Het Willem Arntszhuis in de Agnietenstraat | De Utrechtse Internet Courant Het Willem Arntszhuis in de Agnietenstraat | De Utrechtse Internet Courant

Het Willem Arntszhuis in de Agnietenstraat

Het Willem Arntszhuis in de Agnietenstraat
Rondleiders van Gilde Utrecht vertellen over verborgen en onbekende plekken in de stad.

Rondleiders van Gilde Utrecht vertellen over verborgen en onbekende plekken in de stad.

De bouw van het Willem Arntszhuis begon in 1461 aan de westzijde van de Lange Nieuwstraat. De naam en het jaartal staan aangegeven op de gevel in de Agnietenstraat. Het bestond uit een hoofdhuis en zes kleine huisjes.

Willem Arntsz was een vooraanstaand Utrechts burger, die het belangrijk vond dat zijn stad een ‘dolhuys’ zou krijgen. Na zijn dood werd uit zijn nalatenschap een ‘gasthuis voir die dulle lude’ gebouwd: het Willem Arntszhuis. In de Middeleeuwen werden krankzinnigen beschouwd als ketters die door de duivel bezeten waren. Om opgenomen te worden moest iemand een gevaarlijke gek zijn, ingezetene van de stad en armlastig.

In de zeventiende eeuw waren er 45 van dit soort huisjes. Geesteszieken werden opgesloten en sliepen in met stro gevulde kribben waarin de ‘razenden’ met boeien konden worden vastgeketend. Zij kregen smeersels, drankjes, aderlatingen, niespoeder of een braakmiddel.

Als dat niet hielp, ging men over tot verwurging. Door zuurstofgebrek zou de duivel immers wel naar buiten moeten komen. Rond Pasen was er tot 1782 de ‘Paasdol’, een kermisachtige gebeurtenis, waarbij mensen tegen betaling de dwazen konden bekijken, uitlachen en treiteren, compleet met koekkramen op het gasthuisterrein. Het waren mensonterende toestanden.

Weerlozen kinderen

Pas in de negentiende eeuw, onder invloed van het verlichte denken, ontwikkelde de psychiatrie zich tot een nieuw specialisme binnen de medische wetenschap. Belangrijk was J.L.C. Schroeder van der Kolk, sinds 1827 hoogleraar en regent van het Dolhuis. Hij vergeleek krankzinnigen met onmondige weerloze kinderen die moesten worden opgevoed, beschermd en behoed voor misstappen en ongelukken.

Onder zijn invloed werden ingrijpende verbouwingen doorgevoerd, werden lijfstraffen afgeschaft en werd de Krankzinnigenwet in 1841 ingevoerd. Hierbij werd onder andere een staatstoezicht ingesteld en kon de overheid het predicaat ‘geneeskundig gesticht’ toekennen. Het classicistische gebouw aan de Lange Nieuwstraat is van 1791. In het timpaan (de driehoek boven de ingang), is de dollemanskop te zien met daaronder een goudkleurig ovaal waarin twee  boeien zijn afgebeeld. Dat herinnert nog aan de functie van het gebouw.

Complexer

Rond 1900 veranderde de manier waarop de wetenschappers naar psychiatrische patiënten kijken opnieuw. Men begreep dat de mens complexer in elkaar steekt dan werd gedacht, en er werd een actief programma ontwikkeld met wandelen, spelletjes, werkzaamheden en voorstellingen. Omdat voor al deze activiteiten in het overbezette Willem Arntszhuis geen plaats was, werd in 1911 in Den Dolder een terrein van 200 hectare gekocht, waarop de Willem Arntsz Hoeve werd gevestigd. In 1940 hadden het Huis en de Hoeve meer dan 1300 patiënten.

Na de oorlog nam het aantal patiënten gestaag toe en was er behoefte aan uitbreiding in de Lange Nieuwstraat. In 1973 werd het Woudagebouw in gebruik genomen, een betonnen kolos van zes verdiepingen. Dit is inmiddels afgebroken en vervangen door 58 appartementen. Het bekende rebus-lichtkunstwerk van Korrie Besems uit 1991: Daar waar je niet bent, daar is het geluk, is niet teruggekeerd in de straat.

Inmiddels is er een nieuw WA Huis in 2008 in gebruik genomen en heet het door allerlei fusies tegenwoordig Altrecht en biedt het moderne geestelijke gezondheidszorg. In de voormalige vleugel van de Willem Arntz Stichting in de Agnietenstraat bevindt zich sinds 2016 het Nijntje Museum, dat het in 2006 geopende Dick Bruna Huis verving.

