Wie weet nog wat het Leidseveer is? Het Leidseveer is de oude naam voor het Smakkelaarsveld. Het Leidseveer was al een verkeersplein vóór dat het kanaal naar Leiden gegraven werd. Reeds in de middeleeuwen kwamen wegen uit alle windstreken op het Leidseveer bij elkaar. Al dat verkeer maakte het Leidseveer tot het drukste punt van Utrecht, wat het nog steeds is.
Als sinds de middeleeuwen komen bij het Leidseveer wegen uit alle richtingen bij elkaar. De wegen uit de richting Rotterdam, Den Haag, Leiden en Amsterdam komen er op uit. Tot de jaren 60 van de vorige eeuw waren er geen wegen om de stad heen. Al het verkeer van en naar het oosten van Nederland ging door de stad en ontmoette aan het Leidseveer de wegen naar het westen.
Aan het Leidseveer komen niet alleen wegen bij elkaar maar ook waterwegen, zoals de Catharijnesingel die gegraven is in de 13e eeuw. Ook de Vleutense Wetering komt uit op het Leidseveer. Deze wetering is in de 12e of 13e eeuw gegraven, maar wellicht zelfs in de 8e eeuw, daar zijn de geleerden nog niet uit. In 1666 komt daar het kanaal met het veer naar Leiden bij. Daar ontleent het Leidseveer haar naam aan.
Het verkeersplein Ouderijn van 1900
Vanaf 1843 biedt de trein een extra manier van vervoer. Het is een revolutie: reizen met de trein gaat veel sneller. De trekschuit haalt een snelheid van 7 kilometer per uur, de diligence gaat met gemiddeld 11,5 kilometer per uur al een stuk sneller. Maar de trein haalt in de beginperiode al 31 kilometer per uur. De reis naar Amsterdam duurt nog maar één uur en 10 minuten, in plaats van 7 uur. Reizigers kunnen op één dag heen en weer naar Amsterdam en andere steden.
De drukte op het Leidseveer neemt daardoor sterk toe. Het aantal passagiers van de trekschuit wordt zo laag dat deze in 1884 wordt opgeheven. Rond 1900 is het Leidseveer het drukste punt van Nederland. Het is het verkeersplein Ouderijn, maar dan van het jaar 1900.
Tekst loopt door onder de foto

Einde aan de landelijke indruk
Tot het einde van de 19e eeuw maakt het Leidseveer met de bebouwde omgeving er omheen een landelijke, zelfs nog middeleeuwse indruk. Op een zondag is dat het beste te herkennen. In het hervormde Utrecht heerst op zondag een stijve, ingetogen rust. Er wordt niet gewerkt, de straat is aan bewoners die ontspanning zoeken. Wie het zich kan veroorloven huurt een rijtuig om een ritje te maken. Roeiliefhebbers huren een roeibootje en roeien tot voorbij de houtmolens van De Wit tot aan de Keulse Vaart. Sommigen gaan zelfs nog verder, tot aan Den Hommel en keren dan weer terug.
Vanaf 1875 wordt de verstedelijking van het Leidseveer zichtbaar. Langs de Leidseweg, aan de zuidkant van het Leidseveer, staan opslagloodsen en de overblijfselen van het Ellendigenkerkhof. Deze worden afgebroken en vervangen door de nieuwe herenhuizen van het stationsgebied. Er komen winkels en horeca voor de reizigers die van en naar het station lopen. Het geheel vormt de statige Stationswijk.
Ook aan de noordkant van het Leidseveer, langs de Vleutense weg, verandert de omgeving. Rond het jaar 1850 is op de hoek van de Daalsedijk de transportonderneming ‘De Leidsche Schuit’ gevestigd, met diverse stallen en schuren. In de buurt wonen vele arbeiders en ambachtslieden, waaronder een wagenmaker, een schipper, een zadelmaker en blekers. Met het verdwijnen van de diligence en de trekschuit verdwijnen deze beroepen ook.
Rond 1900 wordt op en rond het Leidseveer druk gebouwd. Het kantoorgebouw van De Utrecht wordt in 1905 geopend. De blekerij van Van Huussen aan de zwaaikom wordt door een investeerder opgekocht. Samen met andere panden worden de gebouwen afgebroken. Het landelijke en middeleeuwse karakter verdwijnt.
Dan breekt een lange periode van stilstand aan. Niet wat betreft het verkeer want dat blijft maar groeien, maar wel wat betreft de bebouwing van het Leidseveer. Tientallen plannen worden gemaakt maar niet uitgevoerd, totdat in 2025 door Lingotto begonnen wordt met de bouw van woningen op het Smakkelaarsveld. Het water van het Leidseveer komt niet terug, wel komt er een parkje.

Gekoppelde berichten

Gerard schrijft boek over westelijke deel van Utrechtse binnenstad: ‘Catharijne verdient eigen verhaal’
Wie aan Utrecht denkt, ziet al snel de Dom, de Oudegracht en het gebied binnen…
7 Reacties
ReagerenDank voor dit mooie stukje geschiedschrijving. Wat de toekomst betreft: het water komt terug! Vanaf 2028 kan je vanuit de singel langs een piepklein haventje op het Smakkelaarsveld naar de Leidsekade varen.
Nu nog “De Utrecht” terug…
Een mooi stukje geschiedschrijving inderdaad!
Stadsbuitengracht?
Heet gewoon de Catharijnesingel .
Wie verzint toch steeds die on Utrechtse benamingen?
De Leidseveer was volgens mij ook waar nu de busbaan ligt.
Tussen het Vredenburg en de Leidseveertunnel.
Vroeger zat daar een café ( van de familie Poppes) en volgens mij ook Kuipers Hobbyhuis
(modelauto’s en treintjes)
Om de vraag te beantwoorden: ja, ik weet nog wat de Leidseveer was.
De Leidseveer was niet, herhaal: niet, een oude naam voor het Smakkelaarsveld.
De Leidseveer was een straat ten zuiden van de Leidse Rijn tussen de spoortunnel en de Catharijnesingel..
Het Smakkelaarsveld was het ‘knooppunt’ waar Leidseveer, Catharijnesingel, Vleutenseweg en de Vreeburg (via de brug over de singel) samen kwamen.
En voor Steve: de Catharijnesingel is een straat langs de Stadsbuitengracht, zoals ook de Weerdsingel, de Maliesingel e.a. De ‘on-Utrechtse’ naam bestaat al eeuwen.
Op de Leidseveer zat niet Kuipers Hobbyhuis maar de firma Serré, specialist in Märklin modeltreinen.
@Steve
Omdat Stadsbuitengracht altijd al de officiële naam is geweest voor deze gracht. De Catharijnesingel is de naam van de weg ernaast (op dat deel).
Tuurlijk is het in de volksmond handiger om de wegnaam te gebruiken, omdat je dan meteen weet welk stuk je bedoelt. Maar dat neemt niet weg dat de Satdbuitengracht al een heel oude en juiste naam is 🙂