Dit weekend vindt het Utrechts Cabaret Festival 2015 plaats in misschien wel het kleinste theater van Utrecht: het Schiller Theater Place Royale, aan de Minrebroederstraat 11. Het theater biedt plaats aan ongeveer 100 bezoekers. De eigenaren van het theater, Hannie (64) en Steef (67) Schinkel, organiseren het festival dit jaar voor de negende keer.
Vanaf donderdag 4 tot en met zaterdag 6 juni vindt het Utrechts Cabaretfestival plaats, met de ‘grand finale’ op zaterdag. Hoewel Hannie en Steef het festival al jaren organiseren, bepalen ze de winnaar nooit zelf. Die wordt altijd bepaald door een deskundige commissie: “Ik ben het nooit eens met de jury. We hebben daar zelf geen invloed op, stronteigenwijs zijn die mensen eigenlijk”, zegt Steef.
Het interview is nog niet begonnen, of het wordt al duidelijk dat het pand een rijke geschiedenis heeft. Het interview vindt plaats in de binnentuin: “Op de plek waar jij nu zit, heeft Brahms drie keer een tuinconcert gegeven”, vertelt Steef. Dat sluit dan ook direct aan bij de eerste vraag:
Wat is de geschiedenis van dit pand?
“Het pand bestaat dit jaar 759 jaar. Voordat wij hier in kwamen met ons theater, heette het ook al het Schiller Theater. Toen huurde Hennie Oliemuller het vanaf 1970 van de gemeente, ook om er theater en cabaretvoorstellingen te organiseren. Voor 1970 zat het Dansinstituut Wim Cornelissen in dit pand”, vertelt Steef. “Dat zit nu aan de Oudegracht”, vult Hannie aan. Maar er is nog veel meer te vertellen over de historie van het pand. Zo was het Rijksmonument in 1906 het paleis van de keizer, toen werden er de lustrumspelen georganiseerd. “Toen stonden er hier bijvoorbeeld nog 32 paarden”, vertelt Hannie. “Zelfs Koningin Wilhelmina en prins Hendrik waren erbij aanwezig.” Al snel blijkt dat zij niet de enige beroemdheden zijn geweest die het pand hebben betreden, ook Mozart heeft er in 1766 samen met zijn zusje opgetreden. “Toen sliep Mozart samen met zijn moeder, vader en zusje wellicht hier op de eerste verdieping. Bijzonder toch!”, vertelt Steef vol trots.
Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met dit theater?
Hannie: “Ik werkte al in de Minrebroederstraat, tegenover het Schiller theater. Zo was ik dus al bekend met het theater en maakte ik vaak een praatje met de toenmalige eigenaar, Hennie Oliemuller. Eerder had ik er zelf ook opgetreden. In 1980 heb ik op het podium een aantal gedichten voorgedragen.” Na het overlijden van Hennie Oliemuller, deed zijn vrouw, cabaretière Annemarie Konicks, een oproep in het stadblad. Zij kon het theater zelf niet meer onderhouden, maar wilde wel graag dat iemand anders het overnam zodat het behouden kon worden voor cultuur. “Toen heb ik gelijk naar Annemarie gebeld, maar ik kreeg naar niet te pakken.” Later werd Steef er over aangesproken in de tangoschool, waar hij elke dinsdagavond met Hannie te vinden was. “Mensen van de tangoschool vertelden tegen mij dat ze een aanbieding hadden gekregen om ‘dat ding’ van de Minrebroederstraat te huren. Ze moesten alleen eerst een cultuurplan indienen, of ik hen daarbij wilde helpen.” Het antwoord daarop van Steef was: “Als Han het ook leuk vindt, dan doe ik het.” Al snel bleek dat Hannie ook akkoord ging. Er zat alleen wel wat haast bij: het cultuurplan moest de volgende dag al worden ingediend. “Daarom heb ik ’s nachts van half 2 tot 5 uur een cultuurplan van 14 kantjes geschreven, we waren rijkelijk laat zal ik maar zeggen. De volgende ochtend heeft Hannie het geredigeerd tot 9 kantjes”, vertelt Steef.
