Edwin Jacobs verlaat na zeven jaar op 1 januari 2017 het Centraal Museum en vertrekt naar Dortmunder U, een voormalige bierbrouwerij in Dortmund die is omgebouwd tot groot cultureel verzamelgebouw. Het Centraal Museum heeft veel aan zijn reputatie gewerkt om meer bij de stad te horen en een prominentere positie in te nemen in de culturele stad Utrecht. Zonder Edwin Jacobs staat nu een stevige opdracht te wachten voor zijn opvolger, die nog niet bekend is. Hoe moet het Centraal Museum verder? Dat is de vraag. DUIC vraagt het aan prominente Utrechters met een duidelijke mening.
Marcel Gieling, kunstkenner
“Utrecht moet er maar aan wennen om eens in de vijf of tien jaar een nieuwe museumdirecteur te moeten zoeken”
“Edwin Jacobs heeft het Centraal Museum op een sympathieke wijze vertegenwoordigd. Hij zat niet op een eiland maar trok de stad in. Een goed en bevlogen spreker die zijn materie kende. Ook hij heeft, net als zijn voorganger Sjarel Ex, met een grote verbouwing zijn vlag geplant. Veel mooier dan het nu is kan het museum niet worden. Dit betekent dat zijn opvolg(st)er zich kan concentreren op een goed aankoop- en tentoonstellingsbeleid. Het Centraal Museum is geen makkelijk museum om te leiden, het hinkt naar mijn mening op te veel poten. Mode, nijntje (overigens een grote publiekstrekker), Gerrit Rietveld, archeologie, de Utrechtse historie in het algemeen natuurlijk en nog veel meer. Waar geef je prioriteit aan, wat stel je tentoon? Wat zou het voor een opvolger heerlijk zijn om met een leeg museum te mogen beginnen. Nergens aan gebonden zijn en een eigen tentoonstellingsbeleid kunnen voeren. Helaas, een nieuwe directeur moet het doen met wat hij of zij in de schoot geworpen krijgt en daar ligt dan ook de moeilijkheid. Voor deze functie haal je geen topper weg bij een ander museum, een wat kleinere vis die zichzelf wil bewijzen en die als dat gelukt is ook weer op zal stappen net als Edwin Jacobs en Sjarel Ex. Het Centraal Museum blijkt een mooie opstap naar een (internationaal) hoger aangeschreven museum. Utrecht moet er maar aan wennen om eens in de vijf of tien jaar een nieuwe museumdirecteur te moeten zoeken.”
Edwin Jacobs, scheidend directeur Centraal Museum
“Ik wilde lachende mensen op de foto”
“Wat ik belangrijk vind en waar ik op hoop is dat de connectie met de wereld bij het Centraal Museum in Utrecht zich verder ontwikkelt. De plannen om internationaler actief te zijn hebben we vastgelegd in het meerjarenplan en het is de bedoeling dat die strategieën worden doorgezet. Mijn belangrijkste doel was de verbinding zoeken met de stad. Het museum opnieuw in contact brengen met de stad en met belangrijke spelers, zoals de Utrechtse ondernemers. Een keer per jaar plande ik een internationaal bezoek waarbij ik ondernemers in contact kon brengen met collega-directeuren van andere musea. Dat heeft heel veel goodwill opgeleverd. Daarnaast was het belangrijk om banden aan te halen met bijvoorbeeld Kunstliefde en andere kleine kunstpartijen en makers. Op alle fronten vond ik het belangrijk om plezierig en aangenaam met relaties om te gaan. Ik wilde lachende mensen op de foto. Ik hoop dat mijn opvolger met hetzelfde gevoel erin stapt.”
Ronald Besemer, directeur Toerisme Utrecht
“Ik zou het toejuichen als het museum blijft vernieuwen in het nadenken over publieksbereik”
“Zoals ik vlak voor de Tour bij Toerisme Utrecht begon, zo valt ook de opvolger van Edwin Jacobs met zijn of haar neus in de boter. Omdat begin 2017 nationaal en internationaal het De Stijl-jaar losgaat en het een prominente expositie heeft over Gerrit Rietveld, misschien wel de grootste Utrechter in de (kunst)geschiedenis. Lekker makkelijk… haha. Serieus, ik zou het toejuichen als het museum blijft vernieuwen in het nadenken over publieksbereik. De etalage van Centraal Museum in Hoog Catharijne is top. Rietveld vlak voor de H&M. Dat heeft bereik en impact. En leidt uiteindelijk ook tot bezoekers die hun weg naar het museum vinden. Dat is de legacy van Edwin en het pad dat vervolgd mag worden.”
