet met deze Cultuurnota alsof de verschillende doeleinden die met elkaar in tegenspraak zijn verenigbaar zijn.

    Of dat voortkomt uit gemakzucht, intellectuele luiheid, een doorgeslagen politiek compromis waardoor geen echte keuzes kunnen worden gemaakt valt te bezien, maar dat maakt voor de weging van de kwaliteit van de Cultuurnota weinig uit. Die bevat een weeffout en deugt niet.

    Kunstenaars moeten zelf kunnen uitmaken of ze inclusief, exclusief, excessief, obsessief of passief willen zijn. Daar gaat de overheid niet over en daar moet de overheid zich niet mee willen bemoeien. De overheid moet voorwaarden scheppen. En anders niks.

  9. W.H. de Groen

    Blij met de intentie die hier is neergelegd en het belang van deze zal zich uiteindelijk ook financieel/economisch zin positief gaan vertalen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).