 

5 Reacties

Reageren
  1. WA

    Hmm. Aardig verhaal maar de ontwikkeling van het gebouw op foto ontbreekt helaas. Wat is er met de ingang onder de dollemanskop gebeurd. Hoe zit het met de aanbouwen. Hoe zit het met de functieverandering. Enz. Enz,

  2. John L. Horowitz

    Tussen ongeveer 1960 en ’64 werkte ik als student in de Psychiatrische Universiteitskliniek binnen de Willem Arntszstichting. Dit was in een nieuw pand binnen de bestaande oude gebouwen. Daarin waren schizofrene patiënten ondergebracht. Er heerste toen een nieuw regime waarbij patiënten niet langer werden vastgebonden. Daarvoor in de plaats kwam een zwaar medicijn – “largactil” genaamd – waardoor de patiënten zich extreem traag en initiatiefloos gedroegen. Dit werd destijds beschouwd als een grote stap vooruit in de humanisering van de psychiatrie.

  3. Henk Leffers

    Op tv in “Binnenste Buiten” een onderwerp waarbij ik het oude Willem Arntszhuis herkende.
    Er kwamen herinneringen naar boven, want in 1972 heb ik hier gewerkt, toen het gebouw nog psychiatrische afdelingen huisvestte.
    De portier, de lange gangen in het gebouw, de eetzaal voor het personeel met serre, het zusterhuis met huiskamer, gesloten, open en re-integratie afdelingen, mortuarium, administratie, directiekamer.
    Voor de warme middagmaaltijd ging je met een karretje naar de Centrale Keuken, het eten werd in gamellen geschept en dan op de afdeling op de borden verdeeld.
    De “cliëntengroep” was een mengelmoes van zwaar verstandelijk beperkten, mensen met psychotische stoornissen, suïcide, autisme, slachtoffers van hersenbeschadiging, trauma, dementie.
    Geboortetijdperk van meer inspraak van cliënten, differentiëring naar specifiekere zorg.

  4. Thea van Lier

    Toen ik in de 60-er jaren opgroeide in Utrecht, was het “gekkenhuis” in de Agnietenstraat een begrip. Als je dan ruzie kreeg met andere kinderen, dan ging het al snel van “Je mot naar de Aagnietestroat, aachtelijke glaadejool!”
    Dat is me na al die jaren nog bijgebleven, als je Agnietenstraat hoorde, dan dacht je aan “het gekkenhuis”. Dat ging zelfs zo ver dat toen we naar Zwolle verhuisden, dan had je daar de Agnietenplas. Daar mocht ‘n moeder graag zonnen op warme dagen. Als ze daar heenging, dan dacht je toch ongewild : Kijk maar uit dat je daar niet tegen mafkezen aanloopt….

  5. Roelf (Raul) de Graaff

    Raul de Graaff
    Ik heb er gewerkt van 1967 – 1974 met onderbreking van militaire dienst. Men roeide met de riemen die men had. Het verhaal over Largactil herken ik wel. Er werkten meer mannen dan vrouwen. Dat was wel nodig want er werd bij gebrek aan alternatief, of bij gebrek aan visie van de psychiater. soms wel gebruik gemaakt van een dwangbuis. Dat kon uitlopen op een flinke worsteling. Ook waren er shock lijstjes waarbij patienten geshockt werden en dat was akelig om bij te assisteren. Gelukkig is dat later verboden. Maar er waren vooral ook leuke dingen. Het personeel was erg begaan met de patienten. Ook de collegialiteit onderling was bijzonder. Dat kwam omdat de buitenwereld er geen weet van had waar je mee te maken had. Voor veel buitenstaanders nog steeds gekken, maar voor ons mensen met een bijzondere vorm van lijden. En wij zagen dat lijden. We zijn gelukkig veel verder en er zijn veel meer mogelijkheden nu met psychoformica enz. Een van de mooiste dingen was de eerste “Rijn-reis” met een grote luxe salonboot. Bijzonder ook dat de kapitein het aandurfde, want het was ongehoord. Patienten werden behandeld als gewone passagiers. We zorgden er ook voor dat ze er netjes uitzagen. We gaven elke patient per dag een paar credits om vrij te besteden b.v. aan de bar. Het was alsof de patienten zichzelf ook plotseling in een andere rol zagen en werden actief en sociaal zoals we ze nooit hebben gezien daarvoor. Het meest democratische wat ik meemaakte was dat aan het einde van de maand je het loon kreeg in een papieren loonzakje met een salaris slip erbij. Al het personeel van hoog tot laag stond dan in de rij midden in de openbare ruimte van de kliniek op zijn/haar beurt te wachten het te ontvangen en daarvoor te tekenen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).