Jos Stelling, filmregisseur en eigenaar van het Springhaver en het Louis Hartlooper Complex
“Een moderne culturele ontmoetingsplaats als tegenwicht voor het vereenzamende digitale tijdperk”
“Het gebouw, de plek en de (Utrechtse) geschiedenis zijn, incluis Utrechtse iconen als Van Honthorst, Van Scorel, Rietveld, Bruna, het belangrijkst. Zie het Amsterdam Museum. Voor moderne kunst is minder plaats: kunst is – zoals het hoort – al overal en onder ons. Feitelijk niets nieuws. Elke Utrechter moet trots zijn op dit Utrecht Museum, zich er thuis voelen met voldoende spraakmakende aanleidingen om daar regelmatig te komen. Een plek die vertelt over ons verleden en aanleiding geeft tot inspiratie, bezinning en reflectie. Een moderne culturele ontmoetingsplaats als tegenwicht voor het vereenzamende digitale tijdperk. Het vraagt om een directeur met een groot hart voor Utrecht. Geen kunstmanager die zichzelf belangrijker vindt dan het museum: een cultureel ondernemer pur sang met passie, gedrevenheid en betrokkenheid. Een directeur die dienstbaar en voorwaardenscheppend denkt en een groot en nieuw publiek, maar ook en vooral medewerkers aan zich weet te binden en te inspireren.”
Arne Zuidhoek, kunstenaar
“De Utrechtse Salon kan uitgroeien tot een cultureel evenement op niveau”
“Uit het takenpakket dat de nieuwe CM-directeur wacht springt er één taak uit. En wel die van de structurele versteviging van de band tussen Centraal Museum, de Utrechtse beeldende kunsten en het publiek. Een herkenbare traditie hierin bestaat niet – het is van belang deze in het leven te roepen. Dat kan door middel van een herkenbare kunstmanifestatie, die dan een keer per jaar plaatsvindt en we bijvoorbeeld ‘De Utrechtse Salon’ noemen. Het Centraal Museum presenteert er dan stukken uit de eigen collectie – stukken van vroeger en nu – en biedt tegelijkertijd ruimte aan de eigentijdse Utrechtse kunstenaar. Zij het uitsluitend na een strenge ballotage. Van het werk van de aspirant-deelnemers kan als aanloop eveneens een interessante expositie worden gemaakt, desnoods een verkooptentoonstelling. Met élan en de noodzakelijke ernst aangevat kan ‘De Utrechtse Salon’ uitgroeien tot een cultureel evenement op niveau, waar het publiek, de pers, belanghebbenden en het Centraal Museum zelf naar uitkijken.”
10 Reacties
ReagerenIk denk dat Marcel Gieling het juiste standpunt inneemt. Tenminste voor de overzienbare jaren in de toekomst. Het Centraal Museum wilde in het verleden op teveel verschillende paarden wedden. Het is goed dat daar een einde aan is gekomen. Het komt de duidelijkheid ten goede. En een museum met net-niet internationale allure moet niet te hoog willen grijpen en zich erbij neerleggen dat een groei slechts zeer langzaam gaat.
Een probleem van het museum blijft natuurlijk de locatie. Hoe historisch verantwoord ook, het is een moeilijk te gebruiken museumcomplex. Mijn lof aan de vertrekkende directeur voor het (her)creëren van een duidelijke indeling. Ik hoop dat zijn opvolger daarin geen ingrijpende wijzigingen wil aanbrengen.
Maar om (inter)nationaal publiek aan te trekken moeten er mogelijk nog een paar dingen veranderen. Ik denk dat een versteviging met stad Utrecht én met provincie Utrecht op z’n plaats is. En een duidelijke plaatsing van (de stad én de provincie) Utrecht in de historie. Er komen een aantal zaken bij me naar boven: Bloemaert, Koch, Toorop en andere schilders uit de verschillende eeuwen, de Vrede van Utrecht, de ontwikkeling van Ultra Trajectum naar Utrecht, de relatie van Utrecht tot de verschillende kerken (uiteraard i.s.m. Catharijne Convent), de ontwikkeling van de stad door de technologische ontwikkelingen (industrialisatie, spoorwegen – i.s.m. spoorwegmuseum), de stad en de provincie in de oorlog.
Het lijkt me dat er voor een opvolger voldoende aandachtspunten zijn.
Nu maar hopen dat hij of zij de zwakheden en mogelijkheden gebruikt maar vooral de sterke aspecten van nu weet te continueren. We hebben geen persoon nodig die overmorgen al het museum op de zelfde hoogte als het MoMa, het Guggenheim of het Rijksmuseum wil brengen. Wel hebben we iemand nodig die de stijgende lijn weet te continueren.
Helemaal eens met Kees. Utrecht heeft een directeur met smaak nodig. Culinaire smaak dan wel te verstaan. Iemand die nu al, en niet straks, gerespecteerd wordt. Iemand die we tien jaar de kans geven om relaties met verzamelaars op te bouwen. Als Utrecht geen verzamelaars van kaliber kent, dan zoeken we het verder op en voegen we ook vliegtickets aan het budget toe.
Flink de beurs trekken dus. Dat doen we ook als het over muziek, historische festivals of toneel gaat, alleen beklijft dat niet. Daar wordt het budget meer dan opgemaakt en blijven we vervolgens met de scherven zitten.
Naar verluidt is de koper van twee Rembrandts beschikbaar. Met € 80.000.000, we doen wat minder wegen, kan die veel neerzetten.