De onderhandelingen met de gemeente hebben meer dan een jaar geduurd. Toen de moeder van Hannie overleed, konden Steef en Hannie het theater kopen door haar erfenis: “Mijn moeder zat ook in het theater, op deze manier kon ik voor mijn gevoel iets voor haar terugdoen”, vertelt Hannie.
Wat heeft jullie uiteindelijk doen besluiten het theater te kopen in 2003?
“De eerste keer dat we in het theater gingen kijken met de gemeente, hingen er nog overal oude posters. Bij de ingang hingen twee posters naast elkaar: één van het Domstad Toneel, daar speelde ik in, en één van Hannie ernaast met haar dichtersavond. Dat was heel bijzonder”, zegt Steef. “Daarnaast hadden we ons al zo erg verdiept in de historie van het pand, dat we het gewoon jammer vonden als er een Albert Heijn in kwam.”
Hoe zijn jullie op het idee gekomen voor een Utrechts Cabaret Festival?
Hannie: “Dat heeft Steef bedacht.” Steef: “Ja, zo heb ik ook het Utrechts Kleinkunst Festival bedacht en wordt er jaarlijks een oeuvreprijs uitgereikt aan een Nederlandse cabaretier of kleinkunstenaar. Vorig jaar heeft Herman van Veen de oeuvreprijs mogen ontvangen.” Het Utrechts Cabaret Festival wordt dit jaar voor de negende keer georganiseerd. “Ik vind het leuk als een onbekend iemand ook een volle bak krijgt. Mij gaat het om het talent. Mensen die ergens met hart en ziel voor gaan. Met dit festival hopen we talenten een springplank te bieden”, zegt Steef.
Wat kunnen bezoekers van het Utrechts Cabaret Festival dit weekend verwachten?
“Alles. Van een boerin die onder een koe zit ..” Steef barst in lachen uit: “Ja, echt waar. Je kunt hier alles verwachten. Er is voor elk wat wils. Het gaat niet alleen om het lachen, maar ook om het plezier.” Hannie gaat verder: “Het publiek mag ook haar stem uitbrengen. We hebben elk jaar de publieksprijs.” Acht mensen kijken het hele jaar door naar cabaretiers die geschikt zouden zijn om bij het festival te kunnen optreden. Uiteindelijk bepalen Hannie en Steef met een klein comité welke 25 à 30 mensen er mogen komen optreden tijdens het festival zelf. Steef presenteert de avonden altijd. Steef: “Ja, dan lopen ze altijd weg.” Hannie: “Niet waar.” Ze vervolgt lachend: “Zo is de zaal al een beetje opgewarmd. Volgend jaar, met de tiende editie van het Utrechts Cabaret Festival staat Steef zelf ook op het podium. Dat hebben ze hem gevraagd en hij gaat het nog doen ook.”
Wat zijn jullie favoriete plekken in Utrecht?
Hannie: “De kloostergang, de tuin naast de dom. Daar kan ik lekker tot rust komen. Maar verder natuurlijk ook het Schiller Theater. Ik vind het heerlijk om naar de artiesten te kijken.” Steef: “Mijn geboortehuis, aan de Schroeder van der Kolkstraat. Ik weet nog vaag dat ik in de kinderwagen lag, en mijn moeder zo met mij langs de Singel liep. Maar eigenlijk houd ik van Utrecht in z’n totaliteit: het is geen dorp, maar het Venetië van Noord Europa.”
Inmiddels zijn er in het Schiller Theater Place Royale meer dan 1300 voorstellingen gespeeld. Komend september verwachten Hannie en Steef de 10.000ste bezoeker te mogen verwelkomen. Op de vraag hoe lang ze nog met het theater willen doorgaan, antwoordt Steef: “Ik denk dat we het nog 5 jaar volhouden, bij goede gezondheid 10 jaar. Nou eigenlijk gewoon tot we allebei dood neervallen. Schrijf dat maar op.”
4 Reacties
ReagerenGeweldig!!!
Heel veel succes en inspiratie Steef (en Hannie). Ik gun het jullie heel erg.
Dit wordt een leuk weekend. Heel veel plezier en succes.
Dat het nog maar lang mag blijven bestaan. Het is er altijd weer gezellig.Ik ben blij dat ik als vrijwilliger actief mag zijn in zo’n prachtig theater.