Ik zeg Wim Pijbes. Hij is vrij.
Zo n kans komt nooit meer.
@Marcelino: Als het CM zulk budget had, waren er hopelijk wel relevantere tentoonstellingen geweest de laatste jaren.
Het Centraal Museum moet de ambitie hebben even centraal te staan in museaal en kunstminnend Utrecht als TivoliVredenburg en Stadsschouwburg in hun sectoren. Het moet dan ook niet de concurrentie met andere museale instellingen in en van de stad zoeken, maar samenhang. Ook in het nationale museale palet moet het centraal staan, zonder met andere grote musea te willen concurreren.
Inhoudelijk is het CM niet alleen een kunstmuseum, maar heeft het ook een bredere culturele en historische positie in te vullen. Ook in het tentoonstellingsbeleid moet dat tot uiting komen. Enerzijds moet het permanent de eigen collecties tonen, in hun samenhang en in samenhang met de ontwikkelingen elders in stad en gemeenschap. Anderzijds moet het bijdragen aan verrijking van Utrecht door belangrijke ontwikkelingen van elders (binnen- en buitenland!) te presenteren. Daarbij kan wellicht gebruik worden gemaakt van grote culturele objecten in de directe omgeving.
Nu het Museum eindeleijk wat meer vorm heeft gekregen, is het tijd om eens de successen en de formules van de musea in Dordrecht, Zwolle, Groningen, Twente en Assen te bekijken. Waarom lukt het daar wel steeds aantrekkelijke publiekstrekkers te organiseren. Met een rijke culturele historie als de Utrechtse, moet het toch mogelijk zijn om zoiets van de grond te krijgen. Van veel Utrechtse kunstenaars (dode en levende) is nog nooit een overzichtstentoonstelling georganiseerd. Steeds maar weer teugvallen op Rietveld en Bruna toont per definitie het onvermogen om dit Museum, dat nota bene voor alle Nederlanders om de hoek ligt, tot een gewilde trekpleister te maken. Ooit wel eens gedacht aan een tetoonstellling over Pyke Koch, Gerard van Honthorst of Theo van de Vathorst om maar eens een paar namen te noemen? Is daar een Wim Pijbes voor nodig? Misschien wel, omdat hij een goed gevoel heeft voor het opde kaart zetten van ingeslapen instituten. Nu Edwin Jacobs zijn durf getoond heeft om een recente verbouwing over te doen is het de beurt aan een ondernemnd figuur die eerst het CM geliefd gaat maken bij het grote publiek om pas daarna ook de experimenten en kans te geven. Tegelijkertijd gaat dit nooit lukken.
Het Centraal Museum heeft een topstuk en dat is het Rietveld-Schroderhuis, daarnaast is Nijntje nog een leuk item. Beide hebben weinig met het Centraal Museum, deze laatste is vooral vaag, onduidelijk en altijd in verbouwing zonder dat er meerwaarde ontstaat.
Zowel Rietveld-Schroderhuis als Nijntje kunnen prima door op zelfstandige basis met kleine efficiënte overhead. Dan kan de rest van het Centraal Museum dicht, scheelt een enorme overhead en het culturele verlies is minimaal.
Per saldo hebben we dan 2 bijzondere items, een mooi gebouw waar appartementen in kunnen en een enorme besparing aan subsidie (=belasting) geld.
Ik ben geen deskundige maar kom wel vaak en graag in musea en woon sinds kort in deze prachtige stad.
Het zou natuurlijk helpen als ze die rare naam veranderen. Centraal station kan ik nog begrijpen maar Centraal Museum? Riekt erg naar regenten uit de 17e eeuw. Utrecht Museum of Museum Utrecht, het MU, lijkt al veel beter. Heb je gelijk een mooi logo en een internationale uitstraling, want dat mag best. Er komen busladingen toeristen naar het MU voor Nijntje. Dat zijn leukere toeristen dan de hooligans die de horeca graag ziet. En dan een ratjetoe? Wat is er mooier dan de ouders van die peuters te verleiden om naar Rietvelt, Koch en Toorop etc. te komen kijken? Ik heb wel eens de indruk dat Utrecht last heeft van een Calimero effect. Niet doen; nergens voor nodig.
Verbinding met de stad? Begin eens met meer aandacht te geven aan vrijwilligers. Dat is namelijk de stad, want die wonen daar. En het zijn er veel en ze beschikken over veel vrije tijd en vaak ook over uiteenlopende kennis, zeker al die gepensioneerde hooggeleerden. En geef ze vooral een stem want vernieuwing komt van buiten!
Mooie kans gemist om het Centraal Museum in afgeslankte vorm onder te brengen in het oude postkantoor op de Neude en noemen het Rietveld Museum.
Het enige wat onze mooie stad mist is een MU geleid door een Wim Pijbes. Het zou onze stad compleet maken. Naast ikonen als Tivoli Vredenburg en de Dom. Een stad groeiend naar 400000 inwoners verdient dit.